juist bezig zijn om de nodige gegevens te vergaren en tot een nieuwe structuur te komen. Ik neem ook aan dat men meer hoop en vertrouwen erin zal hebben wanneer men de komende nota's onder ogen heeft gekregen. De vertrager is men dus vooral zélf. Ik hoop dat het vertrouwen in de gang van zaken mag toenemen - de leden van het college doen daar ook hun best voor, met name in de commissie ruimtelijke ordening - en iedere wethouder wil natuurlijk in zijn periode iets bereiken, hetgeen uiteraard voor mij ook geldt. Ik doe dus zeker mijn uiterste best. Natuurlijk zijn er ook capaciteitsproblemen, maar in het geheel genomen is dat niet essentieel. Essentieel is wél dat wij samen eens opbouwend gaan werken in het jaar 1980. Ik doe daarvoor ook een groot beroep op de raad, om vertrouwen te hebben. Ik zal mijn uiterste best doen op dit punt, daarbij steeds de com missie erbij betrekkend. De commissie heeft dit jaar ook ervaren dat er zeker niet te weinig is medegedeeld van mijn kant. Wat de capaciteitsproblemen betreft, heeft het college nu ook een besluit genomen om op nieuw te proberen, goede capaciteit erbij te krijgen. Zodra de tijd daar is, zullen wij ook de raad op de hoogte brengen van de resultaten daarvan. De heer Oldenboom heeft ook nog gezegd dat er naar buiten toe zo weinig duidelijkheid is; er komt zo wei nig uit, aldus de heer Oldenboom. In de pijplijn zaten nog de 100 woningen van Overhees II, eerste fase; die zijn nu gebouwd. In Mariënburg zijn nog 71 woningen gebouwd en de laatste fase wordt binnenkort afge rond. In het Slangenbosje is de bouw ook gaande, m et 17 woningen in totaal, waarvan er al enkele gereed zijn. In Steenberghe is er nu de start. De beloften die eind verleden jaar zijn gedaan, hebben wij dus inder daad gehaald. Ik wijs voorts op de start van Eggher- m onde II en de bouw aan de Emmalaan die nu van start is gegaan met 31 woningen. De Albert Cuyplaan is daarnaast nog een iets groter plan. Dit is misschien allemaal kruimelwerk in de ogen van de heer Olden boom, maar het vergt wel enorm veel inspanning. Met de Albert Cuyplaan zitten wij ook nog steeds op het indertijd beloofde tijdschema; wij gaan er nog steeds van uit dat medio volgend jaar met de bouw van 151 woningen zal worden gestart. Dan blijven nog over het Zwartewegje dat straks nog nader in bespreking komt en Overhees II, tweede fase. Wij zijn nu in de commissie ruimtelijke ordening er mee akkoord gegaan dat de zaken aan de PPC worden opgestuurd. Dat betekent inderdaad een vertraging en gedeeltelijk speelt daar inderdaad het capaciteitspro bleem een rol bij. Wat Overhees III en IV betreft ho pen wij de zaak te kunnen versnellen, niet als geheel - want er zijn belemmeringen die ik maandag jl. al heb genoemd - maar wel voor een deel. Wij denken dus sneller dan aanvankelijk gedacht met een deel van start te kunnen gaan. Daarvoor komen nog plannen bij de raad op tafel. Mevrouw Korthuis heeft ook haar ongerustheid over de gang van zaken uitgesproken. Het zal zeker niet de bedoeling zijn - ook niet van de heer Oldenboom - om de beschuldigende vinger uit te steken. Wel moeten wij opnieuw kijken naar de toekomst en moeten wij oplossingen vinden voor de problemen die inderdaad zijn ontstaan nadat wij met ons allen bepaalde be sluiten over het verkeer, de centrale voorzieningen en de ruggegraat van de ruimtelijke ordening in Soest heb ben genomen. Gesproken is ook nog over de samenstelling van de milieucommissie. Over de samenstelling en de taak van deze commissie zal de raad nog voorstellen krijgen. Wethouder PLOMP; Mevrouw de voorzitter! De heer Oldenboom heeft nog een suggestie gedaan inzake de vorming van inspraakgroepen van bewoners van nieuwe wijken, al dan niet in de vorm van een artikel 61-commissie, als ik het goed heb begrepen. Deze sug gestie zouden wij nader kunnen bespreken bij de be handeling van de inspraaknota die wij, zoals eerder ge zegd, half januari of half februari a.s. in de commissie kunnen bespreken. De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Menne heeft terecht gesproken over vertragers. Het college heeft indertijd een procedurevoorstel aan de raad voor gelegd voor twee fasen. In de eerste fase zouden wij dan de bevolking vragen wat men aan knelpunten in Soest ervaart. De grote meerderheid van de raad meen de toen dat dit vertragend zou werken en wij moeten nu constateren dat dit niet vertragend, maar juist ver snellend zou hebben gewerkt. Bij de algemene be schouwingen jl. maandag is immers al gezegd dat wij niet met kant en klare plannen moeten komen voor bijvoorbeeld de centrale voorzieningen. Wij merken nu al, ook bij andere knelpunten, dat het plezierig zou zijn geweest als de raad indertijd ons procedure- voorstel met de verschillende fasen wél had aangeno men. Daar zullen nu nl. zeker ook vertragingen uit voortkomen. De heer OLDENBOOM'. Mevrouw de voorzitter' Het is natuurlijk niet de bedoeling om de beschuldigende vinger uit te steken. Wel hebben wij grote zorg over de woningbehoefte in Soest en met het oog hierop zijn wij met een aantal opmerkingen gekomen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Wij zien vol verwachting uit naar de plannen van de heer Menne. Wat uw opmerking betreft over het procedurevoorstel dat indertijd is gedaan, wijs ik erop dat wij toen in de mening verkeerden dat wij na een jaar de eerste voorstellen op tafel zouden krijgen. Nu blijkt dat het toch een veel ingewikkelder materie is, waardoor dit niet mogelijk is. De VOORZITTER: Daarvoor hebben wij u toen wél uitdrukkelijk gewaarschuwd. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Toevallig heb ik gisteravond nog even doorgelezen hoe het is gegaan met dat procedurevoorstel. Wij hebben toen alleen de huisvesting van de gemeentesecretarie, het politiebureau en het postkantoor eruit gehaald en de woningbouw is toen zeker nïet uit het procedurevoor stel gehaald, terwijl daarover nu juist gesproken is van- na orgen. Wij meenden toen dat er al zoveel bekend was over de huisvesting van de gemeentesecretarie, het politiebureau en het postkantoor dat wij niet de hele lange procedure zouden behoeven te doorlopen op die punten. Ik sta daar ook nog steeds achter. Uw opmerking kan ik dan ook niet helemaal plaatsen. Overigens vraag ik mij nu wel af hoe het hiermee staat. In het procedurevoorstel van november verleden jaar werden allerlei tijdstippen genoemd, onder andere dat medio juni de raad zou besluiten welke vraagstuk ken zouden moeten worden opgelost en op welke wij ze de procedure verder voortgang zou moeten hebben. Toen ik dit gisteravond weer onder ogen kreeg, moest ik constateren dat ik kennelijk wat gemist had.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 346