februari 1980 oordeel over het amendement geven, omdat niet duidelijk is wat de ach terliggende argumenten zijn. De VOORZITTER: Dames en heren 1 Er ligt op dit moment een aantal voor stellen op tafel. In de eerste plaats een voorstel om de artikelen 142 en 143 in de com missie terug te brengen. In de tweede plaats een voorstel om de ten aanzien van de artikelen 142 en 143 door het college voorgestelde wijzigingen hier nu aan te nemen, omdat er in de commissie algemene bestuurszaken volledig duidelijk en uitgebreid over is gesproken, ook nadat het college had geïnformeerd bij de politie en wij de door de heer Gerth gemaakte opmerkingen op dit moment eigenlijk naast ons neer zouden moeten leggen. Verder is er de opmerking van de heer Goote betreffende het geven van een toelichting door de heer Gerth. Ik meen dat wij op dit moment wel de knoop zouden moeten doorhakken, hetzij door aanneming van de door het college voorgestelde wijzigingen van de artikelen 142 en 143, hetzij door de zaak terug te brengen in de commissie, waar dan van de zijde van de fractie van de heer Gerth de zaak zou kunnen worden uitgelegd. Ik vraag u wat u in dit geval het bes te voorkomt. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mijnheer de voorzitter! Ik vind dat wij slecht aan het vergaderen zijn. Het is gewoon helemaal beneden peil Dit kan niet. Wij moeten doorgaan. En als er iets gewijzigd moet worden dan kunnen er naderhand altijd nog na hernieuwde overweging wijzigingen komen. Zoals het hier nu gaat kan het niet. Ik ben er dus voor, dat het voorstel van het college nu wordt aangenomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw Greefhorst stelt voor dat er con form het voorstel van burgemeester wordt besloten. Mag ik nu vragen wie van u daar tegen is? De heer JONKER: Kunt u even verduidelijken wat u nu weer voorstelt, mijnheer de voorzitter? De VOORZITTER: Ik stel niets voor. Ik heb steeds hetzelfde voorstel aan u voorgehouden, maar u wilt dat voorstel steeds wijzigen. We moeten de zaak niet omdraaien. Wij hebben als college een aantal wijzigingen voor gesteld. Wij hebben dit voorstel in de commissie algemene bestuurszaken gebracht. Wij hebben daar advies van de commissie ingewonnen. Aan de commissie is op dat moment verklaard wat het college ervan dacht. Daar na heeft de commissie, met uitzondering van mevrouw Greefhorst, zich akkoord verklaard. Nu komt u in de raad met een aantal amendementen. Met andere woorden: niet het college wijzigt zijn voorstel, maar u wenst het voorstel van het college te wijzigen. Ik stel de raad voor het collegevoorstel te volgen en wijzig dus niets. De heer VAN POPPELEN: We hebben er al vaak over gesproken, mijnheer de voorzitter. Kunnen we er nu niet eens over stemmen? Dan weten we waar aan we toe zijn. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat hoeft niet wat ons betreft. Als het college voorstel ongewijzigd wordt gehandhaafd, is onze fractie daarmede hele maal akkoord. Wij gaan niet akkoord met het hier vanavond bespreken van amendementen. Amendementen willen wij in de commissie besproken zien. De VOORZITTER: Dames en heren! Het college handhaaft zijn voorstel. Het gaat er nu over of u met dat voorstel akkoord gaat dan wel er stem ming over wenst dan wel een aantal leden aantekening wenst. 19

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 38