december 1980
een zodanige positie te brengen, dat die hun verhaal uitgebreid moe
ten gaan herhalen. Ik verzoek de fractie van D'66 de behandeling van
de nota kort en akelijk te houden. Men heeft uiteindelijk de notulen
kunnen lezen van de betrokken vergadering van de financiële commissie.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitterI Wanneer uw
ordevoorstel wordt gevolgd, vraag ik mij af waar wij op dit moment
mee bezig zijn. De raad is een besluitvormend lichaam. Het is gebrui
kelijk dat wanneer er meningsvorming dient plaats te vinden, er een
informele raadsvergadering wordt uitgeschreven. Ik begrijp dat D'66
de behoefte voelt om mee te discussiëren met betrekking tot een voor
de toekomst van onze gemeente dermate belangrijk onderwerp als het
onderhavige. Het lijkt mij niet zinvol de nota op dit moment in de
raad aan de orde te stellen. Ik stel voor de nota in de financiële
commissie aan de orde te stellen. Dan kunnen wij een zinvoller discus
sie voeren dan op dit moment in de raad mogelijk is. Wanneer de nota
thans aan de orde komt, voel ik mij genoodzaakt om in herhaling te
treden. Ik ga dan hier het verhaal naar voren brengen dat ik in de
commissie reeds heb gehouden, omdat anders geen zinvolle discussie mo
gelijk is.
De VOORZITTER: Ik zou dan mevrouw Allard willen vragen of geen oplos
sing kan worden verkregen als wij haar in de eerstvolgende vergade
ring van de financiële commissie in de gelegenheid stellen haar zegje
over de nota grondbedrijf te doen.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter! Ik ben toch van mening
dat een dermate belangrijke notitie als de onderhavige in de raad be
handeld dient te worden. Wij hebben notities gehad die in grote mate
minder belangrijk waren, terwijl het geen punt van discussie was dat
ze in een openbare raadsvergadering behandeld werden. Het was aanvan
kelijk de bedoeling, dat de zaak in de raadsvergadering van oktober
aan de orde zou komen. Het is nu december. Wanneer men in de commissie
iets heeft gezegd dat men uitermate belangrijk vindt, dan gebeurt het
toch vaak dat men dat in de raadsvergadering herhaalt. Ik vraag mij
af wat daar in dit geval voor bezwaar tegen is.
De VOORZITTER: Dat is het punt niet. Ik heb zelf in de financiële com
missie gezegd dat dit soort belangrijke zaken in de raad besproken
moet kunnen worden. Ik wil u die gelegenheid ook niet ontnemen. Al
leen: de in de commissie plaats gevonden voorbespreking heeft ertoe
geleid, dat de commissieleden hebben gezegd: Wij zijn met die voorbe
spreking nog niet klaar; laten wij eerst proberen die voorbespreking
af te ronden. Ik geef deze mening thans slechts weer om na te gaan, of
wij niet tot een oplossing in de aangegeven zin kunnen komen.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAMMijnheer de voorzitter! Ik ondersteun
de woorden van mevrouw Van Gelder. Wij nemen nu op geen enkele manier
een besluit. Het betreft een notitie. De discussie daarover behoort
vooralsnog in de commissie thuis. Daar kan dan uitgebreid op de zaak
worden teruggekomen. Nogmaals: thans gaat het niet om het nemen van
een besluit. En wij zitten hier in de raad om besluiten te nemen.
De heer ONDERDELINDEN: Wij sluiten ons hierbij aan.
De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter! In de commissie heb ik ge
zegd het te betreuren dat er geen voorstel van burgemeester en wet
houders kwam en dat in deze raadsvergadering alleen maar een notitie
aan de orde zou komen. Op grond daarvan heb ik voorgesteld om de dis
cussie in de commissie voort te zetten. Dit ook omdat er nogal wat
40