1 september 1982 U heeft daar zelf voor gezorgd dat is lang niet altijd eenvoudig geweest. Behoeftes zijn gepeild en berekend. U herinnert zich nog wel de lijsten met "noodzakelijk", "zeer gewenst" etc.. Die lijsten waren er niet voor niets en die zijn er nog. Het is echter wel zo, dat wij beseffen dat wij heel voorzichtig moeten zijn. We moeten vechten om er boven op te komen we moeten durven kiezen om nog meer te schrappen voor een stuk noodzake lijke vervanging of zelfs een enkele nieuwe taak aan te vangen. Plannen moeten klaar zijn. Daar heeft U aan gewerkt. U werkt momenteel aan de voorbereiding van Overhees III en IV één van de allerbelangrijkste zaken waar we voor staan. Het mag aan Soest verder niet liggen. Met dit beeld probeer ik toch enigzins uit te drukken hoe U zich in de afgelopen periode heeft opgesteld de één natuurlijk wat verschillend van de ander de één in een voortrekkende rol op het ene moment, de ander op een ander moment. Je moet het samen doen. Ondanks de kritiek die er op het werk, op elkaar, op de hele situatie is, hoop ik dat U toch met plezier aan deze tijd terug denkt, want U heeft het verdiend. Eén ding is naar mijn gevoel volstrekt duidelijk, er is hard gewerkt en er is ontzettend veel tijd en inspanning van U gevraagd. U heeft die gegeven. Als ik naar de mensen om U heen kijk, dan heeft U van uw huisgenoten veel gevraagd. Ik weet zeker, dat ik namens U allen spreek als ik over uw hoofd heen ook hen bedank voor hun aandeel in het werk dat U heeft gedaan. U had te maken met fraktie, commissies, achterbannen, het publiek en de pers. Ik wil de pers hier in het bijzonder even naar voren halen, want die volgt het zo op de voet en zo nabijHen wil ik bedanken voor hun werk gedurende deze periode. Het is goed dat er pers is, dat is al zo vaak gezegd en dat hoeft niet herhaald te worden. Ik wil ook de mensen, die niet aan deze tafel zitten in deze toespraak betrekken. Mensen die er wel echt bijhoren. Bijvoorbeeld al die burgers, die in de commissies hebben gezeten en hun aandeel vaak in stilte hebben geleverd. Zonder andere commissies tekort te doen wil ik er ééntje uithalen nl. de commissie woonruimteverdeling. Die wil ik hier speciaal noemen voor hun uiterst moeilijke werk Ik vind dat zij een extra pluim op de hoed verdiend hebben. Tenslotte de mensen van Soest, waarvoor we het doen. We doen het voor de burgers, we doen het voor elkaar. Er was nogal eens kritiek op ons werk. Ik vind dat dat moet kunnen en als het terecht is moet het ook gezegd kunnen worden. Ik hoop dat de burgerij van Soest ook in de komende vier jaar het werk van onze raad nauwkeurig wil volgen daar heel dicht bij wil zijn. Ik vind dat erg belangrijk, opdat U merkt dat U het voor hen doet en dat U hoort hoe U het zou moeten doen. Tenslotte dank aan een ieder, die het hier in directe en indirecte zin heeft mogelijk gemaakt. Dan begin ik met mijn linkerbuurman, de heer Kruitwagen. Ik hoop, dat wij de komende vier jaar weer voorspoedig verder kunnen gaan. In hem dank ik de ambtenaren, de bodes, de dames van de koffie en niet in de laatste plaats de mensen van deze school, die ons zo gastvrij onderdak zijn gaan verlenen en waarvan in ieder geval het college bijzonder blij is dat wij hier zo plezierig kunnen vergaderen in deze ruimte. Er zijn er een aantal onder U, die ons definitief gaan verlaten. Er zijn er bij die heel lang in deze raad hebben gezeten en er zijn er bij die kort in deze raad hebben gezeten. Het college heeft gemeend om een zilveren ere-penning toe te kennen aan diegenen, die twaalf jaar of langer in deze raad hebben ge zeten. Als blijk voor onze erkentelijkheid voor de lange periode waarin zijn hun werk hebben verricht ten behoeve van de gemeente Soest. Uiter aard zijn we ook degenen erkentelijk die dat minder lang hebben gedaan en om dat te onderstrepen zullen we U straks graag een kleine attentie willen overhandigen, nl. een speciaal voor deze gelegenheid gemaakte ets van Ruby Hartgring uit Den Bilt. Zij heeft een ets gemaakt van een plekje hier uit Soest, waarvan 12 genummerde exemplaren zijn gemaakt.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 147