het toekomstige woonwagencentrum en de kinderen uit de buurt. Dat pro
gramma zou reeds zijn afgewerkt, wanneer de emoties niet zo hoog zouden
zijn opgelaaid.
Hetgeen de heer Jonker heeft gezegd wens ik op geen enkele manier te
accepteren. Hij heeft gezegd dat het college een houding zou hebben aan
genomen van "laat maar waaien"; door die uitspraak voel ik mij direct
aangesproken. Geen der raadsleden kan ook maar een schijntje van bewijs
leveren voor de bewering, dat het Soester college niet serieus met de
zaak bezig is geweest en dat het geen grote hoeveelheid werk in deze
zaak heeft gestoken. De wethouders van ruimtelijke ordening, voorlich
ting en sociale zaken hebben iedere maand opnieuw de zaken op een rijt
je gezet en zij hebben een programma opgesteld. Door de omstandigheden
rond de hoorzittingen hebben wij moeten besluiten het programma niet uit
te voeren. Die beslissing is geen gevolg geweest van een verkeerd uit
gangspunt. Ik vind dat je de moed moet hebben op een ingenomen uitgangs
punt terug te komen, wanneer blijkt dat het gestelde in dat uitgangspunt
niet haalbaar is. Ik denk dat de gedachte die door de heer Jonker ter
zake naar voren is gebracht een gevolg is van een niet juiste communi
catie binnen de fractie van de heer Jonker; er zijn verschillende dis
cussies gevoerd waarbij één lid van zijn fractie telkenmale aanwezig
is geweest.
Wij kunnen alleen maar hopen dat wij door discussies de vrees kunnen
wegnemen die bevolkingsgroepen jegens elkaar hebben. Wij kunnen alleen
maar ons best doen om enige verbetering in de situatie te brengen, maar
ik denk dat wij een lange termijn nodig hebben voor wij werkelijk alle
vrees hebben kunnen wegnemen.
Ik meen de heer Onderdelinden te kunnen toezeggen dat er binnen twee
maanden een gezamenlijke vergadering zal kunnen plaatsvinden van de com
missie voor maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid en de
commissie voor voorlichting en inspraak. Er liggen wat concrete plan
nen. Die plannen zullen wat moeten worden bijgeschaafd, omdat dan in
middels het bestemmingsplan is vastgesteld.
De raad zal vanavond besluiten dat het woonwagencentrum geen sloopter-
rein zal bevatten. De heer Onderdelinden heeft daaruit ook naar mijn
mening geconcludeerd, dat wij mensen die het beroep van sloper hebben,
moeten weren. Ik denk dat wij niet kunnen zeggen dat wij iemand moeten
weren, wanneer hij van beroep sloper is.
De heer ONDERDELINDEN: Zo is hetgeen ik heb gezegd niet bedoeld.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Wij zullen moeten proberen
het slopen niet toe te staan. De in het bestemmingsplan vastgelegde be
stemmingen geven ons de mogelijkheid om ingeval van een overtreding een
proces-verbaal te laten opmaken. Vervolgens ligt het aan het beleid van
de burgemeester om het vervolgingsbeleid vast te stellen en het eventu
ele politie-optreden te regelen. Woonwagenbewoners hebben rechten, maar
zij zullen ook moeten leren, dat zij plichten hebben. Wanneer wij een
bestemmingsplan vaststellen waarin geen slopen is toegestaan, zal het
politiebeleid zodanig dienen te zijn, dat er ook wordt opgetreden, wan
neer er wel wordt gesloopt. Wat dat betreft zullen wij de bewoners een
garantie moeten geven, opdat zij de zekerheid hebben dat hetgeen wij
toezeggen wordt waargemaakt. Dit aspect wordt op het ogenblik ook met
de woonwagenbewoners doorgesproken. De onderwijsadviesdiensthet Gewes
telijk Arbeidsbureau Amersfoort en het bestuur van het woonwagenschap
hebben gezamenlijk een omscholings- en bijscholingsrapport opgesteld.
Daarin zit een eerste aanzet voor het komende jaar om voor jongere
woonwagenbewoners te komen tot een stuk bijscholing in beroepen die de
woonwagenbewoners aanspreken. Met die eerste aanzet willen wij een com
pensatie leveren voor hetgeen de woonwagenbewoners in de afgelopen
vijftig jaar zonder meer is afgenomen, namelijk het vrij kunnen uitoe
fenen van hun vak