21 oktober 1982 Toen heeft de zaak wederom gediend bij de voorzitter van de afdeling recht spraak, overigens niet bij dezelfde voorzitter, en deze heeft het schorsings- verzoek afgewezen omdat hij vaststelde dat wij alles hadden gedaan volgens de regels van het spel. Daar gaat het hier om. Die uitspraak is een dag later om 10.00 uur bij ons binnengekomen telefonisch. De uitspraak is ook aan de vertegenwoordigster van het vrouwenvredeskamp doorgegeven. Op dat moment had het college vergadering en is er uitvoerig over gesproken. Wij kwamen tot de konklusie, dat het verstandig was direkt op te treden omdat wij geen enkele aanwijzing hadden ontvangen, dat de vrouwen zelf weg zouden gaan. U stelt, dat ik ze om elf uur nog heb ontmoet. Ik heb ze inderdaad om 11 uur ontmoet en ze er toen nog zeer nadrukkelijk op gewezen dat ze onmiddellijk weg moesten gaan. Bovendien hadden ze toen kunnen mededelen, dat zij bezig waren met het opruimen van het kamp en dat hebben zij niet ge daan. Er is niets gezegd tegen mij. De delegatie bestond uit een aantal vrouwen van de Vrouwen voor Vrede uit Soest en een drietal dames uit het vrouwenvredeskamp. Zij zijn in ieder geval uitdrukkelijk gewaarschuwd en hebben zich er kennelijk niets van aangetrokken, want wij hebben tot het moment van de ontruiming zelve om 14.00 uur niets gemerktWaarom hebben wij toen het kamp zonder verdere waarschuwing ontruimd Ik wijs er op, dat dit geen ontruiming was door de politie, maar door gemeentewerken op verzoek van het college. De politie was alleen aanwezig voor bescher ming van degenen die daar waren, voor zover dat nodig was. In een zeer vlotte en goedlopende aktie is toen het kamp ontruimd, waarbij de vrouwen maar in beperkte mateprotesteerden in die zin, dat zij op het toegangspad gingen zitten arm in arm. Het enige wat de politie toen gedaan heeft is dat zij de vrouwen opzij geschoven heeft,zodat de auto's van gemeentewerken er langs konden. Ik ben daar zelf bij geweest in aanwezigheid van de officier van justitie en de commissaris van politie. Wij waren daar met 25 mensen van gemeentewerken en met 25 mensen van de gemeentepolitie Soest en omdat er toevallig die dag een groep mensen van de politie opleiding- school was, zijn die aspiranten ook aanwezig geweest niet om op te treden maar om te kijken hoe zoiets gaat, uit educatief oogpunt. Door de advocate van de vrouwen is een kort geding tegen ons aanhangig gemaakt, hetgeen een dag later weer ingetrokken is Wij hebben zo snel opgetreden om escalatie te vermijden. Daar ging het om. Je wilt vermijden enerzijds dat zo'n kampement wordt versterkt door allerlei materiaal en anderzijds groepen die denken, nu is er een uitspraak gedaan en het kamp blijft toch staan,er naar toe gaan en wellicht zelf het kamp platleggen. Wij hadden daar reden voor om dat te denken, omdat hetzelfde tenslotte een week tevoren was gebeurd. Tenslotte wil ik afsluiten met een verklaring mijnerzijds, die meer van algemene strekking is. Deze verklaring heeft eigenlijk alles van doen met het antwoord op vraag drie. Heer Visser. Ieder weldenkend mens heeft zorg over de bewapeningswedloop, U, wij allen zoals we hier zitten, ikzelf, iedereen. Het gaat dan om het middel waarmee resp. de wijze waarop de doelstelling, die ook die van de Vereniging Vrouwenvredeskamp is nl. vrede en ontwapening, kan worden bereikt. De opvattingen beginnen uiteen te lopen in onze samenleving als de vraag gesteld wordt Mag bij het nastreven van deze doelstelling de wet overtreden worden of mag dat niet Het lijkt een zwart-wit vraag maar het is dat niet. Wat is het criterium wanneer je gerechtigd bent om de wettelijke regels te overschrijden. Het is goed voorstelbaar dat je regels overschrijdt en dat de overheid er mee instemt. Dat heet tegen woordig gedogen. Wij hebben dat in dit geval in de beginperiode ook gedaan. Zorgvuldige belangenafweging komt nu wel voorop te staan. Het gaat om de doorslaggevendheid van bepaalde belangen ten opzichte van andere belangen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 194