februari 1980
Mijnheer Goote! U bent ongeveer vijf jaar lid van deze gemeenteraad ge
weest, namelijk sedert 20 mei 1975. U heeft indertijd de heer De Haan,
toenmaals wethouder, opgevolgd en heeft sedertdien kennisgemaakt met
vele facetten van het raadswerk. Zo bent u lid geweest van de onderwijs
commissie, de commissie ruimtelijke ordening, de juridische commissie,
de commissie voorlichting en inspraak, de commissie financiën en grond
bedrijf en de commissie algemene bestuurszaken. U heeft aldus op uitge
breide wijze kennis kunnen maken met de diverse zaken die in deze ge
meente spelen. Ik mag constateren, dat u in al deze omstandigheden
steeds blijk heeft gegeven van een bijzonder serieuze taakopvatting.
Steeds weer bleek dat u de zaakjes goed had voorbereid en dat u in de
commissie evenals in de raad steeds een constructieve bijdrage leverde
ten aanzien van de zaken die aan de orde waren.
Uw taak als raadslid was veelomvattend. Dat is trouwens de taak van al
le raadsleden. Uw taak werd extra omvattend toen u als fractievoorzit
ter werd gekozen en als zodanig eigenlijk met nog grotere betrokken
heid bij de totaliteit van het raadsgebeuren werd betrokken. Het frac
tievoorzitterschap geeft een extra belasting aan degenen die ermede
belast worden, te meer ook, daar zij steeds als hoofdwoordvoerder van
hun fractie worden beschouwd en ook worden geacht de coördinatie in
hun fractie te verzorgen.
U heeft een en ander gedaan naast een omvangrijke dagtaak, waarbij u
des morgens vroeg op pad ging en des avonds vaak laat terugkwam. Ik
meen dat dat niet alleen bij uzelf, maar ook in uw gezin toch tot een
bepaalde belasting heeft geleid. U heeft ons medegedeeld, dat u om
persoonlijke redenen afscheid neemt. Ik meen dat wij dat op de juiste
wijze moeten inschatten.
Wij betreuren het (ik heb dit van diverse mensen gehoord en mag het
doorgeven)dat u op dit moment, ongeveer halverwege de rit, afscheid
van de raad moet nemen. Wij hebben begrip voor de situatie. Ik meen
dat ik u namens de raad veel goeds voor de toekomst mag toewensen.
Nu is het, naar ik meen sedert de laatste raadswisseling, gebruik om
als blijk van waardering een scheidend raadslid iets mee te geven dat
hem of haar nog aan Soest doet denken. Wij hebben gemeend dat wij u
iets zouden moeten geven dat iets uitbeeldt dat heel dicht bij het
WV-kantoortje ligt. Toen ik betrokken was bij het uitzoeken van het
geschenk, wist ik niet dat het WV-kantoortje bij u nog weer zo veel
aandacht zou hebben als het vanavond heeft gehad. Toch meen ik dat
het goed is om u iets uit die omgeving aan te bieden. Wij hebben daar
toe raad gevraagd aan iemand die ons in Soest vaker in deze soort van
omstandigheden helpt, te weten de heer Detmers, een groot tekenaar
(ik hoop dat ik hem hiermede op de juiste wijze schat)die in staat
is om van vele mooie punten in Soest prachtige schetsen te maken.
Mijnheer Goote. Ik bied u thans namens het college en de raad graag
een schets van de hand van de heer Detmers aan, waarbij ik de hoop
uitspreek dat deze schets in uw woning een goede plaats zal krijgen.
Ik weet zeker dat als u deze schets in de komende maanden op donder
dagavond bekijkt, zult denken: De gemeenteraad is weer bezig met
allerlei zaken en ik lig lekker achteruit in mijn stoel naar de
schets van de heer Detmers te kijken.
(Onder applaus der aanwezigen overhandigt de VOORZITTER aan de
heer Goote een schets van de hand van de heer Detmers)
29