iber 1982
jf
3de
ar
in
st-
o-
uim
in
van
r-
inen
l
:én
>nd
se
aan
;en
r-
van
raads-
voerd
Hen
tem-
r zou
u ik
nea
.len
hrif-
art
de
Aan
sn is
Crijger
co uw
sweg
Ik
stop-
18 november 1982
Ik heb gezegd, dat er dan een druk op Soest komt vanuit de Rijksweg 28 via
de Richelleweg naar Soest, met name Ossendamweg en Vondellaan. Bovendien
geeft handhaving van de cyclus daar tevens de mogelijkheid dat het verkeer
wat vanaf de rijksweg 28 komt zich eerst nog wel bedenkt om door die lichten
heen te gaan, zoals ze nu liggen. Je blijft het verkeer daardoor dwingen
de rijksweg 28 te gebruiken waardoor dan de verkeersveiligheid op de rijks
weg 23, die straks provinciale weg wordt, groter wordt. Bovendien zou ik
U willen vragen om bij de behandeling van het bestemmingsplan Amersfoortse-
straat dan ook de medewerking van Gedeputeerde Staten te vragen om met be
trekking tot de indeling en inrichting van die weg ook het nodige te willen
doen, bijvoorbeeld smaller of tweebaans hetgeen de veiligheid bevordert.
Heer VAN GELDER Ik begin langzamerhand een principieel bezwaar te krijgen
tegen de manier waarop wij van uit deze gemeente opereren naar anderen toe.
Op het moment dat er iemand naar ons dreigt, zijn we onmiddellijk bang en
doen we meteen wat hij zegt, want anders zou hij ons wel eens kunnen gaan
vertellen wat we moeten doen. Dat hebben we nu met de afvalverordening ge
had en we hebben het al eerder gehad en nu hebben we het weer. Gedeputeerde
Staten zeggen, dat als wij niet meewerken zij het streekplan niet zullen
wijzigen om daar woningbouw toe te staan. Streekplannen hebben het eeuwige
leven niet die moeten vastgesteld worden. Je kunt daartegen nog altijd
in beroep gaan. Als de bestemming inderdaad is gewijzigd en defensie wil
de grond niet afstaan, kun je daartegen in beroep gaan. Ik denk, dat wij op
de verkeerde weg zijn als we steeds het hoofd in de schoot leggen. Ik denk
toch, dat hier het argument meer aangegrepen wordt om iets door te drukken
wat in het verleden niet kon. Dat vind ik jammer. Ik vind, dat je zo een
dorp als Soest niet moet besturen. Wij zijn tegen.
Heer VAN LOGTENSTEIN Ik wil hetgeen de heer Ebbers heeft verwoord gaarne
ondersteunen
Heer BLOM Ik geloof inderdaad, dat wij vooral de verantwoordelijkheid
daar moeten leggen waar die behoort te liggen. Dat is voor provinciale
belangen bij de provincie en voor gemeentelijke belangen bij de gemeente.
Daarmee wil ik zeggen, dat de argumenten die in het voorstel staan die niet
de verantwoordelijkheid van de gemeente Soest zijn naar mijn smaak niet
mee zouden moeten tellen. Het gaat er om of primair de Soester belangen ge
diend zijn, maar ik herinner me ook een eerdere uitspraak van de voorzitter
van dit college "Daarbij mogen we zeker over de grenzen kijken en we hoeven
niet uitsluitend het enge belang van onze gemeente op het oog te hebben."
Daarom verbaast het mijdat U op het compartimententheorieverhaal zo weinig
gereageerd hebt. Als U de feiten in uw eigen stuk van juni bekijkt, ziet U
dat er met afslag er lokaal verkeer langer over tweestrooks-wegen gaat dan
zonder afslag. Rijkswaterstaat zegt, dat AGV het juist heeft voor wat be
treft de cijfers, maar wij gaan daar verder niet op in, want met afslag past
dit beter in onze compartimententheorie. Als U de compartimententheorie na
gaat en het naast de cijfers legt, die als juist zijn aangemerkt, dan is het
omgekeerde het geval.
De eenheid van het gebied Zeister Spoor met het omringend gebied is een
extra argument wat in het inhoudelijke voorstel staat. Terecht heeft in
het gesprek met Gedeputeerde Staten het college van B&W betoogd, dat natuur
lijk nu de eenheid met Apollo niet aanwezig is - het is geen woningbouwgrond -
maar wanneer het daar gemaakt zou worden het wel degelijk een eenheid vormt
met bestaand bebouwd gebied. Dus dat het nu geen eenheid daarmee vormt als
het bebouwd zou worden met het aanliggende gebied aan de andere kant is logisch,
maar daar ging juist de bestemmingsverandering om. Blijft het feit, dat als
laatste in de brieven wordt aangevoerd, dat rijkswaterstaat belang heeft bij
deze afslag, dat voornamelijk argumenteert omdat in 1974 het college in prin
cipe accoord is gegaan met deze afslag. Ik moet zeggen, dat rijkswaterstaat
in het dorpshuis Soesterberg openbaar verklaard heeft, dat het belang vooral
een Soester belang is en niet zozeer een bovenlokaal belang.
-20-
-21-
1
r