februari 1980 landelijk gebied is. Daar valt dan als ik het wel heb, de hele Eng on der. En als je in het woordenboek "in de rede ligt" opzoekt, zie je daar staan: het spreekt vanzelf. Welnu, voor ons spreekt het niet zo vanzelf. Wij dachten dat het op zich zelf goed is, dat bekeken is wat voor moge lijkheden er verder zijn om eventueel daar de plek van het gemeentehuis en het politiebureau wat verder aan te kleden. Maar hoe dit precies gaat gebeuren en wat er aan de overkant van de weg in de richting van de Mo lenstraat gaat gebeuren moet allemaal nog volgens de inspraakprocedures bezien worden. Daar ligt nog niets van vast. Vandaar dat wij voorstellen dat de zoëven door mij aangehaalde passage wordt veranderd in: "Teneinde de twee overheidsgebouwen in een goede context te kunnen plaatsen, is een aantal mogelijkheden voor eventuele invulling van het gebied tussen Verlengde Talmalaan en Molenstraat in het rapport aangegeven. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitterI De heer Jonker heeft een opmer king gemaakt die hierop neerkomt: U mag zich niet vastpinnen om te bou wen tussen de Verlengde Talmalaan en de Molenstraat. Dat is één kant van de medaille. Anderzijds mag het ook niet zo zijn, dat wij beloven niet te bouwen. De heer Jonker wil het nu volledig weglaten. Dat kan. Mis schien kunnen wij het ook zo doen, dat we zeggen: "wellicht in de rede" en: "wellicht een stedelijk gebied" en dat we de zin verder laten staan. Mevrouw ALLARD-KNOL: Wellicht vanzelfsprekend kan niet. Wethouder MENNE: Nou, het zou kunnen. We zouden ook kunnen zeggen: "het zou kunnen" of: "het kan in de rede liggen" of: "het kan een stedelijk gebied zijn". Het is voor mij geen must, mijnheer de voorzitter, dat de zin erin moet blijven staan, maar het kan ook in de andere betekenis. Ik heb dus geen bezwaar tegen de voorgestelde wijziging. De heer JONKER: Mijnheer de voorzitterIk vind "wellicht in de rede ligt" toch niet erg mooi. Als je dat vertaalt volgens het woordenboek, kom je tot: het spreekt wellicht vanzelf. Ik dacht dat de door ons voor gestelde tekst voldoende ruimte laat en ik zou daar toch graag aan vast houden. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zou aan de woorden van de heer Jonker nog willen toevoegen, dat de raad indertijd het onderhavige gebied heeft bestemd als een potentieel groeigebied en dat dat heeft geleid tot de formulering van de door de heer Jonker aangehaalde passage in de door het college voorgestelde antwoordbrief. Het is misschien ook zo, dat de heer Jonker, indertijd niet in de raad zittende, dat even over het hoofd heeft gezien. Gegeven het feit dat het gebied indertijd als potentieel groeige bied is aangemerkt door de raad, zou ik u eigenlijk willen voorstellen de door ons voorgelegde tekst te handhaven. De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter! Ik vind dat als u zegt dat het hier een potentieel groeigebied betreft, dat nog niet hetzelfde is als: "verdere bebouwing ervan in de toekomst in de rede ligt"Ik heb de in druk dat de door de fractie van D'66 voorgestelde wijziging in feite be ter overeenstemt met de bespreking zoals die heeft plaats gevonden in de commissie ruimtelijke ordening met betrekking tot de plaatsing van de twee overheidsgebouwen in een goede context. In die bespreking is in fei te alleen maar gezegd, dat er een aantal mogelijkheden voor eventuele in vulling van het gebied in het rapport is aangegeven. Ik begrijp dus eigen lijk helemaal niet welke bezwaren er van uw kant zijn om de wijziging zo als voorgesteld over te nemen. De wijziging is gewoon conform de bespre king in de commissie.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 21