anders hangen. En dan val je uiteindelijk terug op
hetgeen schriftelijk is vastgelegd. En dat is vrij duide
lijk. De heer Uyland heeft mij echter verzekerd dat
hij het op hoge prijs zou stellen als het college, alvo
rens naar de rechter te stappen, met hem orn de tafel
wil gaan zitten. Als hij als Soester burger die wens te
kennen geeft, moeten wij hem niet zonder meer voor
de rechter slepen, maar eerst nog die poging wagen. Ik
wil dus mijn verzoek handhaven om eerst nog eens
met de heer Uyland om de tafel te gaan zitten.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik geloof dat een langere discussie niet veel zin heeft,
want het wordt nu inderdaad een welles-nietes-spel-
letje. Een en ander zal uitgezocht moeten worden.
De heer Jonker verzoekt het college om eerst nog een
keer met de heer Uyland rond de tafel te gaan zitten.
Mijns inziens kan het initiatief ook van de andere
kant uitgaan; als de heer Uyland nog eens met de ge
meente wil praten weet hij de weg wel te vinden.
Wij kunnen dus achter het voorstel staan.
De VOORZITTER: De heer Jonker wil graag dat wij,
alvorens naar de rechter te stappen, eerst nog eens
praten met de heer Uyland. Wij hebben echter het
gevoel - en ik durf dat best in het openbaar te zeg
gen - dat de heer Uyland dan weer met nieuwe sug
gesties en voorstellen zal komen. Daar zijn wij niet
voor inwij vragen nu gewoon de nakoming van een
gesloten overeenkomst. En als de heer Uyland meent
dat hij de heer Hoekstra of iemand anders iets te ver
tellen heeft, kan hij ons op korte termijn op het
spreekuur bereiken, nog voordat de zaak voor de
rechter komt. Wij willen de raad dringend verzoeken
het onderhavige voorstel te aanvaarden en geen ter
mijn meer te stellen, want deze zaak moet een keer
nagekomen worden.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben
ons niet in de discussie gemengd, omdat wij al door
de stukken tot de overtuiging waren gekomen, dat er
geen andere weg is dan de voorgestelde weg. Wij staan
achter het voorstel.
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
149 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor onderhoud en voorzieningen aan gebouwen van
het gasbedrijf.
150 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften
tot het nemen van een beslissing op een door de heer
mr. N.C. Wilke, namens mevrouw L. Wijnen-Gorissen
ingesteld beroep tegen de weigering van een bouw
vergunning.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zon
der discussie en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
151 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvul
lend krediet voor de viering van 950 jaar Soest.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Onze frac
tie vond het feest bijzonder mooi. Wij hebben alle
waardering voor het comité dat het feest heeft geor
ganiseerd. Wij zijn echter om de volgende redenen
tegen het aanvullend krediet.
In de vergadering van 17 augustus 1978 hebt u be
loofd (ik citeer uit de raadsnotulen):
"De raad kan dan aan de hand van concretere ge
gevens een oordeel vellen".
De raad heeft toen een krediet van f. 95.000,00 be
schikbaar gesteld. Op dat moment al werd de sugges
tie gedaan om dit krediet eventueel te verhogen, wan
neer het college met nadere voorstellen zou komen.
In het onderhavige voorstel wordt gezegd, dat het col
lege reeds in de vergadering van 17 mei jl. heeft mede
gedeeld, dat de begroting ruim is overschreden. Er
wordt echter niet bij gezegd, dat deze mededeling
werd gedaan naar aanleiding van door mij in het vra-
genhalfuurtje gestelde vragen. Anders zou die mede
deling niet zijn gedaan.
De kredietoverschrijding is besproken in een besloten
vergadering van de commissie algemene bestuursza
ken. Dat vinden wij geen juiste gang van zaken bij
kredietoverschrijdingen.
Wij zullen niet met een motie wapperen - zoals de
VVD destijds heeft gedaan - maar wij zijn tegen het
voorstel.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter.' De kre-
dietoverschrijding is een feit; er is weinig meer te
doen. Bij de ter inzage gelegde stukken lag een uit
voerige verantwoording van alle posten, die over het
algemeen duidelijk is, behalve op één punt, dat een
meningsverschil met het tentenverhuurbedrijf betreft.
Op 30 juli 1979 nog hield tentenverhuurder De Boer
vol, dat hij nog een bedrag van f. 4848,03 moest
ontvangen, (Hij had van het verschuldigde bedrag
slechts f. 59,00 afgetrokken voor één klapstoel.)
Mijn vraag is: is dit bedrag inmiddels in het aanvul
lende krediet verwerkt, of krijgen wij later nóg een
aanvraag voor een aanvullend krediet?
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Het feest
heeft de verwachtingen overtroffen; alle lof voor het
organiserend comité! Toch ben ik er voor dat het col
lege in het vervolg, bij soortgelijke gevallen, ("soort
gelijke" niet in de zin van: over 50 jaar, bij de viering
van 1000 jaar Soest) de budgettering en de terugkop
peling naar de raad wat beter in de hand houdt dan
nu het geval is geweest. Wij gaan overigens akkoord
met het voorstel.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik meen dat het goed is om een woord van lof te
richten tot de organisatoren van het feest; het feest
was grandioos!
Het is eigenlijk jammer dat er sprake is van een kre
dietoverschrijding. Misschien had de gemeente de
zaak beter moeten begeleiden en in de gaten moeten
houden. Gelukkigerwijs heeft men de zaak nog op
tijd teruggekoppeld naar de raad. De raad heeft ge
zegd akkoord te gaan met een kredietoverschrijding.
Ik wil duidelijk stellen dat ik in mei met opzet aan de
vergadering gevraagd heb: Is het niet verstandig om
een aanvullend krediet vast te stellen, omdat wij dan
weten waar wij aan toe zijn? De raad heeft dat niet
nodig gevonden. Ik geloof dat wij dan nu niet langer
moeten praten over het aanvullende krediet en er
voor moeten zorgen dat wij een volgende keer een
dergelijke kredietoverschrijding voorkomen. Maar
nogmaals: het was een grandioos feest waar wij met
plezier op kunnen terugzien.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Wij gaan
akkoord met het onderhavige voorstel. Wij waren
uiteraard bekend met het feit dat het krediet zwaar
overschreden zou worden. Wij vonden het toenter
tijd niet opportuun om er op dat moment over te
202