- 23 - 8 maart 1979. huur- en koopprijzen. Hierbij is een nadeel dat de onderhandelingspo sitie van de gemeente t.o.v. de realisator ongunstig ligt. Wethouder MENNE: De heer Nuijten heeft gesproken over het feit dat bij deze werkwijze twee keer overdrachtskosten moeten worden be taald. Misschien kan de heer Verstoep hier iets over zeggen? De heer VERSTOEP: Het verkopen van de grond aan de toekomstige ei genaar via de realisator is geen nieuw verschijnsel. Fiscaal is dit ge regeld door middel van een zogenaamd ABC-contractwat er op neerkomt dat er slechts één keer overdrachtskosten moeten worden betaald. De heer NUIJTEN: Wij vragen ons nog af, niet of er bij gemeentewer ken voldoende technische kwaliteit is, maar of daar voldoende mankracht aanwezig is om een en ander in de gaten te houden. Wij vragen ons af of de andere partij van een dergelijke situatie geen misbruik kan maken. Daarbij denk ik bij het woord "projectontwikkelaar" aan zaken die in het verleden naar voren zijn gekomen. Wethouder MENNE: Ik meen dat die kwestie in het antwoord aan de heer Van Poppelen reeds voldoende duidelijk is geworden. De heer NUIJTEN: Welke van de niet-woningwetwoningen zijn huurwonin gen? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGVan het in de "Korte toelichting op de concept-overeenkomst" opgenomen staatje zijn de boven ste drie categorieën huurwoningen en de onderste drie categorieën koop woningen. Wethouder MENNE: Inderdaad. Daaruit blijkt dat 47 van het kwan titatieve woningbouwprogramma uit huurwoningen en dat 53 uit koopwonin gen bestaat. De heer VOSSEN geeft vervolgens aan de hand van de in de zaal hang ende kaarten een toelichting omtrent de natuurlijke gegevens in het gebied. De heer HOEKSTRA: Als aanvulling op de woorden van de heer Vossen het volgende. Voor Overhees II-2 geldt hetzelfde als voor Overhees II-1, de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 78