mei 1980
De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij thans een beslissing nemen over de
vraag of wij tot na 23.00 uur zullen doorvergaderen teneinde de agenda
voor hedenavond af te handelen.
De heer JONKER: Mijnheer de voorzitter. Ik voel er niets voor thans
door te vergaderen, omdat er naar mijn mening nog te veel belangrijke
punten op de agenda staan die zorgvuldig moeten worden behandeld. Het
reglement van orde voorziet hierin naar mijn mening heel duidelijk. Ik
ben ervóór een andere datum te bepalen waarop wij deze vergadering
voortzetten.
De VOORZITTER: Ik wijs erop dat het reglement van orde spreekt van "in
de regel tot 23.00 uur". Het is echter aan de raad te beslissen of hij
hiervan wil afwijken.
De heer JONKER: Mijnheer de voorzitter. Ik vind het tegen letter en
geest van het reglement van orde thans door te vergaderen. Wij zijn
zoeven ermee akkoord gegaan dit belangrijke agendapunt nummer 14 nog
af te werken, maar gaan er niet mee akkoord andere belangrijke punten
nog gauw even af te raffelen. In het verleden hebben wij hierover in
deze raad uitgebreide discussies gevoerd, waarbij is afgesproken dat
soort toestanden te vermijden. Daarom voel ik er niets voor thans door
te gaan. Zou de raad toch in die zin besluiten dan zal mijn fractie
die discussies niet meer bijwonen en de vergadering verlaten.
De VOORZITTER: Ik zou het zeer betreuren wanneer de fractie van D'66
zou besluiten de vergadering thans te verlaten, maar zal haar niet te
genhouden. Ik wijs er nog eens op dat het geheel overeenkomstig het
reglement van orde is, wanneer de raad in dergelijke gevallen een be
slissing neemt. Het is zeker niet tegen letter of geest van dit regle
ment.
Ik constateer dat de meerderheid van de raad ermee instemt thans door
te vergaderen.
Hierop verlaten de heer Jonker, mevrouw Allard-Knol en de heer Gerth
de vergadering.
15. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor
het bijplaatsen van een noodlokaal ten behoeve van de Van der Hucht-
school voor K.O./G.L.O. aan de Di Lassostraat 49 te Soest.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
17. Voorstel tot het vaststellen van het werkplan Ruimtelijke Ordening
1980.
De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter. Mijn fractie stemt in grote
lijnen met dit werkplan in. Een snelle realisering van de woningbouw
plannen staat voor ons voorop. Wij wijzen erop dat vooral betaalbare
woningen nodig zijn. Verder zal bij zowel grotere plannen als bij de
invulling van open plaatsen een evenwichtige verdeling tussen huur-
en koopwoningen moeten worden nagestreefd. Op de open plaatsen zullen
niet te veel dure vrije sectorwoningen mogen worden gebouwd, alleen
maar om de ongunstige financiële situatie van het grondbedrijf te ver
zachten.
Mevrouw KORTHUIS-ELIONMijnheer de voorzitter. Wij zijn ingenomen met
de verschijning van dit werkplan, maar dringen aan op haast met de in
houdelijke kant ervan, omdat bestemmingsplannen moeten worden gemaakt.
De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter. Ook wij zijn van mening dat
het belang van de volkshuisvesting grote aandacht moet krijgen, vooral
40