3ij e be- nd i V ne- >rdt 1W t ente iden lees- .nu- oudt rgers :echt t ge- ;inde ■il ik lat al na- ege- me estor te urge- ri u 1 len in .1 ge en id, ïdruk laarbij ;en. en :chter n u ist de eel -vij irlijke ren. ie ver zaken. :ren. om u te p de et u), nten 'eriode is u et Haan en secretaris Borreman. Enkele bestemmingsplannen, waaraan jaren is gewerkt, konden dit jaar niet worden vastgesteld en dat was voor u - en voor velen met u - een grote teleurstelling. Voor vele zaken was een heroriëntatie noodzakelijk. Aan wiens kant het gelijk ligt, zal de geschiedenis moeten uitwijzen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat u met gemengde gevoe lens het woord bestemmingsplan hoort noemen. Ik zelf ver gelijk een bestemmingsplan wel eens met een tweesnijdend zwaard; de ene kant keert zich tegen de makers en de ande re kant tegen degenen die ermede te maken krijgen. Ofschoon er in uw ambtsperiode ruim 2700 woningen in Soest en Soesterberg zijn gebouwd, is de woningnood in Soest en Soesterberg nog beangstigend groot. U had graag meer woningen laten bouwen, maar als de raad zelf kiest voor minimummodellen, moeten wij daarvan de consequen ties aanvaarden. Daarbij komt nog dat meer vingers aan één hand ook geen eenvoudige zaak blijkt te zijn. Wij zullen er alles aan moeten doen om de woningnood te verlichten en terug te dringen. De Dalweg werd doorgetrokken, maar toch gaat door een steeds groter verkeersaanbod het verkeer in Soest op een onontwarbare kluwen lijken. Zou toch om de verkeers- touwtjes beter in de hand te kunnen krijgen, nog een nieuw touwtje (of verschillende nieuwe touwtjes) erbij niet beter zijn? Mevrouw de voorzitter. Verleden week hebben wij nog kun nen horen dat u Soest achterlaat als een financieel gezonde gemeente. Wij zullen alle zeilen moeten bijzetten om dat zo te houden. Na zeven vette jaren zouden er wel eens zeven magere jaren voor Soest in aantocht kunnen zijn. Gezien de financiële omstandigheden waarmede wij straks worden ge confronteerd, lijkt mij dat niet onmogelijk. Dat is dan een niet geringe zorg. Afscheid nemen is nooit prettig, maar u, mevrouw de voor zitter, kunt terugzien op een welbesteed dienend leven. Wij hopen dat u en uw man nog vele jaren in goede gezondheid van uw privéleven zullen kunnen genieten. Nogmaals dank, ook namens de raad, voor alles wat u voor onze gemeente hebt gedaan. Mevrouw Corver. Ik eindig met de bede "moge de zegen des Heren met u zijn op uw verdere levensweg". (Applauw.) De heer VERDAM (Commissaris der Koningin)Mevrouw de burgemeester, mijnheer Corver, dames en heren! Aller eerst dank ik de raad voor het feit dat deze mij de gelegen heid geeft om hier ook een woord te zeggen in dit gebouw waarvan ik de eerste paal heb mogen slaan en waarin ik nu mag meehelpen paal en perk te stellen aan de ambtsuitoefe ning van de burgemeester. Mijn eerste punt is "baas boven baas", want ik vraag mij wel eens af met welk recht of met welke bevoegdheid een commissaris der Koningin eigenlijk spreekt bij het afscheid van een burgemeester. Ik doe dat overigens graag, maar met die woorden bedoel ik niets. Ik heb mij die vraag gesteld, omdat de commissaris der Koningin op geen enkele wijze hiërarchisch boven de burgemeester staat (zo is het in de wet geregeld); de commissaris der Koningin heeft immers over burgemeesters niets te zeggen. Ik zeg dit te pas en te onpas, omdat burgemeesters dat zo graag horen. Omgekeerd hebben burgemeesters ook niets over de commissaris der Koningin te zeggen en dat is maar gelukkig ook. Overigens is het wel zo dat burgemeesters aan de commissaris der Koningin wel geregeld verlof moeten vragen, wanneer zij met vakantie gaan. Dat is een middel waarvan ik de draag wijdte nog te weinig heb onderzocht. Het is naar ik meen dit keer de eerste keer dat ik moet spre ken over "baas boven baas" en daarom ga ik zelf ook