maart 1980 Voorstel tot het benoemen van leden in de commissie welzijnsplanning. De heer EBBERS: Mijnheer de voorzitterI In het verleden hebben wij afge sproken dat wij bij samenstelling van commissies nadere gegevens omtrent voorgedragen personen als bijlage bijgevoegd zouden krijgen. Het spijt mij dat het in dit geval nog niet is gebeurd. Ik meen voorts dat het AWOS op zowel Soest als Soesterberg betrekking heeft. Wij hebben zojuist een uitnodiging van de commissie SOMS gekre gen. Kennelijk wordt Soesterberg er "soms" bij betrokken, want ik zie op de lijst van voorgedragen kandidaten geen enkele Soesterberger vermeld. Ik vraag mij af of het AWOS zich daarvan wel bewust is geweest. Het spijt mij bijzonder dat dit niet heeft plaats gevonden. De heer JONKER: Mijnheer de voorzitter! Aan het slot van de voordracht staat dat het college zich nog beraadt omtrent de benoeming van een voorzitter. Is het college van plan nu een club zonder voorzitter te doen benoemen? Krijgen wij daarvoor nog een voorstel? De VOORZITTER: Wij moeten ons nog intern beraden, die zaak is nog niet rond. Wij gaan op dit moment de kandidaten die zijn voorgedragen benoe men. Op korte termijn hopen wij met voorstellen met betrekking tot de benoeming van een voorzitter te komen. De heer JONKER: Ik begrijp niet hoe de commissie dan goed kan functione ren. Hoe moet ik dat zien? De VOORZITTER: Het college heeft getracht deze voorstellen zo snel mo gelijk aan de raad te doen en is daarin geslaagd met uitzondering van de voordracht met betrekking tot de voorzitter. De beraadslaging daar over is nog niet afgerond. Wij menen dat dit voorstel een goede aanzet is; wij proberen zo snel mogelijk daaromtrent met een voorstel te komen. De heer JONKER: Is het de bedoeling dat de commissie onder leiding van een interim-voorzitter reeds aan het werk gaat? Of moet zij wachten tot dat er een voorzitter is? De VOORZITTER: De commissie kan haar werkzaamheden uiteraard reeds be ginnen en een interim-voorzitter benoemen. Er is immers altijd een plaatsvervangend voorzitter. Ik beaam dat in het verleden de afspraak is gemaakt met meer gegevens over voorgedragen kandidaten te komen. Van het AWOS hebben wij de namen van de thans voorgedragen kandidaten doorgekregen. Nadere gegevens om trent die kandidaten zijn ons daarbij niet verstrekt. De heer EBBERS: U had die gegevens toch kunnen opvragen? De VOORZITTER: Dat had gekund. Uit de datum waarop dit raadsvoorstel is verzonden, blijkt overigens reeds dat wij de namen der kandidaten pas zeer recent hebben ontvangen, zodat wij gelet op de snelheid van werken hebben gemeend de onderhavige lijst aan de raad te moeten presenteren. De heer EBBERS: Ik neem aan dat het AWOS deze gegevens op korte termijn wel had kunnen verschaffen, wanneer het college erom had gevraagd. De VOORZITTER: Dat was wellicht mogelijk geweest. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mijnheer de voorzitter! Ik wijs erop dat het AWOS voor het voorzitterschap een duidelijke aanbeveling heeft ge daan. In de brief van 10 maart jl. zijn de namen der kandidaten van het AWOS binnengekomen. Sinds 10 maart zijn 10 dagen verlopen, waarbinnen naar mijn mening zeker aanvullende gegevens over de kandidaten hadden kunnen worden opgevraagd. Inhoudelijk kunnen wij daaraan echter weinig doen, aangezien de taakgroepen met voordrachten komen. Misschien kan er nog eens aandacht aan worden geschonken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 68