zo graag een keer.
Het is zo, dat het stuk grond waarop de demonstratie
heeft plaatsgevonden, bij de gemeente Soest in beheer
en eigendom is. De marechaussee heeft, als ik het zo
onvriendelijk zou mogen uitdrukken, daar niets te
maken. Het is dus zo, dat u wat dat betreft geheel ver
keerde woorden (het woord "wartaal" wil ik niet ge
bruiken en gebruik ik dus niet) heeft gebruikt, geheel
verkeerde conclusies heeft getrokken. Uw verhaal
over de Van Weerden Poelmanweg slaat nergens op.
De heer VISSER: Ik hoop nu even uw wartaal door te
prikken en duidelijk te maken, dat het gaat om wat er
in 1976 is gebeurd met een aantal pacifistische jonge
ren die daar zijn opgepakt, terwijl zij eigenlijk niets
deden. Dat
De VOORZITTER: Zij zijn opgepakt op militair ter
rein.
De heer VISSER: is de kern van de zaak.
De VOORZITTER: Neen.
De heer VISSER: Daar gaat het om.
De VOORZITTER: Neen.
De heer VISSER: En als u niet de juiste opsporingsap-
paratuur of niet de juiste opsporingsambtenaren bezit
om te constateren wat de fascistische jeugdbeweging
allemaal heeft gezegd, had u waarschijnlijk beter de
hulp van de marechaussee kunnen inroepen. Dat heb
ik willen betogen. U moet luisteren naar de intentie
van het verhaal dat ik op 27 oktober heb gehouden.
Daar gaat het om. Het was een uitstekend verhaal en
ik heb er alleen maar posrtieve reacties op gehad.
Wat de ingediende moties betreft, probeert u ons erop
te vangen, dat het college van burgemeester en wet
houders niet hetzelfde is als de burgemeester, maar
het gaat erom dat de Soester overheid in dezen toch
wel iets heeft gedaan waarover heel Nederland is ge
struikeld. En om in de toekomst dat te voorkomen, is
het misschien verstandig, dat de burgemeester even
van zijn eenzame post afkomt om, overeenkomstig
de suggestie van de heer Jonker, de fractievoorzitters
te raadplegen. Ik beperk mij in de door mij ingedien
de motie tot het college van burgemeester en wethou
ders. Deze motie heeft dezelfde intentie als die van de
V.V.D., waarin staat:
"spreekt zijn vertrouwen uit in het beleid van de
burgemeester met betrekking tot het hanteren van
bevoegdheden ten aanzien van openbare demon
straties e.d.".
Wanneer u belooft wat er in onze motie staat, name
lijk dat u in de toekomst zorgvuldrg zult opletten dat
de genoemde overtredingen in Soest niet meer gebeu
ren, hebben wij natuurlijk geen enkele moeite met de
motie van de V.V.D.-fractie, want dan spreken ook
wij het vertrouwen in het beleid van de burgemeester
uit.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik heb een vraag
aan mevrouw Allard, namelijk of zij mij concreet kan
aangeven hoe ik een actief beleid kan voeten op een
terrein waarop ik geen bevoegdheid heb.
Ik heb zeven en een half jaar lang wel eens gewenst,
dat ik hier als politica mocht optreden. Maar dat mag
ik nu eenmaal niet en dat heb ik dus bepaald ook niet
gedaan.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Ik heb het gehad over
een actief beleid op het terrein waarvan u heeft ge
zegd, dat het het justitiële terrein is. Daarvan heb ik
gezegd, dat u ter zake wel overleg heeft met de offi
cier van justitie. Ik neem aan dat u hem heeft opge
beld om te zeggen wat er zou gaan gebeuren en te vra
gen wat hem en u te doen zou staan, waarbij ik bij
voorbeeld denk aan het wel of niet klaarzetten van de
mobiele eenheid. Ik meen dat u er daarbij met hem
ook over had moeten overleggen hoe u uw politie
mensen zou moeten instrueren of, misschien beter ge
zegd, adviseren ten aanzien van hun optreden.
De VOORZITTER: Ik heb vanavond getracht het ver
schil tussen openbare orde en het beleid van justitie
uit te leggen. Ik heb ten aanzien van het opsporen van
strafbare feiten geen instructies te geven. Ik kan na
tuurlijk altijd een telefoon pakken en iemand opbel
len, maar als er te dien aanzien instructies gegeven
moeten worden, worden ze gegeven door de officier
van justitie. Laten wij in vredesnaam met ons allen
proberen in dezen geen verwarring te krijgen. Ik kan
geen actief beleid voeren op een terrein waarop ik
geen bevoegdheid heb. Als u de motie van de V.V.D.-
fractie niet kunt steunen, omdat u geen vertrouwen
in mij hebt, spijt me dat verschrikkelijk, maar ik kan
er niets aan doen.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Ik heb wat dat betreft
toch wel vertrouwen in u (laat ik zeggen: u hoeft
niet meer zo lang), maar het is ook zo, dat wat u
zegt formeel weliswaar juist is, maar dat het in de
praktijk anders is, Dat weet u ook.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: U zegt dat
u helemaal niet de mogelijkheid heeft om in te grij
pen, mevrouw de voorzitter, maar hoe denkt u dan
te kunnen voorkomen dat weer gebeurt wat er ge
beurd is?
De VOORZITTER: Dan ga ik kijken naar ons artikel
19, mevrouw Tomassen. De heer Visser heeft straks
gesproken over artikel 168 van de gemeentewet en
had het toen ook over de gezondheid en nog wat. Dat
sloeg ook nergens op, want de gemeenteraad maakt
de verordeningen.
De heer VISSER: Wilt u dat dan even opzoeken? Het
staat er wel in, hoor!
De VOORZITTER: Ja, in de gemeentewet, maar niet
in de verordening.
De heer VISSER; Ik heb het toch over de gemeente
wet gehad?
De VOORZITTER: Ja, maar de raad maakt de veror
deningen en
De heer VISSER: U haalt de heer Oud aan, die allang
dood is, en zo probeert u hier de zaak dood te slaan.
De VOORZITTER: Neen.
De heer VISSER: Ja. U zoekt allerlei juridische moei
lijkheden, U heeft daar misschien zes jaar over gestu
deerd en ik geef toe dat ik maar een modaal raadslid
ben, maar ik vind het ongepast om zo te discussiëren,
terwijl het zo belangrijk is dat wat er is gebeurd in de
toekomst niet meer kan gebeuren, Daar heb ik nog
steeds geen antwoord op.
De VOORZITTER: Daar wilde ik net aan beginnen.
Dames en heren. Ik kan niet uitspreken, dat een der
gelijke demonstratie in Soest nooit meer zal kunnen
plaatsvinden. Er is nu natuurlijk in Soest een bepaalde
situatie en wanneer morgen een dergelijke club zich
weer zou melden, zou ik waarschijnlijk kunnen zeg
gen, "dat naar redelijke verwachting noch door de
toegezegde medewerking van de organisatoren, noch
door mogelijke politiemaatregelen,noch het geven