december 1980 half drie. (Toen kon er blijkbaar wèl om half drie vergaderd wordenl). De voorzitter was toen al de heer Bentinck. De secretaris was de heer Batenburg. En de leden waren (ik noem die namen maar eens, omdat vele Soesters het misschien leuk vinden die nog eens te horen) de heren Van den Arend en Beekman, mevrouw Bungener-Odinot, de heren Burgwal, Clemens, De Haan, Hilhorst, Hilhorst, Hom, Kruijff, mevrouw S.G. Landweer-De Visser, de heren Nooder en Ooms, mevrouw S.M. Polet- Musler, de heren Schaafsma, Schimmel, mevrouw H.A.E.K. van der Swan- De Kiewit en de heer Van Zadelhoff. Met kennisgeving afwezig was de heer Dullgart. Het verslag begint dan (ik vind het leuk dat nog even voor te lezen; dit ook om het werk van uw vader te eren, want dat is mijn bedoeling) met: "De voorzitter opent de vergadering en doet voorlezing van het gebedsformulier." In de notulen ligt verder niet vast wat daarbij ge zegd is. De notulen gaan dan voort met de woorden van 4 voorzitter: "Dames en heeren! Alvorens met de afwikkeling van de agenda te begin nen, wil ik even met u in dankbaarheid gedenken dat op 18 februari geboren is Prinses Maria Christina." Het gemeentebestuur heeft daarbij een bloemstuk aangeboden. Vervolgens wordt medegedeeld, dat bericht van verhindering is ingekomen van de heer Dullgart. Daarop worden de notulen vastgesteld van de vergadering van 27 januari. Dan gaat het verder: "De heer A.P. Hilhorst wijst erop, dat de notulen van de ver gadering van 3 september 1946 nog nimmer verschenen zijn." Daarop zegt de voorzitter, "dat deze notulen alsnog aan de raad zullen wor den toegezonden. Degene die zich met het opmaken daarvan heeft be last, levert ze echter niet af en het zal erop neerkomen, dat de secretarie ze zelf zal moeten maken."; Zo is het verder kennelijk niet gegaan, want verder zijn de notulen allemaal gemaakt door uw va der en later door u. Ik wil hiermee alleen maar aangeven, dat wij met veel waardering te rugdenken aan de tijd dat uw vader en u dit werk hebben gedaan. Ik constateer dat over de notulen - althans in mijn tijd, maar dat is niet zo lang -, afgezien van een kleine correctie, nooit opmerkingen worden gemaakt. Dat is een compliment voor uw werk. Ik wens u erg veel succes toe in uw verdere carrière en werkzaamheden. Met een dankbare herinnering sluiten wij de relatie met u af. Ik hoop dat u Soest niet zult vergeten. Daarvoor heb ik een kleine herinnering aan Soest, die ik u graag wil meegeven. Het is een plaat van een dier baar plekje Soest: de Lange Brinkweg. Hartelijk dank. (De voorzitter overhandigt daarop, onder applaus der aanwezigen, het geschenk aan de heer De Jong) De heer DE JONG: Mijnheer de voorzitter, dames en heren; Ik wil u graag hartelijk dankzeggen voor dit mooie geschenk. Dat komt mij overigens niet helemaal toe, want het meeste werk hier is door mijn collega's gedaan. Ik stel het zeer op prijs, mijnheer de voorzitter, dat u ook mijn va der hebt willen noemen. Toen u hem in verband bracht met het gebeds formulier, schrok ik echter even. Mijn vader is nl. altijd lid geweest van de vrijdenkersvereniging De Dageraad. Hij zal dus zeker geen in vloed hebben gehad - de notulist behoort trouwens nooit invloed op de vergadering uit te oefenen - op het gebedsformulier; 46

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 273