juni 1980
Wat het concept-antwoord op vraag 5b betreft, wil ik een voorstel doen.
Het zou als volgt kunnen luiden: De gemeente voert, in overleg met de
commissie woonruimteverdeling, een zo rechtvaardig mogelijk woonruimte-
verdelingsbeleid op basis van het zogenaamde puntensysteem ten aanzien
van die woningen die onder dit beleid vallen. Leegstand komt daarbij
niet voor. Kraken van die woningen doorkruist dan ook een rechtvaardige
toewijzing en is ontoelaatbaar. In andere gevallen zal per geval bekeken
moeten worden of en hoe opgetreden zal moeten worden.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie kan met het
concept-antwoord van het college in de nu voorgestelde vorm niet akkoord
gaan, omdat wij vinden dat het niet onze stijl is noch mag worden, dat
brieven met vragen gericht aan de raad onvolledig, onduidelijk en onvol
doende beargumenteerd worden beantwoord. Het gaat daarbij met name om de
beantwoording van de laatste drie vragen 5, 6 en 7. Het college antwoordt
op de vragen 5 en 6 dat het beleid erop is gericht in overleg met de wo
ningvereniging in medebewind uitvoering te geven aan het beleid van de
minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Het enige wat het
college zegt is dat er een beleid wordt gevoerd in het kader van medebe
wind. Ik zou graag gemotiveerd willen zien wat dat medebewind inhoudt en
op grond van welke wet, algemene maatregel van bestuur of provinciale
verordening dit gebeurt, zeker ten aanzien van het kraken in het alge
meen. Op vraag 6 (Hoe denkt het gemeentebestuur dit beleid gestalte te
geven?) wordt in het geheel niet ingegaan.
Het antwoord op vraag 7 luidt: "Met betrekking tot uw laatste vraag kun
nen wij u berichten dat het ontwerp algemene maatregel van bestuur ex
artikel 25 van de Luchtvaartwet aantoont dat ter plaatse van de 78 wo
ningen de geluidshinder de aanvaardbaar geachte norm verre over
schrijdt." Wij vinden dit antwoord volstrekt onvoldoende gemotiveerd.
Waarom wordt die norm "verre" overschreden? Het is mijns inziens de
vraag of de geluidsoverlast op dit moment het enige argument is om deze
woningen te slopen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat er nog andere
argumenten zijn, zoals financiële, die op dit moment doorslaggevend zijn.
Het concept-antwoord bevredigt ons allerminst. Wij verzoeken het college
in de door mij geschetste geest met een gewijzigd concept-antwoord te
komen.
De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter. Ook wij vinden het concept-ant
woord aan de P.S.P. onjuist en onvolledig. Het doet naar onze mening
geen recht aan de vragenstellers. Met het antwoord op de laatste vraag
hebben wij de meeste moeite. Daarom sluiten wij ons graag bij de sugges
ties van de vorige spreekster aan voor wat betreft een gewijzigde redac
tie van deze brief.
Mevrouw KORTHUIS-ELIONMijnheer de voorzitter. Het gaat om twee kwesties.
De eerste heeft betrekking op de brief van de bewoners van Ons Belang in
zake het beleid van het college. De voorzitter heeft daarover zoeven een
verklaring afgelegd, waar wij volledig achter staan. De tweede betreft de
brief van de P.S.P.afdeling Soest. Ook wij vinden dat de vragen 5 en 6
zakelijker zouden moeten worden beantwoord. In het concept-antwoord van
het college wordt naar onze mening aan de vragen voorbijgegaan.
De VOORZITTER: Dames en heren. In antwoord op de vraag van de heer Visser
merk ik op dat op vrijdagavond normaliter een beperkt aantal manschappen
op het bureau aanwezig is. In zoverre was de mededeling van de commissa
ris volstrekt juist. Zoals men echter weet, is het, indien dit noodzake
lijk is, mogelijk meer mensen van huis te laten komen en in te zetten. In