18 november 1982 Miscchien dat U kunt zeggen, dat de samenstelling van de leden van de commissie een invloed kan hebben op het advies. Dat is logisch. De taak van de commissie is om namens de raad beroepschriften af te handelen. Dat is een efficiënte methode, die tot nu toe steeds goed heeft gewerkt. Minstens 95% van onze adviezen zijn door de raad opgevolgd. Het zou ver gelijkbaar kunnen zijn met de behandeling van het beroepschrift in deze voltallige raad oftewel met de aanwezige leden en dan denk ik, dat er niet een veel andere uitslag uit zou komen. Een ander punt is, dat mevrouw Allard stelt dat het advies onzorgvuldig opgesteld zou zijn en dat het zeer kwalijk is. Dat vind ik nogal wat. Dat is natuurlijk niet juist, want mevrouw Allard weet zelf heel goed, dat we dit in zeer goede samen werking doen en de adviezen bijzonder deskundig en ook bijzonder welover wogen en zeer zorgvuldig opstellen. Dit keer is daar absoluut geen uit zondering op. Dat kunt U zien aan de woordkeuze en aan de uitvoerige be handeling van alle verslagen en het gegeven van de uiteindelijke onder bouwing van onze besluitvorming. Andere punten, die genoemd zijn is o.a. dat de raad in juni niets zou weten en dan komt er een groot aantal op merkingen. Natuurlijk wist de raad dat wel, want dat is overal te vinden. Ik heb ook gezegd, dat bij dat vol beroep al de punten die bekend waren behandeld en weer behandeld zouden moeten worden en dat is gedaan. Na tuurlijk zijn A.G.V. en het feit dat er lawaaioverlast is en woningbouw deel van de besluitvorming. Wat wel nieuw is en dat heeft mevrouw Allard vergeten te noemen; Er is niet alleen een toezegging, maar ik durf te noemen overeenkomsten met Gedeputeerde Staten. Dat is wel nieuw, want dat houdt o.a. in a) woningbouw wordt in dat gebied bij aanleg van de afslag mogelijk, b) defensie is bereid grond over te dragen, c) er is een duide lijkheid ontstaan over de kostendrager van de voorzieningen die getroffen moeten worden om lawaaioverlast van Kontakt der Kontinenten e.d. zeker te stellen. Dat zijn punten, die wij in juni niet wisten en dat zijn toch aanzienlijke veranderingen ten aanzien van hetgeen wij in het verleden wisten. Heer BLOM Ik moet U zeggen, dat het voorstel van juni aan de raad van burgemeester en wethouders aanzienlijk evenwichtiger was dan het voor stel dat nu van de commissie beroepschriften afkomt. Daarmee doe ik ambte naren nu en toenniet tekort. In het stuk van burgemeester en wethouders van juni zijn alle argumenten genoemd, voor en tegen, de harde feiten en de harde cijfers en op grond daarvan heeft de raad beslist. In het verslag van de beroepschriftencommissie zijn een aantal dingen nu wel genoemd, maar ik moet zeggen op een uiterst onevenwichtige manier. Daar kan de commissie voor beroepschriften niet altijd zelf wat aan doen, maar als dat gebeurt ver-wacht ik in ieder geval dat aanvullende informatie door de commisie voor de beroepschriften zelf gegeven wordt. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over rijksweg 223 in het verslag, maar de onaardigheid in de problematiek is nu juist dat de oost- en de westkant precies tegengestelde effekten hebben. Daar ging het stuk van burgemeester en wethouders ook over. Ik vind het voorts jammer, dat de beroepschriftencommissie toch niet opgehouden is, bij blz. 4 onderaan de commissie is van mening, dat het college de aanlegvergunning terecht wegens strijd met het bestemmingsplan heeft kunnen weigeren. Er zijn kennelijk allerlei redenen en mogelijkheden om verder te gaan dan dat. Ik heb toch een beetje de indruk, dat na de principe-afwijzing van de raad in juni de beroepschriftencommissie op de stoel van burgemeester en wethouders is gaan zitten. Dat vind ik op zijn zwakst gezegd onhandig en onplezierig. Ik vind het jammer dat art. 30 te voorschijn is getoverd. Het nieuwe feit is, wat G.S. in een verslag laat noteren In mijn eigen woorden Bij het wel aanleggen van een afslag vermindering van natuur wetenschappelijke waarde en geen waarde meer voor defensie en dan citeer ik "met het oog daarop zal het niet onoverkomenlijk zijn om het onderhavige gebied een andere bestemming te geven.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 221