30 april 1980 ie n o- en. :en >n- ie- :1- 4. 5. 6. 7. Deze vraag beantwoorden wij bevestigend. Het antwoord op vraag 4 is reeds in ons antwoord op vraag 2 aan de orde gekomen Een vertegenwoordigster van het vroegere comité is op haar verzoek door het hoofd van de plantsoenendienst telefonisch uitvoerig ingelicht. Het college verklaart zich bereid om te bekijken of de buurtbewoners alsnog bij het onderhoud kunnen worden ingeschakeld. De VOORZITTER: Krachtens het reglement is het de indiener van de vragen en de overige raadsleden nog mogelijk om een vraag ter nadere ophelde ring te stellen. Deze vraag mag op beknopte wijze worden toegelicht. De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter.' Het is moeilijk om met één aan vullende vraag te volstaan, want het antwoord van de wethouder heeft mij zeker niet bevredigd. De centrale vraag luidt: Blijft dit bosje een bosje met zijn ecologische waarde of wordt het een park? Ik heb de in druk dat het bosje een park wordt en dat het specifieke karakter van het bosje verdwijnt. De opmerkingen van de wethouder over de houtsnipperpaadjes hebben mij evenmin tevreden gesteld. Gelet op het gestelde daarover in de brief van gedeputeerde staten bestaat er over de onrechtmatigheid van die paadjes geen onduidelijkheid. Er kunnen slechts twee ingangen zijn en de hout snipperpaadjes moeten dan ook verdwijnen. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer de voorzitter! Ik vind de door de heer Kingma gestelde vragen bijzonder zinnig. Ik heb echter de indruk dat een telefoontje op maandagochtend met het hoofd van de plantsoenen dienst dezelfde antwoorden in dezelfde volgorde had kunnen opleveren. Op die manier had de heer Kingma sneller antwoord gekregen. Wethouder MENNEMijnheer de voorzitter! De opknapbeurt is geheel en al gericht op een duurzaam voortbestaan van dit waardevolle, land schappelijk en ecologisch interessante elzenbroekbosHet is derhalve niet de bedoeling dat het bosje een park wordt; er zal straks sprake zijn van een beter bos dan voorheen. De uiteindelijke doelstelling is om te zijner tijd te bewerkstelligen dat zal ontstaan een kruidenetage, een struikenetage en een bomenetage teneinde geleidelijk aan een zo na tuurlijk mogelijk oorspronkelijke begroeiing te verkrijgen. De VOORZITTER: Dames en heren! Na ons bezoek aan het Slangenbosje heb ben wij vastgesteld dat er uiterst zorgvuldig door de dienst wordt ge werkt. De heer Van den Broek heeft ons rondgeleid en hij bleek exact op de hoogte te zijn van het een en ander. Ik heb echter de indruk gekre gen dat het onderhoud zeer zorgvuldig wordt begeleid door de plantsoe nendienst. Dat moge toch ook een stuk vertrouwen geven voor de stelling dat het Slangenbosje echt een bosje blijft. Ik heb begrepen dat ieder een dat wil en dat men geen kunstmatig park wil. Ik verklaar het vragenhalfuurtje voor geëindigd. Voorstel tot het vaststellen van de Lozingsverordening riolering Soest. Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1971. Voorstel tot verkoop van de woning met grond staande en gelegen aan de Kolonieweg lb te Soest aan de heer J.G. Hazelaar en mevrouw A.C. van den Berg te Soest. Voorstel tot wijziging van de begroting 1980 van de algemene dienst. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 7 21- je-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 90