september 1980
worden besteed aan het levensmiddelenpakket en dat het knelpunt dat
wij allemaal kennen, het parkeerprobleem aan de Van Weedestraat, zo
snel mogelijk dient te worden opgelost. Er zijn ook problemen die blij
ven liggen. De problematiek in Soest-Zuid (de realisatie van een
tweede wijkwinkelcentrum in Hartje-Zuid) geeft ons reden aan de uit
werking van de nog aangekondigde onderzoekingen extra aandacht te be
steden
De heer Nuijten heeft al een opmerking gemaakt over de verspreide
winkels. In de toekomst zullen de "winkels om de hoek" misschien weer
in de gratie komen. Het gemeentebestuur mag de uitbreiding van ver
spreide winkels dan ook niet tegenhouden met het argument dat de win
kels juist moeten worden geconcentreerd. Verspreide winkels mogen al
leen worden belemmerd in hun uitbreidingsmogelijkheden, wanneer daar
door de rechtzekerheid van de omwonende burgers of het algemeen be
lang wordt geschaad.
Ik hoop dat de verkeersproblematiek, die onherroepelijk naar voren
zal komen, op zo kort mogelijke termijn in de commissie voor verkeer
aan de orde zal komen, met name omdat een aantal knelpunten direct om
een oplossing vraagt. Ik hoop dat wij die knelpunten op de agenda van
de komende commissievergadering tegemoet kunnen zien.
Wethouder MENNEMijnheer de voorzitterI Ik merk dat de leden van de
gemeenteraad zich - misschien met uitzondering van de leden van de
fractie van D'66 - schouder aan schouder opstellen achter de nieuwe
visie
Mevrouw ALLARD-KNOL: Wie zwijgt stemt toe'.
De VOORZITTER: Ook uw schouders tellen mee, mevrouw Allardl
Wethouder MENNE: Het is een van de hoogtepunten in de loopbaan van
een wethouder, wanneer de gehele raad zich achter een voorstel
schaart, zij het dat sommige raadsleden daarbij voorwaarden hebben
gesteld. Ik wil daarop graag kort ingaan, want deze zaak is eigenlijk
al enkele malen doorgesproken, uitgesproken, herhaald, beaamd en on
derstreept in de commissie.
De heer Beijen heeft gesteld dat er weinig mensen zijn komen luiste
ren naar hetgeen wij hadden te zeggen op de vier inspraakavonden. Ik
denk dat dit komt, doordat wij - de heer Nuijten heeft dat terecht
opgemerkt - bezig zijn met een bestaande structuur. Wij doen niet iets
rigoureus. Wij sturen een bestaande structuur zo goed mogelijk bij,
opdat zoveel mogelijk mensen uit Soest daarvan in de toekomst kunnen
profiteren
Verschillende sprekers hebben gevraagd wat er aan de hand is met de
onderzoekingen. Zij vinden dat alles al is onderzocht en dat de kasten
al uitpuilen van de rapporten. De heer Kingma heeft zelfs gezegd dat
wij nieuwe kasten moeten zien te krijgen, wanneer ook de voorgestelde
onderzoekingen nog zouden worden gedaan. Wij zijn echter niet van plan
nog veel onderzoekingen te doen. Wij nemen vanavond een besluit om
verder te werken in de richting van het tweepolige model. Wij spreken
ons echter nog niet uit over de vraag hoe een en ander daarna precies
zal gaan. Dat geldt ook voor de onderzoekingen. Het woord "onderzoek"
komt inderdaad nogal eens voor in de nota. Ik heb in de commissie
ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische aangelegenheden en
milieuhygiëne al eens gezegd dat een onderzoek eigenlijk neerkomt op
het inventariseren en het actualiseren van de gegevens die wij al heb
ben. Wij komen daarmee al heel ver.