21 oktober 1982
Heer VAN DEN BRAKEL Wij zijn in onze raad de laatste tijd gewend om over
bezuinigingen en geld te praten. Ik kan mij echter niet aan de indruk ont
trekken, dat het beleid wat wij moeten voeren helemaal niet meer aan de
orde komt. Wij hebben hier een aantal verhogingsvoorstellen waarbij ik in
het bijzonder de reinigingsrechten wil noemen. Ik dacht dat dit punt in
ieder geval ook in de commissie openbare werken aan de orde zou moeten
komen. Ik heb aan het begin van het jaar aan de wethouder een overzicht
gevraagd over het funktioneren van de nieuwe wijze van vuil ophalen dat
bleek bijzonder positief te zijn, ook wat betreft het aantal km3 afval wat
wij af moesten voeren. Er waren duidelijke bezuinigingen. Er is ons toen
toegezegd, dat wij na verloop van een aantal maanden nog eens een evalua
tie zouden hebben met betrekking tot het aangeboden huisvuil. Ik ben van
mening, gezien het huidige funktioneren, dat wij aanmerkelijk minder
huisvuil aangeboden krijgen dan in het verleden. Wij hebben het laatste
halfjaar hierover niets gehoord de commissie openbare werken staat wel
op papier maar werk is er nog niet gedaan. Ik vind dit geen manier van be
sturen. Wij hebben als raad een verantwoording nu moeten wij vanavond
beslissen over geld, maar of dat bedrag nodig is daarover weet de commis
sie openbare werken niet mee te praten, omdat zij die gelegenheid ook niet
heeft gehad. We zouden misschien als commissie openbare werken bepaalde
ideëen aan kunnen dragen, die er toe leiden dat deze verhoging niet hoeft.
Een dergelijke verhoging ben ik tegen ik zal wel met de 4% van mijn
fraktie meegaan. Ik vind dat wij ten aanzien van geld ook beleid moeten
maken.
De VOORZITTER We hebben een nieuwe wethouder hij is natuurlijk bereid
om dat gesprek aap te gaan, maar aan de andere kant is het zo, dat als U
het zo graag eerder had willen hebben dan wil ik U de suggestie meegeven
dat U er de volgende keer zelf even om vraagt.
Heer VAN DEN BRAKEL De wethouder van openbare werken is daar niet alleen
verantwoordelijk voor. U als college praat al maanden over geld en dan mag
ik aannemen, dat wanneer U bij het punt reinigingsrechten komt U er aan
denkt, dat er nog een commissie van advies is. Twee weken terug heb ik een be
richt ontvangen twee dagen voor de officiële commissievergadering, dat de
commissievergadering niet doorgaat wegens het ontbreken van punten op de
raadsagenda en dan komt de raadsagenda waar wel beslissingen opstaan ten
aanzien van het bedrijf gemeentewerken. Dan denk ik, waar zijn we nu mee
bezig.
Heer MENNE Is dit nu nodig, vraagt de heer Van den Brakel, vanuit zijn
technische belangstelling. Het is op de eerste plaats natuurlijk een
financieel probleem. Mevrouw Blommers heeft terecht gesproken over wat
voor soort heffingen het hier gaat. Natuurlijk moeten wij kijken naar
de kosten, zei mevrouw Allard. Dat is zo, dat moeten wij altijd zoveel
mogelijk doen. De heer Van Gelder is van mening, dat daar in de commis
sie onvoldoende antwoord op is gegeven met name voor wat betreft die
kosten. Wij hebben toen gezegd, de onderverdeling van de kosten van de
verschillende posten heeft het college nog niet, maar van de totalen
kunnen wij U wel de kosten presenteren, hetgeen ook gedaan is. Wij heb
ben de heer Van Gelder toen ook gewezen op twee brieven, die aan binnen
landse zaken zijn geschreven. Ik geef mevrouw Allard gelijk, want het
is natuurlijk heel plezierig om het totale plaatje te hebben. Wij zijn
daapmee bezig. Nu gaat het vanavond om verhogingen belastingen, rechten
voor bewezen diensten met uitzondering van de hondenbelasting, maar het
zijn toch verhogingen waarvan wij vinden, dat ze noodzakelijk zijn.
De reinigingsrechten komen nu op 100,60 per jaar. Daar zijn terecht
opmerkingen over gemaakt, want wij moeten niet zomaar verhogen. Als we
dit bedrag vergelijken met omliggende gemeenten 108,in Baarn, 114,
in Amersfoort, 162,in 1982 in Zeist., is dat nog niet het hoogste.