maar spoedig weg, want van de burgemeester van Soest moet ik zeggen, dat zij toch eigenlijk mijn baas is. Als voorzitter van de provinciale afdeling van het Prins Bernhardfonds ont moet ik mevrouw Corver als voorzitter van dat fonds en ik moet haar dus eerbiedig in die functie als mijn meerdere be schouwen, laat ik zeggen als mijn superieur. Dus vandaag zijn de rollen wellicht niet omgekeerd, maar toch wel uniek. Ruim zeven jaar geleden bent u, mevrouw de voorzitter, in deze gemeente benoemd en uw intrede heeft mij toen wel enigszins verwonderd. Ik heb daar nog een kranteknipsel van. Gevraagd wat zij van Soest wist, was het antwoord: "eigenlijk niets; het moet wel mooi zijn. Ik ben er wel eens doorheen gereden en ik heb er wel eens een politieke speech gehouden, maar verder weet ik eigenlijk niets. Van de knel punten van Soest weet ik niets". Wanneer je dat leest, vraag je je af of daar wat achter kan zitten. Je komt dan tot de conclusie dat er vast wat achter zit. Wat zit er achter? De bekende rubriek uit een Soester blad "U kunt niet alles weten". In die rubriek werd op dezelfde dag onder andere geschreven over bittere komkommers. Ook werd in die ru briek het volgende advies gegeven: "Bij vlam in de pan, di rect een goed passend deksel erop en de vlam dooft". Ik weet niet of dat de reactie van de Soester Courant op uw benoeming was dan wel een advies hoe u zich bij de Soes ter zaken moest gedragen, Ik vond dat "niets weten" toch maar vreemd, want het is zo gemakkelijk om wat te weten te komen. U neemt maar een of ander oud boek; in "De tegenwoordige staat der din gen" (naar ik meen van 1770) vindt u al dat de Soester knollen groeien op de prachtige bouwakkers en acht jaar later weet je dan uit het Soester woordenboek, dat bouw- akker het woord is voor akkers waarop je niet mag bouwen. Mevrouw de voorzitter. U hebt er eigenlijk driemaal twaalf jaar op zitten in het hele binnenlands bestuur en het binnen landse politieke wezen. U bent uw loopbaan begonnen als lid van de provinciale staten van Noord-Holland (twaalf jaar) en u hebt het vak mij daar ook nog een beetje ge leerd, want de laatste jaren van die twaalf jaar was ik ook lid van provinciale staten van Noord-Holland. U bent ook gedurende een jaar of twaalf lid geweest van de Tweede Kamer en zelfs tweede voorzitter. En u bent daarna met een beetje goede wil twaalf jaar burgemeester geweest. U hebt derhalve alle lagen doorgemaakt: rijk, provincie en gemeente. U hebt zich ook actief getoond in het Samen werkingsorgaan Eemland en men mag van u dus zeggen, dat het Nederlandse staatsbestel drie bestuurslagen kent en dat u ervaring hebt met vier. Dat toont op zich zelf reeds de grote ervaring die u kon gebruiken in uw burgemeesters ambt. En wanneer ik dan ook toch maar zeg dat ik als com missaris der Koningin en als voorzitter van het provinciaal bestuur spreek, dan doe ik dat om u met deze korte toe spraak hartelijk dank te brengen voor uw optreden in het Utrechtse en voor de wijze waarop u en uw man hier zo hebben rondgewandeld. Ik dank u voor de charme van uw optreden. Ik had de indruk dat u bij het provinciebestuur wel eens meer bereikte dan eigenlijk mocht, maar in Soest denken ze daarover anders. Uw gedecideerdheid van optre den, het charmante van uw persoonlijkheid en uw grote inzet hebben wij in de provincie ook zeer leren waarderen. Heel hartelijk dank. (Applaus.) De heer VERMEER (voorzitter van het Samenwerkingsor gaan Eemland): Beste collega! Er verdwijnt inderdaad weer een collega uit onze kring. Wanneer ik wel heb geteld de tiende van de zeventien in de vier jaar dat ik hier ben. Dat wil dus zeggen dat. er nogal wat wisselingen plaatsvinden. Gelukkig verdwijnt u niet uit onze gezichtskring. Dus met uit ons oog en ieder geval niet uit ons hart, maar toch: Als 259

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 386