met de aankondiging van uw vertrek tot kort na afloop van de feestelijkheden. Ik durf te veronderstellen dat deze en soorgelijke gelegenheden u grote voldoening gaven en ik kan niet nalaten hierbij te denken aan uw veelzijdigheid bij bij voorbeeld de allerheiligenfeesten in Soest, Duitsland. Der gelijke gelegenheden boden u namelijk de mogelijkheid om op ongedwongen wijze met anderen te communiceren. De zojuist bedoelde veelzijdigheid toonde u ook op andere terreinen, met name in het debat. Men moest van goede huize komen, wanneer men bij u in het debat enige kans van slagen wilde hebben. Menigeen zal dat hebben onder vonden, of het nu een statenlid, een raadslid of een radio interviewer was. Wij hebben er goede nota van genomen dat u, wanneer u zich in deze raad als politica had willen opstellen (en misschien doet u dat straks nog wel even), voor ons enkele verrassin gen in petto zou hebben gehad. Dit moge misschien een waarschuwing zijn voor degene in wiens ambtsgebied u zich binnenkort hoopt te vestigen. Het bloed kruipt namelijk waar het niet gaan kan en een gewaarschuwd man telt voor twee. Mevrouw de voorzitter. Uiteraard past hier een geruststel lend woord en waaraan kan dat beter worden ontleend dan aan de toespraak die u onlangs hield bij de opening van een grote dierenshow in Soest? U zei toen onder andere het vol gende: "Ik voel mij op het ogenblik het meest aangetrokken tot de sierduiven want in vergelijking met de eeuwig zwoegende bijen en postduiven, spreken deze dieren mij toch wel het meest aan, nu ook mijn tijd van rust nadert". Deze woorden gunnen ons een blik op de achterliggende tijd en wijzen tegelijkertijd op de toekomst. Zij houden de belofte in dat u het wat kalmer aan zal gaan doen en dat zal uw echtgenoot zeker niet zijn ontgaan. Ik ben er dan ook van overtuigd dat hij zal trachten u eraan te houden. Ik wens hem echter veel sterkte toe, want niets lijkt moeilijker dan het verlaten van de gewoonte die zich in de loop van vele jaren heeft gevormd. Mevrouw de voorzitter. U hebt ook de bijen in uw vergelij king betrokken bij de opening van de dierenschow. Deze speciale belangstelling voor de bijen kan mijns inziens niet slechts op toeval berusten. U moet zich zelf erin hebben herkend. Het is immers bekend dat in een bijenvolk de voornaamste rollen zijn toebedeeld aan de vrouwen en dat de mannen er maar wat ronddarren. En is het ook niet zo dat bijen beroemd zijn om hun grote ijver, maar tevens in staat zijn tot het toedienen ven gevoelige prikken? U hebt zich net als de bijen steeds bekommerd om het leveren van een hoogwaardig produkt, terwijl u de angel slechts hebt bewaard voor die gelegenheden waar het echt niet ander kon. Ten slotte nog dit over de bijen: Is het eigenlijk niet merkwaardig dat vele honingliefhebbers zich niet zo druk maken over wat er precies in de raat gebeurt, wanneer het produkt - de honing - maar op tafel komt? Ik realiseer mij dat het in deze raad zeer gewaagd is om uw associaties met de postduif aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Toch zijn er minstens drie overeenkomsten tussen u en deze duiven te onderscheiden. Men kan u met een boodschap op pad sturen. U wijkt niet gemakkelijk af van een eenmaal ingeslagen koers en u ging altijd recht streeks op uw doel af. Of u gemakkelijk uit de hand at, laat ik gaarne aan ieders eigen beoordeling over. Mevrouw de voorzitter. U hebt bij de eerdergenoemde ge legenheid gezegd, dat sieren eigenlijk niet bij u past. Wel, dit moge u sieren, maar wij zijn daarover een andere mening toegedaan. Wij hebben dan ook gedacht u op enigerlei wijze te moeten sieren. Bij onze voorbereidingen om dit plan uit t e voeren bleek echter