brandpreventie. Wellicht kunnen wij dat a.s. woensdag
in gezamenlijk overleg doen.
Wat het grondbedrijf betreft, heb ik bedoeld te zeggen
dat het relatief toch wel gunstig uitwerkt wanneer on
nodige zaken worden afgestoten. Daarmee wordt in
ieder geval een streep gezet onder de ongewenste toe
stand dat er jaarlijks terugkerende lasten zijn; die ko
men dan te vervallen.
Mijn vraag over de voorziening in de zo broodnodige
bedrijfsterreinen is nog niet beantwoord.
Wat de huisvesting van één- en tweepersoonshuishou
dens betreft, zien wij de oplossing niet in de splitsing
van flats, maar in de nieuwbouw.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij
dat inzake de wijze van begrotingsbehandeling de frac
tie van D'66 ongeveer op dezelfde lijn zit als de onze.
De ideeën van de andere fracties hierover heb ik nog
niet gehoord. Ik begrijp uit uw antwoord dat het colle
ge in ieder geval weinig moeite heeft met de voorstel
len hierover van onze kant en van de kant van de heer
Jonker.
Mevrouw Van Stiphout heeft nog eens een noodkreet
geslaakt over de woningnood. Ook ik heb daaraan rui
me aandacht besteed in eerste termijn. Ik heb eigen
lijk niet zo duidelijk van het college gehoord, wat men
daaraan denkt te doen. Het is gewoon een feit dat wij
tot 1982 in feite niets op de plank hebben, terwijl wij
al wel beschikken over de goedgekeurde bestemmings
plannen Overhees III en IV. Het is dan toch een kwes
tie van invullen, overigens met allerlei problemen op
het punt van de grondverwerving enz., maar het zijn
goedgekeurde bestemmingsplannen.
Wij moeten daarom toch trachten éérder dan 1982 een
stuk woningnood uit de wereld te helpen.
Ik ben bijzonder blij met de toezegging van de wethou
der van sportzaken dat het college zal bekijken wat
planologisch goede vestigingsplaatsen voor een zwem
bad zijn.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik kan u ge
rust stellen want ik heb echt geen tuinman in dienst.
Het was satirisch bedoeld. Ik heb zelf niet eens tijd
om de tuin op te ruimen, maar dat zult u al begrepen
hebben! U spreekt over het hier en daar opruimen van
dor hout en dat blijft dan toch nogal hap-snap-gedoe.
Wij zien liever het rigoureuze kapwerk, waarover ik al
heb gesproken, overigens niet met het botte mes.
Wij zijn blij met de toegezegde meerjarenbegroting in
het komende voorjaar. Wat minder gerust zijn wij over
de uitlatingen van wethouder Menne die wel iets zegt
over een werkplan ruimtelijke ordening - weer iets
nieuws in de gemeente Soest - maar niet over de be
stemmingsplannen zélf. Mét mevrouw Van Stiphout
en de PvdA-fractie zijn wij van mening dat 2700 wo
ningzoekenden in Soest toch wel erg veel is.
De heer GOOTE: Overhees II, tweede fase.
De heer VISSER: Neen, dat is heel iets anders. Dat
gaat over de streekplangrenzen heen!
De heer GOOTE: Weineen, het gaat helemaal niet
over de streekplangrenzen. Ik stel voor
De heer VISSER: Laat u dat toe, mevrouw de voorzit
ter, dat de heer Goote hierop zo maar ingaat?
De VOORZITTER: Soms vind ik dat wel eens goed.
De heer VISSER: Nu, ik vind dat helemaal niet goed.
Het is zelfs helemaal niet terzake.
De heer GOOTE: Ik ben blij dat de heer Visser niet
de orde van de vergadering bepaalt.
De heer VISSER: Dan kwam u helemaal niet meer
aan het woord met uw onzin!
Wat de markt betreft, begrijp ik dat het college een
brief heeft geschreven aan de kooplieden om wat netter
te zijn. Ik denk niet dat zo'n brief indruk maakt. Ze
zullen misschien één keer de boel wat netter aanvegen,
maar ik denk niet dat ze dat jaar in jaar uit zullen vol
houden. Er zijn toch heel andere mogelijkheden om de
kosten te drukken en het college houdt het zeker ook
niet vol om iedere week wat minder vegers van de rei
nigingsdienst te laten opdraven. Wij wachten de reac
ties echter graag af.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Het doet
ons genoegen dat suggesties van de kant van de PvdA-
fractie en van ons over de begrotingsbehandeling in uw
ogen alleszins redelijk zijn en een goede ontvangst
hebben gevonden bij het college.
Van de wethouder van voorlichting heb ik begrepen
dat hij niet van plan is om voor kopieën van stukken
e.d. het schriktarief uit de legesverordening te hante
ren, maar graag bereid is om tegen een normaal tarief
van een kwartje
De VOORZITTER: Neen, de kostprijs.
De heer JONKER: Ja, maar dan komt het uit op een
kwartje, als daarmee een afspraak wordt gemaakt met
de fabrikant van het kopieerapparaat. Het hangt wel
enigszins af van de vraag naar kopieën, maar ik denk
dat dit best voor elkaar komt.
Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag of
wij naar analogie van het gebeuren bij commissieverga
deringen, waarbij het publiek spreektijd heeft voor
het begin van de eigenlijke vergadering, ook bij raads
vergaderingen op die manier zouden kunnen handelen.
Ik zal alsnog graag horen wat het college hiervan
denkt.
Op het verkeerscirculatieplan komen wij nog nader te
rug bij het betreffende begrotingshoofdstuk.
Ik heb ook nog gevraagd of er bij de behandeling van
het beleidsplan een vergelijking kan worden gemaakt
tussen de voornemens in de begroting 1979 en de rea
lisering daarvan in de loop van het jaar 1979, althans
wat de grote lijnen van het jaar betreft. Dat kan niet
tot op kleingeld nauwkeurig, maar een globaal inzicht
zou toch mogelijk moeten zijn. Bij vele bedrijven is dat
ook helemaal niet ongebruikelijk, dat men enige
maanden na het aflopen van het boekjaar al een glo
baal inzicht heeft in de grote lijnen van dat boekjaar.
Daarbij moet men dan op de koop toenemen dat het
in de praktijk nog wel eens wat verschillen kan, maar
dat is duidelijk.
De VOORZITTER: Dames en heren! Zoals wij al
hebben aangegeven, kan het college zich wel vinden in
de voorstellen die zijn gedaan ten aanzien van een
enigszins andere wijze van behandeling van de begro
ting. Ik meen echter dat dit nog eens nader in de com
missie ABZ aan de orde moet komen. Dan kan nog
nader worden geëvalueerd hoe een en ander zou moe
ten verlopen.
Mevrouw Greefhorst is nog teruggekomen op het
grondbedrijf en heeft haar vraag in eerste instantie
herhaald, of bijvoorbeeld binnen een halfjaar voor
stellen kunnen worden opgesteld omtrent de rentebij
schrijving en daarmee samenhangende zaken. Dat is
moeilijk te zeggen, want eerst moet planologisch wor
den bekeken wat er met de verschillende gronden kan
en moet gebeuren. Er is dus ook nog een verband met
268