rij" Ik wil duidelijk stellen, dat dit amendement niet door het college wordt overgenomen. Mevrouw Korthuis heeft voorgesteld om in de eerste conclusie het woordje "doorgaans" toe te voegen, zo dat de conclusie zou komen te luiden "het oprichten van stichtingen of andere privaat rechtelijke organisaties door de gemeente is door de uitputtende regeling op het gebied van de in terne bestuurlijke organisatie, neergelegd in de ge meentewet, doorgaans gewenst noch vereist". Het college is van mening dat met het opnemen in de eerste conclusie van het woordje "doorgaans" een heel gave tand wordt uitgetrokken. Bovendien sluit de conclusie dan niet meet aan op de wijziging van de tweede conclusie, die wordt voorgesteld in het amen dement van de heer Bolhuis, Als dit amendement aanvaard wordt, kan het woordje "doorgaans" niet in de eerste conclusie worden opgenomen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Misschien kunnen wij eerst over het amendement op de tweede conclusie stemmen. De VOORZITTER: Wij moeten dan inderdaad eerst maar over het amendement op de tweede conclusie stemmen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Als dit amendement aanvaard wordt, worden er wel een aan tal poten onder de notitie weggehaald. Want volgens mij kun je de in het amendement gestelde conclusie helemaal niet uit de notitie trekken. De VOORZITTER: Het betreft hier geen amende ment waarvan het college de aanvaarding aanraadt. De heer VISSER: Dat weet ik wel. Maar wij missen twee collegeledendat zou de stemming over het amendement wel eens behoorlijk nadelig kunnen beïnvloeden. De VOORZITTER: Wij missen niet alleen college leden; wij missen ook anderen. Daar is natuurlijk niets aan te doen. Collegeleden zijn raadsleden; als zij af wezig zijn, kunnen zij hun stem niet uitbrengen. De heer VISSER: De afwezigheid van de betrokken raadsleden is waarschijnlijk het gevolg van het feit, dat zij lid zijn van de een of andere stichting! De VOORZITTER: Dat weet ik met. Ik weet alleen wat één van de betrokken collegeleden op dit mo ment doet. Die moest om half zes de nieuwe hockeyaccommodatie openen. Er zit nogal wat ge meenschapsgeld in die accommodatiewij vonden dat wij bij de opening niet mochten ontbieken. Wij hebben dus afgesproken dat de wethouder van sportzaken bij de opening aanwezig zou zijn. (Wij hadden de accommodatie natuurlijk graag met wat meer collegeleden zien opengaan.) De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Is het col lege zoals aanwezig unaniem in zijn opstelling ten aan zien van het amendement van het CDA? De VOORZITTER: Het college zoals aanwezig ont raadt het amendement, vanwege de "tandentrekke- De heer GOOTE: Als stemverklaring stel ik dan, dat onze fractie zich niet achter het amendement zal scharen. Ik heb al betoogd dat ons mziens deze "tandentrekkerijniet op haar plaats is. Mochten er zich in de praktijk, bij de concretisering van de be trokken conclusie, problemen voordoen, qua termijn etc., dan zouden wij mogelijkerwijs van onze prin cipiële stellrngname kunnen afvallen. Gezien ons standpunt hebben wij dus geen enkele behoefte om 200 de zinsnede "niet noodzakelijkerwijs" in de con clusie over te nemen, De heer ONDERDELINDENMevrouw de voorzitter! Wij nemen ons voorstel terug, om in de eerste conclu sie de woorden "doorgaans" op te nemen. De VOORZITTER: Wij hoeven dan niet te stemmen over de eerste conclusie; ik begrijp dat die wordt aan vaard. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Neemt het college nu misschien wel een ander stand punt in ten opzichte van het amendement op de tweede conclusie, nu het voorstel is ingetrokken om de eerste conclusie te wijzigen? De VOORZITTER: Neen, dat maakt voor het college geen verschil. Het amendement van de heer Bolhuis wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 11 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de leden: mevrouw Tomassen-Hols- heïmer, Goote, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Hoekstra, Gerth, mevrouw Allard-Knol, Menne, Jonker, Visser, Nuijten en Van Logtenstein. Voor stemmen de leden: Van Poppelen, Storimans, mevrouw Blommers-Biezeno, Onderdelinden, Ebbers, Blaauw, Stam, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Beijen en Bolhuis. Mevrouw Korthuis-Elion is tijdens deze stemming niet ter vergadering aanwezig De VOORZITTER: Dames en heren! Het amende ment is niet aangenomen, maar er is natuurlijk sprake van een Pyrrusoverwinning, want de raad is niet vol ledig. Het college zal zich beraden, hoe wij met deze Pyrrusoverwinning vei der moeten gaan. Ik neem aan dat de raad zich ook met de overige con clusies kan verenigen. In de notitie over de verantwoordingsplicht zullen wij een verduidelijking opnemen van hetgeen wij bedoe len met de laatste conclusie. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 147 Voorstel tot verdaging van de beslissing omtrent de vaststelling van het ontwerp-bestemmingsplan Eggher- monde II, Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen, 148 Voorstel tot het voeren van een rechtsgeding tegen de heer H.T.W. Dijkman te Soest mzake ontruiming van garage nummer 1 aan de Ruysdaellaan te Soest. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! In de commissie algemene bestuurszaken hebben wij al uitvoerig over deze zaak van gedachten gewisseld. Ik heb toen gewezen op de spullen van het kind met bronchitus, die ergens opgeslagen moeten worden, maar niet in een caravanstalling, waar men er verder niet bij kan. Verder heb ik gewezen op de pogingen van de heer Dijkman om iets te vinden waaruit zou blijken dat hij de garage mag blijven huren - waar hij nog steeds druk mee bezig is - en op het naar mijn gevoel in dit stadium veel te zware middel van een proces. Ik heb toen de suggestie gedaan om het voor stel aan te vullen met een datum voor welke de gaiage ontruimd zou moeten zijn - laten wij zeggen 1 okto ber - om te voorkomen dat wij de zaak weer een maand zouden moeten uitstellen. Van uw kant is een dergelijke aanvulling echter niet voorgesteld. Ik wil dus bij amendement voorstellen om het voorstel met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 251