al spoedig dat u ons, zij het onge wild, de pas reeds had afgesneden. Alle versierselen die bij het officiële afscheid uit een openbare functie als de uwe in aanmerking zouden kunnen komen, zijn reeds in uw be zit. Wij konden dat natuurlijk reeds vermoeden bij iemand met een dergelijke staat van dienst als u hebt. Wij weten thans echter zeker dat er één versiersel is dat nog aan uw collectie ontbreekt, een versiersel dat een speciale herinne ring is aan Soest en dat slechts bij hoge uitzondering wordt uitgereikt. Na het uitspreken van de wens dat het u en uw man in de toekomst voorspoedig moge gaan, is het mij thans een grote eer om u, uit dank voor alles wat u voor Soest hebt gedaan, de erepenning in goud van uw gemeente te overhandigen. Dat wil ik nu gaarne doen. (Wethouder Plomp overhandigt vervolgens de gouden erepenning van de gemeente Soest aan de burgemees ter, mevrouw Corver-van Haaften.) (Applaus.) Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter. Vanaf 1 janu ari 1980 zult u verlost zijn van vele verplichtingen. U houdt dan natuurlijk bepaalde rechten die aan alle Soester burgers zijn voorbehouden. Eén van deze rechten is het spreekrecht vanaf de publieke tribune. Wanneer u van dat recht gaat ge bruik maken, belooft dat een kleurrijk gebeuren te wor den, waarbij de nodige felheid niet is uitgesloten. Ten einde deze kleurenrijkdom en deze felheid te symboliseren wil ik u thans namens de gemeente een geschenk aanbieden dat naar wij hopen bij u een goede herinnering aan Soest zal na laten. (Wethouder Plomp overhandigt hierna namens de ge meente Soest een geschenk aan de burgemeester, me vrouw Corver-van Haaften.) (Applaus.) De heer STAM (nestor): Mevrouw de voorzitter! Als nestor van de raad is het voor mij een eer om het woord tot u te mogen richten nu u afscheid van ons gaat nemen als burge meester van Soest en als voorzitter van deze raad. Toen u op 1 juni 1972 werd geïnstalleerd als burgemeester van Soest hebt u verteld, dat u bij uw afscheid van de scholen in Heiloo een luie stoel cadeau had gekregen. U hebt toen ge zegd dat ze in Soest wel eens niet zo blij zouden kunnen zijn met die luie stoel, omdat u van Soest de indruk had, dat men geen burgemeester zocht om te luieren. Uw indruk was juist. Gelegenheid om te luieren hebt u in Soest (daarbij reken ik vanzelfsprekend ook Soesterberg) niet gekregen. Integendeel. Soest heeft veel, heel veel van u gevraagd en het u niet gemakkelijk gemaakt. U hebt de uitdaging echter aanvaard en u hebt Soest heel veel gegeven. Wij kunnen u daarvoor niet dankbaar genoeg zijn. Na uw installatie in 1972 wist u reeds snel waar in Soest de knelpunten lagen en u hebt de zaken aangepakt met veel werklust en een weergaloze ijver en daarvoor hebben wij grote waardering gehad. U hebt een ongekende bestuurlijke ervaring, waarvan wij allemaal veel hebben kunnen leren. De manier waarop u de plannen van het college in onze ver gaderingen verdedigde, getuigde van grote kennis van zaken. Het was vaak een genoegen om daarbij naar u te luisteren. U was een goede voorzitter. Ook bij de hogere instanties wist u uitstekend de weg om onze belangen te bepleiten. Er is wel eens gezegd dat u te hard van stapel liep, maar u was er zo van overtuigd op de goede weg te zijn (en velen deelden die overtuiging met u), dat alle mogelijke spoedbetrachting om uit de knelpunten te geraken, een normale gang van zaken was. Mevrouw de voorzitter. U hebt gedurende uw ambtsperiode in Soest veel moeten incasseren. Ook grote droefenis is u niet bespaard gebleven. Ik memoreer in ditverband het overlijden van uw naaste medewerkers, wethouder De Haan 258

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 385