i ll In eerste instantie heb ik ook gesproken over de taak afbakening van de diverse commissies. Ik begrijp dat dit op dit moment bijzonder moeilijk te overzien is. De wethouder stelt voor een jaar ervaring op te doen en dan nader dit punt te bezien. Ik heb echter ook uit de nota begrepen dat nu een verordening zal worden opgesteld en in die verordening zullen de taken nog w at meer gespecificeerd moeten worden aangegeven. Misschien kan er dan al wat meer duidelijkheid wor den geschapen over de taakafbakening met andere commissies. Ik denk daarbij onder andere aan de com missie gezondheidszorg, omdat die nu al was vertegen woordigd in het AWOS. Er moet dan wel duidelijkheid komen over de taakafbakening, willen de leden van die commissie niet het gevoel krijgen dat zij niet meer zinvol werk aan het doen zijn, omdat dan alles dubbel op wordt gedaan. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Uit de toe lichting van de wethouder is ons gebleken dat grote zorg wordt besteed aan de taakafbakening en dat deze in overleg met betrokkenen zal plaatsvinden. Wij heb ben dan ook geen moeite met het voorstel om een en ander eerst een jaar uit te proberen en daarna te evalue ren. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERGMevrouw de voorzitter! De heer Visser heeft zélf het manco van zijn motie aangegeven. Juist als hij stelt dat zaken als verkeer en woonsituatie ook in het brede overleg aan de orde moeten komen, onderschat hij hetgeen hij zelf altijd als geloofspunt heeft uitge dragen, nl. dat bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van een bestemmingsplan voor een bepaalde wijk juist de bewoners van die wijk het eerst gerechtigd zijn om in te spreken over hun situatie, langs de daartoe geëigen de kanalen. Ik meen dat niet iedereen zich met de be langen van iedereen moet bezighouden, in allerlei spe cifieke gevallen. In de komende inspraaknota wordt duidelijk gemaakt wie er meedoet met inspraak op het vlak van ruimtelijke ordening enz. Als het gaat om specifieke wijken moeten juist de mensen die in die specifieke wijken wonen ook het eerste spreek recht hebben. De motie van de heer Visser wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming verworpen. Mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heren Visser en Nuijten verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 227 Stemming over punt X.l van de driedeling etc., onder zoeken op welke wijze het jeugdwerk uitgebouwd kan worden tot club- en buurtwerk. Dit punt wordt bij handopsteken aangenomen. De VOORZITTER constateert dat vóór opneming van dit punt bij de eerste 36 prioriteiten hebben gestemd de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PvdA, de VVD en Progressief Soest. 228 Voorstel tot verhuring van het jachtrecht aan de Soes- ter Jachtcombinatie te Soest. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! D'66 is tegen deze overeenkomst van huur en verhuur van het genot van de jacht, zoals dat heet. Wij zijn te gen de verhuur van het recht om wild te doden. Het is mij bekend dat meerdere leden van de raad hiertegen zijn en ik verzoek dan ook om een hoofdelijke stem ming over dit voorstel. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Wij hebben ook moeite met dit voorstel, maar niet zozeer omdat het merendeel van onze fractie te gen de jacht op zichzelf zou zijn. Wij menen nl. dat de prijsstelling die wordt voorgesteld aan de minimale kant is. Er is een nogal uitvoerig rapport van een poli- tie-ambtenaar verschenen dat bij de stukken ter inzage heeft gelegen, waarin een aantal suggesties wordt ge daan inzake de prijsstelling bij verschillende methoden van verhuur. Ook wordt daarin aangegeven wat in de ze regio als normaal wordt ervaren. Wij beseffen na tuurlijk dat de Soester bossen niet de meest ideale jachtgebieden zijn die men zich kan voorstellen, maar anderzijds is de nu voorgestelde prijsstelling toch wel het absolute minimum. Wij zien dan ook graag dat het college hiervoor een wat redelijker norm gaat hanteren. Met het oog hierop willen wij dit voorstel aanhouden tot de volgende vergadering, teneinde het college hier toe ook in de gelegenheid te stellen. De VOORZITTER: Dames en heren! Van de opmer king van mevrouw Allard kan het college alleen maar kennis nemen. Wat de opmerking van de heer Van Log- tenstein betreft, kan ik zeggen dat het college hierover ook al heeft gesproken. Wij menen dat wij ervoor moe ten zorgen dat het jachtrecht, zeker in onze polders en bossen, op een goede manier wordt uitgeoefend. Als wij een hoog tarief gaan heffen bestaat de kans dat men het gebied nogal sterk gaat „uitjagen", of hoe dat dan ook heet in jagerstermen. Inderdaad heeft de politie in een rapportje gesuggereerd dat de verhuur van de jacht in onze gemeente wel wat meer geld zou kunnen opbrengen voor de gemeente, waarbij het overigens ook weer niet om schokkende bedragen kan gaan. Wij kennen echter de Soester Jachtcombinatie en wij weten ook dat deze op een zeer deskundige en bescheiden manier van het jachtrecht gebruik maakt. Wij zouden het dan ook betreuren als wij door een veel hogere prijsstelling mensen misschien in de verleiding zouden brengen om er wat méér uit te halen bij de jacht. Met het oog hierop heeft het college geen behoefte aan ver hoging van de prijs. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Ik begrijp dat u niet voor aanhouding voelt. De VOORZITTER: Dat kan ook helemaal niet, want de overeenkomst moet 1 januari ingaan. De heer VAN LOGTENSTEIN: Neen, volgens de stukken gaat de nieuwe overeenkomst in op 15 januari en de volgende raadsvergadering is 17 januari. Nu, dan is er twee dagen geen jachtgenot, maar dat is natuur lijk geen bezwaar. De VOORZITTER: Ja, maar, ik neem toch aan dat u er wel mee instemt dat wij de jacht aan deze jachtcom binatie verhuren. De heer VAN LOGTENSTEIN: Daarmee hebben wij geen moeite, maar wij hebben wèl moeite met de prijs stelling. Ik meen dat een prijs die vier keer zo hoog ligt als hetgeen nu wordt voorgesteld, op z'n minst wel haalbaar is. De VOORZITTER: Ik vind dan wel dat wij dit eerst nog eens rustig met de jachtcombinatie zouden moe ten bespreken. Een verhoging van 400% vind ik wel enorm hoog en ik begrijp ook niet goed waarom zo'n verhoging nu plotseling zou moeten worden doorge voerd. "s 316

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 375