winkelcentra de hoogste prioriteit te geven. Er doet zich op het ogenblik een verpaupering voor, omdat er nog meer winkels dreigeg weg te gaan. Er bestaan mogelijkheden om weer winkels te maken van de huizen, zodat de Koninginnelaan helemaal kan wor den opgekrikt. Gezien dit alles willen wij dat het punt "verfraaiing Koninginnelaan" (punt 7 van de catego rie "zeer gewenst") alsnog wordt verplaatst naar cate gorie I. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouwde voorzitter! In het hoofdstuk openbare werken staan nogal wat rioleringsprojecten. Ik meen dat de wethouder in de commissie voor openbare werken heeft toegezegd dat hij ten aanzien van deze materie een faseringsvolgorde in de commissie zou brengen. Ik acht het van groot belang dat dit op zeer korte termijn gebeurt, want in dat geval kunnen wij de fasering nog meenemen in de fractievergadering en in de commissievergadering van november. Ten aanzien van deze materie zijn wij na tuurlijk niet zo technisch. Wij willen een overzicht van wat het meest noodzakelijk is en wat op de twee de en derde plaats komt. Dan weten wij waarover wij praten en hebben wij in ieder geval een leidraad voor - in dit geval - de verschuiving op en neer. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ikondersteun het betoog dat de heer Stam in de com missie voor openbare werken heeft gehouden met be trekking tot de verfraaiing van de Koninginnelaan. Ook ik wil dit project verschuiven naar de categorie "noodzakelijk". Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat het college mij nog een verklaring schul dig is voor het verschil van f. 5 miljoen voor wat de som van de bedragen voor rioleringsprojecten betreft, tussen het voorstel en het beleidsplan. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! De ver fraaiing van de Koninginnelaan is inderdaad onder werp van discussie geweest in de commissie voor openbare werken. Omdat op deze zaak ook een eco nomische optiek kan worden losgelaten, moet men bij het bekijken ervan ook rekening houden met de acti viteit genoemd onder punt 1 van het hoofdstuk eco nomische zaken: "het samenstellen van een nota om trent de winkelvoorzieningen". De verfraaiing van de Koninginnelaan is eigenlijk een particulier initiatief, dat natuurlijk wel op prijs wordt gesteld. Wij zouden eigenlijk niets liever doen dan volledige medewerking geven aan de winkeliers van de Koninginnelaan. Het betreft hier echter een bedrag van f. 300.000,00 waar van heel misschien een gedeelte door het rijk kan wor den gesubsidieerd. De heer Van Poppelen heeft gezegd dat hij het betoog dat de heer Stam in de commissie voor openbare wer ken hield, steunt. Het resultaat van het gesprek in de commissie voor openbare werken is al geweest dat het punt "verfraaiing Koninginnelaan" is verschoven van categorie III naar categorie II. Men weet dat wij op dit moment aan de vooravond staan van de discussie over de generale winkelproblematiek in Soest. Men mag niet verwachten dat die nota er morgen al is. In die discussie zal ook de Koninginnelaan worden betrok ken. In ieder geval komt allereerst de nota winkel voorzieningen uit. Die kan bepaalde prioriteiten ople veren. Ik stel dan ook voor in deze situatie, aan de vooravond van het uitkomen van de nota winkelvoor zieningen, niet te schuiven met een project met be trekking tot een winkelcentrum, dat deel uitmaakt van het gehele winkelgebeuren in de gemeente Soest. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Op de vraag van de heer van den Brakel kan ik antwoor den dat er inderdaad een faseringsvolgorde bestaat voor de verschillende rioleringsprojecten. Men weet dat wij na de herberekening van het rioolstelsel de herberekening ter goedkeuring hebben moeten opstu ren naar gedeputeerde staten. Gedeputeerde staten hebben meteen gevraagd om een bepaalde fasering van deze zaak. Die fasering is echter al in de commis sie voor openbare werken besproken. In verband met problemen in bepaalde delen van Soest wil ik wel graag dat wij een heel klein beetje afwijken van het- feen wij vroeger eens hebben afgesproken met betrek ing tot de fasering. Ik kom daarop in de commissie voor openbare werken terug. Mevrouw Allard heeft een vraag gesteld met betrek king tot het verschil tussen de sommen van de bedra gen voor riolering in het beleidsplan en in het college voorstel. Toen wij de betrokken zaken destijds op een rij hebben gezet, moesten wij daar bedragen achter zetten. Men voelt wel dat het toen onmogelijk was al deze werken uit te tekenen en de kosten ervan volle dig te berekenen. Er is toen een vrij ruwe prijs achter gezet. Daarna kwam het rapport Dwars, Hederik, Ver- heij, waarin bepaalde uitbreidingen werden genoemd, bij voorbeeld met betrekking tot de Lange Brinkweg en de Ferdinand Huycklaan. Men stelde dat er in plaats van een buis met een doorsnede van één meter een buis met een doosnede van anderhalve meter moest worden gebruikt. Alle bedragen zijn toen daar aan aangepast. Er heeft toen ook een indexering plaatsgevonden om de bedragen aan te passen aan de tijd. De in het voorstel genoemde bedragen zijn geënt op het huidige tijdstip. Ik mag veronderstellen dat, indien wij deze projecten gefaseerd gaan uitvoeren, deze bedragen ook niet meer zullen kloppen voor het project dat als laatste, bij voorbeeld in 1986, zal wor den uitgevoerd. De heer BLAAUWMevrouw de voorzitter! De wet houder is vrij duidelijk geweest. Wij zijn bereid op de uitslag van de nota winkelvoorzieningen te wachten. Aan de hand van die nota kan dan worden beslist of de uitvoering van de verfraaiing van de Koninginne laan naar voren moet worden geschoven. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij hand haven ons standpunt. Voor de Koninginnelaan is het geen vooravond, maar vijf voor twaalf. Wij denken dat wij met de verfraaiing van de Koninginnelaan heele- maal niet hoeven te wachten op de plannen van de wethouder. Integendeel: wij kunnen dit project vast uitvoeren. Dat staat de plannen van de wethouder niet in de weg. De heer van POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij aan bij hetgeen de heer Blaauw heeft gesteld. Wij zijn duidelijk voor de verfraaiing van de Koningin nelaan, maar ik geloof dat het wel juist is dat wij eerst een uitgewerkt plan zien. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! Ik kan mij de argumentatie van de wethouder goed voorstellen. Ik denk dat het de duidelijkheid ten goede zal komen, indien men bij zeer voorlopige ra mingen op bedragen van tonnen niet een nauwkeurig heid suggereert door die bedragen af te ronden op duizenden guldens. Indien er heel voorlopige ramin gen worden gemaakt, geniet het mijn voorkeur dat er bij te zeggen. De VOORZITTER: Ik denk dat er betrekkelijk wei nig is te doen aan het afronden van ramingen op dui- 224

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 275