17 juni 1982 Hoe liggen de behoeften c.q. de opvattingen bij het publiek m.b.t. de criminaliteitsbestrijding Wat vindt men belangrijk en wat niet of minder. Zij de geijkte opvattingen van politie en justitie hierbij niet verouderd Is het O.M. bereid om hierover met burgemeester en politie korpschef hierover van gedachten te wisselen Is het O.M. bereid de opvattingen die bij het publiek leven in zijn seponeringsbeleid te laten meespreken Hier en daar spreekt men al over de bestuurlijke aspecten van ht justitiële beleid. Overigens kan men zich afvragen of - gelet op onze financiën - waar niet is zelfs de keizer (is O.M.) zijn recht niet verliest. Dezelfde gedachten kunnen uitgaan naar de gepleegde overtredingen, die niet in de sfeer van de criminaliteit vallen maar enerzijds door bij voorbeeld door veelvuldig optreden als bijzonder hinderlijk worden ervaren en anderzijds feiten opleveren waaraan niet te zwaar getild moet worden. Kortom, mijnheer de voorzitter, het overigens noodzakelijkerwijs niet of minder voteren van gelden ten behoeve van uitbetaling van overwerk heeft onder meer de volgende konsekwenties 1) Noodzaak van nog meer intern en extern beraad bij en met de politie met betrekking op de reeds door mij opgesomde punten samen met de burge meester en de officier van justitie. Met onze afspraken daarover in de commissie A.B.Z. zijn we al op de goede weg. 2) Het ophouden van ontoelaatbare roofbouw op nogal wat politiemensen. Alleen uitbetaling van overuren, die in het kader van de taken ex bij voorbeeld het wetboek van strafverordening of bij onvoorziene calami teiten onontkoombaar zijn en percé niet via dienstschemas c.q. tijdige dienstverschuivingen kunnen worden opgevangen noch in tijd kunnen worden teruggegeven. 3) Het hiermee ook ophouden van onnodige spanningen in het korps, die de dienst niet ten goede komen. Bij de normale dienstuitoefening treden al genoeg spanningen op. Mijn fraktie gaat er van uit, dat het oplossen van de problemen via het meer uitbetalen van overuren niet verantwoord is en dat de oplossingen nu meer gezocht moeten worden in de juiste afweging van prioriteiten. Zoals U reeds in de commissie A.B.Z. heeft medegedeeld zijn de vijf Procureurs Generaal, fungerend directeur van politie reeds bezig hierover na te denken. Wij hopen dat op korte termijn meer onderzoek worden gedaan naar de bij het publiek levende behoeften. Voorts meer poli tionele voorlichting aan het publiek met betrekking tot het vooral ook aan die behoefte aan te passen beleid en de wil en bereidheid van de politie om daar op in te spelen. En last but not least de bereidheid van het pu bliek en van de politie om elkaar te begrijpen en waar enigzins mogelijk elkaar te vinden en dit niet alleen via de wijkagenten, hoe belangrijk die in dat opzicht ook zijn. Uw zinsnede in uw brief "De gemeente zal moeten beslissen of zij zelf de arbeidsprestatie van de politie minstens op niveau wenst te houden" (einde citaat) komt aan de hand van hetgeen ik gezegd heb in een ander licht te staan. Op niveau betekent dan dat de korpskwaliteit wel op niveau blijft, maar dat de arbeidsprestatie meer afgestemd wordt op de eisen en mogelijkheden van deze tijd. Een zaak, in de eerste plaats voor de burgemeester, die ik daarbij veel sterkte toe wens. Wij zijn overigens accoord met het voorliggende voorstel en uiter aard tevreden met het alsnog accoord gaan van het college met de bezuini ging van 7.500,--. De VOOZRZITTER Het uiteindelijke standpunt van het college is, dat de extra bezuiniging van 7.500,op de overuren niet moet geschieden. Heer ONDERDELINDEN Daar zijn wij het niet mee eens. De VOORZITTER U vindt, dat er toch nog extra bezuinigd moet worden op de politie. Heer ONDERDELINDEN Ja. Heer VISSER Wij gaan wel met uw voorstel accoord om deze bezuiniging terug te draaien. Alleen het gevaar bestaat wanneer U uitsluitend het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 107