leiding. Mede omdat u de portefeuille van financiën be heert, wordt ook bij de begrotingsbehandeling veel van u gevergd. Naar onze overtuiging hebt u zich daarvan al tijd goed gekweten en - ofschoon er nog gelegenheid zal komen om u voor uw vele activiteiten ten bate van Soest te bedanken - wij willen u juist bij deze voor u laatste begrotingsbehandeling daarvoor al graag danken. Ik spreek ook waardering uit voor het vele werk dat dit jaar is verricht door alle ambtelijke medewerkers. Wij hopen dat wij in goede samenwerking in 1980 tot daden kunnen komen, in het belang van onze gemeente. Mogen wij daar met Gods hulp in slagen. De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter! Het is goed om voor de begrotingsbehandeling een blik terug te werpen op hetgeen tot stand is gekomen of, be ter gezegd, tot stand is gebracht en aan de andere kant een blik vooruit op wat ons te doen staat, dit alles ge toetst aan onze politieke wensen en verlangens. Het jaar dat nu bijna achter ons ligt, was vooral een jaar van be zinning, van heroriëntering. Immers, het jaar daarvoor waren omvangrijke structuurbepalende plannen naar de prullemand verwezen. Toch zijn er belangrijke zaken van de grond getild. Ik noem slechts het beleidsplan met prioriteitenschema. Ook bij de algemene beschouwingen met betrekking tot de begroting 1979 gaf onze fractie te kennen, hoe belangrijk zij de totstandkoming van een beleidsplan achtte. Nu is het gelukkig zo ver. Bij de be handeling van dit plan en ook van de welzijnsnota en de onderwijsnota werden in de achter ons liggende raadsvergaderingen regelmatig „algemene beschouwin gen" gehouden, zodat het mij voorkomt dat wij thans bij het werpen van een blik vooruit enige soberheid kunnen betrachten. Al te veel herhalingen worden ver velend. Onze fractie vindt dat het er thans op aan komt, goede voornemens om te zetten in voor onze medeburgers tastbare resultaten. Als wij na dit jaar van bezinning en van heroriëntering opnieuw vervallen in investerin gen van energie, tijd, geld en mankracht waarvan het rendement achterwege blijft, komen wij niet alleen te zitten met - men lache niet! - gefrustreerde bestuurders en ambtenaren, maar (wat nog erger is) ook met een on tevreden, zich machteloos voelende burgerij, die in on ze raad geen vertrouwen meer heeft. Dat is toch het laatste wat wij allen willen. Vele groepen en personen snakken in Soest en in Soesterberg naar daden - dit is niet overdreven gezegd - en onze fractie zal zich daar voor in het komende begrotingsjaar zo goed mogelijk inzetten. Ten opzichte van Soesterberg zullen die daadstellingen aan waarde winnen, wanneer daar de plaatselijke bevol king op enigerlei wijze als écht duidelijk klankbord functioneert, nu de wijkraad daar zo lang geleden al weer ter ziele is gegaan. Ofschoon de zaken in Soester berg zich zeer langzaam in positieve zin ontwikkelen, is er nog veel te verbeteren. Onze fractie juicht daarom het initiatief van het college toe om met de diverse groeperingen rond de tafel te gaan zitten om tot een goede oplossing te komen. Met vertrouwen wachten wij op het rapport dat in februari zal verschijnen en waarin aanbevelingen zullen worden gedaan. Want een aantal zaken in Soesterberg schreeuwt om aanpak, wil het dorp leefbaar gehouden kunnen worden. Het ver- keersvraagstuk, verleden jaar ook reeds in onze alge mene beschouwingen betrokken en een goede concen tratie van de middenstand zijn hiervan sprekende voor beelden. Aangezien de investeringen in het kader van de door de raad opgestelde prioriteitenlijst aanzienlijk zullen zijn, zal een continue afweging van belangen nodig zijn om (zoals van ons wordt verwacht) binnen de budgettaire ruimte te blijven. Zonder het door het college nu zeer binnenkort in te voeren gedegen systeem van krediet bewaking zal dit evenwel niet goed mogelijk zijn. Wat de ruimtelijke ordening betreft, hebben wij er be grip voor dat het college gedurende het afgelopen jaar naar buiten toe pas op de plaats heeft moeten maken ter inventarisering en ter voorbereiding van nieuwe be stemmingsplannen. Wel spreken wij de hoop uit dat het daarvoor beschikbare geld inderdaad ook in de af deling ruimtelijke ordening nuttig wordt aangewend door het adequaat aanvullen van lang - té lang - be staande vacatures en waar nodig door uitbesteding van werk. De door mij gememoreerde pas op de plaats hebben wij alleen kunnen accepteren als wij thans ervan uit mogen gaan dat nu zeer binnenkort de eerste resultaten merkbaar worden. Het ziet ernaar uit dat de eerste spade nu spoedig de grond in zal gaan voor het plan Albert Cuyp. Kunnen wij de invulling van het plan De Gouden Ploeg c.q. de voorziening in meer huisvesting voor één- en tweepersoonshuishou dens nu op korte termijn tegemoet zien? Wij weten dat daaraan gewerkt wordt, maar merken hierbij nog op dat het ons voorkomt dat er in Soest veel méér behoefte is aan realisering van dit soort huisvesting. Wat vindt het college daarvan? Kan het ons ook me dedelen of wij het ontwerp-bestemmingsplan Dalweg in 1980 kunnen vaststellen? Zeer gelukkig zijn wij met de tegelijk met de huisves tingsnota tot stand gekomen regeling die voorziet in het bij wijze van tussenoplossing aanbieden van wo ningen aan hen die eindelijk lang lopende vacatures bij het bedrijfsleven aanvullen. Dit geeft daar enige verlichting. Toch blijft onze fractie bezorgd over de aantallen te realiseren woningen. Met betrekking tot dit aspect van de sociaal-economische problematiek vraagt mijn fractie zich af, of het nu inderdaad zo zal mogen zijn dat straks in nauwer overleg met de ge meente Amersfoort gezocht zal kunnen worden naar verdere oplossingen. Amersfoort wil kennelijk de aan wijzing als groeistad wel accepteren. Er zullen dan ook voor de regio - inclusief Soest - meer woningen gebouwd kunnen gaan worden. Bovendien kan dan gedacht worden aan voorzieningen op het gebied van de zo broodnodige nieuwe bedrijfsterreinen. Welke gedachten en eventuele voornemens hebben burge meester en wethouders hieromtrent? Hoe moet het straks gaan met onze infrastructuur, al even belangrijk voor onze economie? In verband hier mee merken wij op dat de door de Kamer van Koop handel uitgebrachte notitie „Knelpunten in een ster ke economie" ook voor Soest, met name voor de ont wikkeling van nieuwe bestemmingsplannen, waarde volle opmerkingen bevat. Ik moge verwijzen naar de bladzijden 7, 8 en 9 van deze notitie, waarin aanbeve lingen voorkomen welke ongetwijfeld nuttig en bruik baar zijn voor het ruimtelijke ordeningsbeleid. Ook de aantekening op bladzijde 12 van de notitie waarin wordt gepleit voor een onderzoek naar de mogelijk heden van een winkelstructuur voor onze gemeente die een kwalitatieve verbetering van het distributie apparaat impliceert en tegelijkertijd voldoende maat schappelijk draagvlak heeft, spreekt ons bijzonder aan. Blijft het college het nagestreefde tijdstip, nl. ja nuari 1980, handhaven met betrekking tot een nota omtrent de winkelvoorzieningen? Deze zaak begint

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 320