worden, maar ik heb om het van tevoren bekendma
ken van amendementen gevraagd, ten einde de ver
warring van de vorige keer te voorkomen.
De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter!
Het is prettig dat de heer Visser inziet, dat wij de ver
schillende punten die men wil toevoegen, belangrijk
vinden. Maar wij vinden het niet opportuun om ze nu
op de lijst te plaatsen. Ze komen vanzelf in een later
stadium aan de orde.
De VOORZITTER beperkt de beraadslaging tot de
voorstellen tot het toevoegen van punten aan de als
bijlage bij het voorstel gevoegde lijst van voorzienin
gen enz. waaraan hoge prioriteit moet worden toege
kend.
Allereerst is aan de orde het voorstel van de heer
Goote c.s. om aan de lijst toe te voegen punt VIII.3
van de lijst van 18 oktober 1979.
Dit voorstel wordt bij handopsteken verworpen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Deze zaak staat al
op de begroting, mevrouw de voorzitter.
De heer VISSER: Het onderwijzend personeel zal
hier blij mee zijn!
De VOORZITTER: Het hoeft niet meer, want het
gebeurt al. Er staat iedere keer een post op de begro
ting.
De heer GOOTE: Nu begrijp ik het niet. Hoe kun je
als het op de begroting staat, er om procedurele rede
nen tegen zijn? Het is mij volstrekt onduidelijk.
De VOORZITTER: Omdat het niet meer in een be
leidsplan voor nieuwe activiteiten behoeft te worden
opgenomen.
De heer ONDERDELINDEN: Wij hebben gezegd: nu
niet nodig.
De heer VAN POPPELEN: We hebben gestemd.
De heer VISSER: Ik wil duidelijke handopsteking,
mevrouw de voorzitter, want het onderwijzend perso
neel moet goed weten wie ertegen is.
De heer ONDERDELINDEN: Zo ligt het niet, me
vrouw de voorzitter.
De VOORZITTER: Ik constateer nu (ik had zoéven
niet gezien dat ook twee wethouders hun hand opsta
ken om aan te geven dat zij voor de voorgestelde toe
voeging zijn), dat 11 van de 24 aanwezige leden zich
bij handopsteken voor het voorstel van de heer Goote
uitspreken, zodat het niet is aangenomen. Ik moet
het eigenlijk anders zeggen: het punt in kwestie wordt
nu niet als prioriteit opgevoerd, want het gebeurt al.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde het
voorstel van de heer Goote c.s. om aan de lijst toe te
voegen punt VIII. 11 van de lijst van 18 oktober 1979.
Dit voorstel wordt bij handopsteken verworpen.
De heer ONDERDELINDEN: Ook dit staat op de be
groting.
De VOORZITTER: Neen, dat is niet het geval.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde het voor
stel van de heer Jonker c.s. om aan de lijst toe te voe
gen punt VIII.8 van de lijst van 18 oktober 1979.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: De heer
Jonker heeft gezegd dat hij ervan uitgaat, dat dit
punt iets betreft dat vrij gemakkelijk met burgers te
doen zou zijn. Wij denken dat er juist voor de scree
ning in kwestie deskundigen nodig zijn en dus niet,
dat het op een eenvoudige, simpele manier te doen
is. Wij gaan ervan uit dat juist dit soort zaken goed
moet gebeuren en anders niet behoeft te gebeuren.
Gezien de andere prioriteiten die wij hebben gelegd
bij jeugdwerk, onderwijs en volkshuisvesting, zeggen
wij dat wij deze zaak wel zeer gewenst vinden, maar
niet vinden, dat ze op dit moment op deze lijst moet
worden geplaatst.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik maak
bezwaar tegen de stelling dat de burgers van Soest
niet deskundig zijn, dat zij te simpel zijn, dat zij er
geen verstand van hebben.
Het voorstel van de heer Jonker c.s. wordt bij hand
opsteken verworpen.
De VOORZITTER stelt daarop aan de orde het voor
stel van de heer Jonker c.s. om aan de lijst toe te voe-
een de punten IX,4 en IX.8 van de lijst van 18 okto
ber 1979.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer Jonker heeft wat deze punten betreft voorge
steld, dat er een onderzoek wordt ingesteld.
De VOORZITTER: Ja, dat was dus weer een amende
ment ten aanzien van wat er in de lijst van 18 okto
ber staat.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter Er is verleden jaar een brief van de gehandicap-
tenbond in de raad aan de orde geweest en toen heb
ben wij dat al besloten. Waarom moet het nu weer op
de lijst? Wij hebben toen reeds een paar voorzieningen
getroffen waar dat kon en er is toen een onderzoek
ingesteld. Nu wordt er weer een warrige toestand van
gemaakt. Ik wil niet zeggen dat ik ertegen ben, maar
er is al toe besloten.
De VOORZITTER: Dan was het toch beter geweest
als dit in de commissie algemene bestuurszaken aan
de orde was geweest. Ik zou mij formeel opstellen en
vraag u nu bij handopsteken over het voorstel van de
heer Jonker c.s. te besluiten.
Het voorstel van de heer Jonker c.s. wordt bij hand
opsteken aangenomen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde het voor
stel van de heer Goote c.s. om aan de lijst toe te voe
gen punt X.l van de lijst van 18 oktober 1979.
Bij handopsteken spreken 12 leden zich uit voor dit
voorstel en spreken eveneens 12 leden zich uit tegen
dit voorstel, zodat de stemmen staken.
De VOORZITTER: Dames en heren! Gegeven het feit
dat de stemmen staken, lijkt het mij het beste dat wij
dit punt behandelen in april 1980, want wij moeten
nu toch wel doorgaan.
De heer GOOTE: Neen, mevrouw de voorzitter, U
heeft gezegd dat u zich formeel zou opstellen en daar
houd ik u aan. Als over een zaak de stemmen staken,
komt de zaak de volgende keer opnieuw in de raad.
Dus komt deze zaak hier de volgende maand terug.
De VOORZITTER: Ja, maar wij moeten nu eindelijk
eens van deze zaken af. Wij zijn nu toch eigenlijk
bezig in de marge van wat wij op de prioriteitenlijst
zetten. Ik vraag mij af of wij ons daarmede de volgen
de keer opnieuw moeten bezighouden.
De heer GOOTE: Dit behoeft uiteraard niets op te
houden, want alle andere zaken kunnen gewoon op
gang worden gebracht.
De VOORZITTER: De vraag is of u deze zaak in de
cember a.s. dan wel bij de aanpassing van het beleids
plan in april hier terug wilt hebben.
De heer GOOTEIk meen dat wij alleen maar de for
mele weg kunnen bewandelen en dat er dus de volgen
de keer opnieuw zal moeten worden gestemd over
mijn voorstel.
De heer OLDENBOOMIn het reglement van orde
staat: een volgende keer.
254