21 oKtober 1982 Het zal in de ogen van de meerderheid van deze raad allemaal wel formeel wettelijk en in orde zijn, maar ik vind uw aktie moreel onjuist en in het verlengde van de agressie die een aantal maanzieke jongeren heeft gedemon streerd, door al eerder deze maand het kampje kort en klein te slaan. Steeds minder heeft men ontzag voor de spullen van een ander en wat erger is begrip voor de idealen van een ander. Deze intolerante maatschappij waarvan de vliegbasis Soesterberg een symbool is, wordt met de dag dreigen der en onleefbaar. De wapenwedloop, de dreiging van een nucleaire oorlog, waarvan de vliegbasis in Soesterberg ook een symbool is, kan alleen nog door vrouwen gehinderd worden. U hebt deze demonstratie van vrede, die zoveel agressie heeft opgewekt, onmogelijk gemaakt. In de Soester Courant las ik gisteren, dat het college van burgemeester en wethouders, inclusief de PvdA-wethouder dus, dit besluit unaniem heeft genomen. Onbegrijpelijk, omdat nog in juni de toenmalige fraktievoorzitter van de PvdA mij kwalijk nam, dat ik haar naam niet genoemd had bij de tegen standers van uw beschikking ten aanzien van het vrouwenvredeskamptoen volgens mij alleen Harry Jonker en ik duidelijk bezwaar aantekenden tegen uw plannen in de besloten vergadering van de commissie A.B.Z. Dat U daarna, mijnheer de voorzitter, nooit meer deze commissie heeft ge raadpleegd, neemt Progressief Soest U zeer kwalijk en daar slaat mijn derde interpellatievraag op. Bij vraag 1, mijnheer de voorzitter, moet U niet straks gaan zeggen wat in uw brief van 18 oktober al staat, nl. dat U een waarschuwing op 12 oktober om 14.00 uur achterwege liet, omdat deze waarschuwing al op 21 juni en op 3 september schriftelijk was verwoord. Dat vind ik flauw en kinderachtig. Zo ga je niet met volwassen mensen om. De situatie op 12 oktober was, na alle schorsingsprocedures, geheel anders. Wanneer U ge luisterd had, met name naar Leidje Tomassen, die aanwezig was ter plekke, dan had U beter kunnen weten. Mijnheer de voorzitter, U moet vanavond ook niet opnieuw aankomen met uw argument, dat U 's morgens op 12 oktober om 11.00 uur toevallig een ontmoeting had met een delegatie vrouwen die een handtekeningenaktie kwam aanbieden en niet van de recente gebeurtenissen op de hoogte was. Deze delegatie "Vrouwen voor Vrede", afdeling Soest in het gemeentehuis had op dat moment geen enkele direkte relatie met de 10 kamperende vrouwen in Soesterberg, die aan het opruimen waren in af wachting van de laatste berichten. Wat in uw brief staat is onjuist. Door uw gebrek aan informatie weet U niet het verschil tussen de afdeling Soest van "Vrouwen voor Vrede" die sympathiseert met het Vrouwenvredeskamp en de Vereniging Vrouwenvredeskamp, waar U juridisch mee in de clinch lag. Mijnheer de voorzitter, U hebt met uw ontruiming (ik citeer nu de advocate) zonder waarschuwing of overleg vooraf niet de nodige zorgvuldigheid in acht genomen. Door zo kort na het bekend worden van het afwijzen van het schor- singsverzoek al tot ontruiming over te gaan, hebt U de deelnemers van het Vrouwenvredeskamp niet de gelegenheid gegeven dit zelf te doen. U hebt hiermee onnodig overheidsoptreden veroorzaakt met de daarbij belachelijke kosten. Uw optreden vind ik afkeurenswaardig en niet passend in een recht staat als Nederland, vandaar mijn interpellatie. De VOORZITTER Het overgrote deel van U weet ongeveer hoe de zaak stap voor stap is gegaan. Naar aanleiding van een aantal opmerkingen van de heer Visser heb ik toch wel behoefte om in het kort de hele zaak de revue te laten pas seren om de zaken recht te zetten waar ze rechtgezet moeten worden. Anders krijgt U een verkeerde indruk. Bovendien is er een groot aantal nieuwe leden in de raad en een deel van deze kwestie heeft zich in de oude raadsperiode afgespeeld Het vrouwenvredeskamp is aangevangen op 24 mei jl. door een terrein te be zetten op Het Hoogje later zijn de vrouwen 40 meter verderop gaan zitten. -3-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 192