december 1980 Met betrekking tot het medewerking verlenen bij het overwinnen van de startproblemen van De Borg (rubriek "noodzakelijk", punt X.4) wil de CDA-fractie invoegen de woorden "zo mogelijk". Ik denk dat hier altijd geldt: zo mogelijk. Je kunt een aantal beleidsuitgangspunten in een beleidsplan vastleggen; de concretisering is echter afhankelijk van de voorstellen die dan komen en van de afweging van de vraag of die voor stellen redelijk en reëel zijn. Verder wordt in het CDA-voorstel opgemerkt, dat het punt van de "con sequente toepassing van de 1%-regeling" (rubriek "noodzakelijk", punt X.5) in strijd is met eerder gemaakte afspraken, omdat er een "bodem" is ingebracht van 100 woningen. Dat is juist. Daarover behoeft geen discussie gevoerd te worden. De daarover gemaakte afspraak - die zwart op wit vastligt in het commissieverslag „- is door het college bekrach tigd. Wanneer wij het over een consequente toepassing van de 1%-rege ling hebben, geldt daarbij altijd een "bodem" van 100 woningen. In de commissie is medegedeeld dat het college een notitie in voorbereiding heeft over de totale toepassing van de 1%-regeling. Die notitie zal de raad op korte termijn bereiken. De in de rubriek "noodzakelijk" onder punt X.6 vermelde trendmatige verhoging van het fonds kunstaankopen stond in het beleidsplan in een andere kolom. In de commissie was alleen de vertegenwoordiger van de CDA-fractie van mening, dat dit punt daar moest blijven staan. De rest van de commissie was van oordeel, dat dit punt in de kolom "noodzake lijk" moest worden opgenomen. De raad moet daarover dan maar beslissen. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Ik meen dat ik uitdrukkelijk heb uitgespro ken, dat ik mij achter het standpunt van het CDA schaar. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGSorry, mevrouw Blommers heeft zich inderdaad bij dat standpunt aangesloten. De heer BOLHUIS; Dat is niet onbelangrijk! De VOORZITTER: Dames en heren! Wat de onderhavige procedure betreft, zijn wij het er allen over eens dat die principieel juist, maar wel erg ingewikkeld en omslachtig is en gemakkelijk tot vergissingen kan leiden. Daarover moeten wij overigens niet te triest doen. Het gaat nog steeds redelijk en wij liggen nog op het tijdschema. Maar op zich zelf is het juist de procedure eens in de commissie ABZ aan de orde te stellen. Daarbij kunnen wij, gelet op de tot nu toe opgedane erva ringen, nagaan hoe wij een en ander volgend jaar zullen doen. De onder hoofdstuk V in de rubriek "noodzakelijk" opgenomen verkeers- deskundigheid leidt tot enige vragen. Terecht. Officieel (volgens de afgesproken procedure) behoort dit punt niet op de lijst thuis. Een ieder die bij de zaak betrokken is geweest weet hoe een en ander in zijn werk is gegaan. Maar formeel is het niet juist. Wanneer de raad in meerderheid er niet voor voelt dit punt in de rubriek "noodzakelijk" op te nemen, moeten wij het niet doen. Ik moge echter nog wel op het volgende wijzen. De heer Kingma is een van degenen geweest die in de verkeerscommissie - terecht - met zeer veel ernst heeft gevraagd om met voortvarendheid aan een aantal verkeerszaken te werken. Willen wij die binnen bepaalde tijdschema's gereed krijgen (zoals de heer Kingma heeft bepleit)dan moet je daar extra werkkracht voor hebben, hetzij extern, hetzij intern. In het licht daarvan zou ik willen zeggen: Laten wij dit punt nu van de lijst afvoeren, de zaak in het college nog eens bespreken en er eventueel bij de begrotingsbehandeling op terugkomen. 26

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 253