229 Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! De di rectie faunabeheer heeft, zoals de politie ook heeft ge schreven, een advies uitgebracht over de prijs dat neer komt op 800% verhoging. Inderdaad ontstaat dan het gevaar dat er uitgejaagd wordt, zoals u zegt, maar het is ook mogelijk dat men dan afziet van het recht op jacht, juist omdat het gebied toch al schamel is. De VOORZITTER: Ik vind een verhoging van 400% wel erg veel, maar anderzijds neem ik aan dat de jacht- combinatie er ook niet wakker van zal liggen als de prijs bijvoorbeeld f. 2.500,- per jaar wordt. De heer VAN LOGTENSTEIN: U stelt nu min of meer uit de losse hand al een verdubbeling voor en dat is des te meer reden om erop aan te dringen dit voorstel aan te houden. Ik wil zeker niet het maxi mum, maar wel een normale redelijke prijsstelling. De VOORZITTER: Goed, wij praten wel nader met de jachtcombinatie en dan komt het maar op 17 ja nuari a.s. opnieuw in de raad. Overigens wijs ik erop dat de commissie financiën akkoord is gegaan met dit voorstel, waarbij wel is aangetekend dat twee leden principieel tegen het jagen zijn. Men heeft zich ech ter algemeen akkoord verklaard met het voorgestelde bedrag. Het leven wordt dan toch wel moeilijk. De heer VAN POPPELEN: Ik heb in de commissie ge vraagd of alle jagers wel behoren tot de jachtcombina tie. U hebt toen gezegd dat praktisch alle jagers hierbij aangesloten zijn en De VOORZITTER: Neen, dat heb ik helemaal niet gezegd. Dat ontken ik zonder meer. De heer VAN POPPELEN: Nu, dan moeten de notu len nog maar eens worden nagelezen. De VOORZITTER: Ik heb juist gezegd dat het er maar vijf zijn De heer VAN POPPELEN: Die niet aangesloten zijn bij deze combinatie. De VOORZITTER: Neen, helemaal niet. Ik weet niet hoeveel jagers er in Soest zijn, maar deze combinatie bestaat uit ongeveer vijf mensen. Dat heb ik gezegd. De heer VAN POPPELEN: Daarnaast vind ik het vol komen logisch en ook aanvaardbaar dat wij na fractie- overleg waar de heer Van Logtenstein deze punten heeft ingebracht, nu met deze zaken in de raad ko men. De VOORZITTER: Akkoord, wij zullen er niet verder over strijden. Het college is bereid het voorstel aan te houden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel aan te houden tot de volgende vergadering. Voorstel tot het instellen van beroep bij de Kroon te gen de onthouding van goedkeuring door gedeputeer de staten aan het bestemmingsplan Zwarte Wegje. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! In de com missie algemene bestuurszaken is over dit onderwerp vrij uitvoerig van gedachten gewisseld. Ik heb toen ge steld dat ik niet zo'n moeite heb met het gebruiken van deze kapstok om het principe van de VVT eens bij een hogere instantie aan de orde te stellen, hoewel ik het wel een erg „van dik hout zaagt men planken"- verhaal vind. Van andere kanten zijn er ook enkele opmerkingen- gemaakt. Als ik het mij goed herinner, hebt u toen toegezegd te bezien of bepaalde passages nog zouden kunnen worden aangepast. Ik heb echter geen herzien voorstel gekregen en ik zal dan ook graag horen hoe het hiermee staat. Of ligt het stuk nog zo voor zoals het ook aan de commissies is voorgelegd? De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ook wij zijn niet zo gelukkig met dit bezwaarschrift. U staat mij wel toe dat ik vanavond zelf een brief schrijf naar de Koningin. De VOORZITTER: Dat mag iedereen doen. De heer VISSER: Ik wil die brief ook wel even voor lezen. Ik ben van plan het volgende te schrijven: „Lieve Koningin, U weet dat ik raadslid ben Mevrouw KORTHUIS-ELION: U hebt die brief dus al geschreven, terwijl u eerst zei dat u die brief pas van avond gaat schrijven. De heer VISSER: Ik bedoel vanavond versturen. De brief gaat vanavond dus op de post. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik ben helemaal niet zo geïnteresseerd in brieven die u schrijft. Ik lees mijn correspondentie ook niet voor in de raad. De heer VISSER: Maar het is ook meteen mijn betoog. Ik leg daarin uit waarom ik bezwaar maak tegen het voorgestelde bezwaarschrift. De VOORZITTER: Dan kunt u de aanhef wel wegla ten. De heer VISSER: Maar ik heb helemaal geen aanhef. De VOORZITTER: Dit agendapunt is nu aan de orde en of u daar particuliere brieven over wilt schrijven, moet u zelf weten. U moet nu helemaal niet proberen om weer leuk te zijn. De heer VISSER: Daar is geen sprake van. Ik zal de brief maar vervolgen: „Het is een beroepschrift inzake het bestemmings plan Zwarte Wegje. Gedeputeerde staten van Utrecht hebben groot gelijk als zij dit bestemmings plan niet goedkeuren. De gemeente Soest weigert nl. aan te tonen dat de met dit plan beoogde woning bouw zal dienen ter voorziening in de eigen woning behoefte. Terwijl nota bene Soest zelf in dit be stemmingsplan van februari 1978 zegt op blz. 11: ,Het algemene uitgangspunt t.a.v. het woningbouw beleid is voorzien in de behoefte van woningzoe kenden volgens de door het provinciaal bestuur ge hanteerde VVT'. Vervolgens zult u merken dat de ondeugdelijkheid van het Soester bezwaarschrift eigenlijk af te leiden is uit het aantal pagina's dat de raad nodig heeft om zich af te zetten tegen deze zelfde door hem aangehaalde VVT. U merkt, ik gebruik nu bijna dezelfde woorden die bovenaan blz. 9 staan van het bezwaarschrift. Ver gelijkt u ook de herziening van Overhees 2, waar Soest uitgebreid ingaat op de VVT. Gisteravond heeft de heer Schapenk in de staten van Utrecht aandacht besteed aan de juridische zekerheden van de VVT in het goedgekeurde streekplan. Kortom: Het is volgens ons louter een principe kwestie, een prestigezaak. Om maar eens wat te noemen: Op blz. 2 zegt het gemeentebestuur van Soest zelf dat de wijk Ons Belang geamoveerd moet worden. Als men werkelijk begaan is met de woningnood in Soesterberg, moet men daar voorlo pig niet over praten. Vrije sector-woningbouwplan nen als het Zwarte Wegje en de Vorstentuin lossen -j.de problemen in .Soest niet op. Er staan vele dure huizen te koop in Soest. Verder stoot ik mij ook aan woorden als op blz. 4 ,de vergaande betutteling', ,het duidelijk overschrij den van bevoegdheden' en zelfs op blz. 5 het woord misbruik' en op blz. 8 de term ,een aanvechtbare theorie'. 317

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 376