25 november I982 De VOORZITTER: Ik zou graag in tweede instantie het woord weer aan het college willen geven en wel aan de heer Menne, waarbij hij meteen zijn visie geeft op het amendement Visser. Dan de motie nummer III. Heer MENNE: Dat amendement van 4 en 2% vind ik uit een oogpunt van sociaal iets voor elkaar over hebben onzorgvuldig. Dus dat wijs ik af. Voorts wil ik graag toch even de heer Visser antwoorden op zijn vraag met betrekking tot de muziekschool. Hoe het dan wel zou moeten. Het is natuurlijk duidelijk, dat we voor echte armen, die het nodig hebben, in de bres moeten springen. Dat is juist. En, mevrouw Allard, natuurlijk moeten we niet alles zwart wit zien. Elke medaille heeft zijn keerzijde. Als wij als raad afspreken dat een. begroting sluitend dient te zijn en wij hebben sinds Thorbecke bepaalde taken als gemeente, die zijn geëvodueerd. Tot op dit moment zijn er bepaalde taken overgebleven. Het ligt toch voor de hand dat wij dat afwegen. Ik moet daar gewoon eerlijk in zijn. Bij de afweging, mijnheer Visser, moeten we de minst draagkrachtigen naar vermogen beschermen, naar vermogen ook inderdaad ten dienste zijn. Dat moeten we ook doen. Ik zeg niet, dat die muziekschool moet worden opgeheven. Ik vind, mijnheer Visser, u moet eerlijk zijn. Als u belooft dat u de begroting sluitend wil maken, dan moet u daar ook achter staan, en dan moet u niet sympatiek hier doen vanavond voor mensen die nou toevallig aanwezig zijn. Financieel zal deze gemeente gezond worden. We hebben geevodueerd; ontwikkeld sinds Thorbecke. Als u ziet"wat hier op een lijst staat dan is dat toch de laatste jaren wat hier tot stand gekomen is. Ik wil niet zeggen, dat dat minder is dan het andere. Maar het is wel zo, dat wij weten als college welke taken voor deze gemeente essentieel zijn. Dat dient u nu af te wegen en daarvoor dient u niet uit de weg te gaan. Als u achter uw bureau of in een kamertje zegt: de begroting moet sluitend zijn en goed daar zet ik mijn handtekening onder Heer VISSER: Dat heb ik toch voorgesteld. 4%. Heer MENNE: De heer Van Gelder zegt inderdaad: Wij zullen zometeen, met be trekking tot dê C-projekten, besluiten, als we daar de dekking voor aan geven. Dat ben ik volstrekt met u eens. Ik heb dus begrepen, dat u bij uw berekening uiteindelijk toch tot een verschil ten opzichte van het eerdere voorstel (waar f 300.000.verschil in zat) van f 100.000.bent gekomen. De heer Van Garderen heeft gevraagd of de subsidies die verstrekt worden door andere overheden dan de gemeente Soest ook betrokken zouden zijn bij de verschillende voorstellen. Dat is inderdaad in de projektformulieren gebeurd. Het is niet zo dat dat geweldige bedragen zijn, maar er zijn dus inderdaad enkele projekten bij, zoals muziekschool en Artishock dacht ik, waar rekening gehouden is bij de berekening van de bezuiniging met die aftrekposten die dus komen uit bronnen anders dan de gemeente. Het is zo, dat als een beroep dus gaande is dat dan inderdaad vanaf 1 januari a.s., stel dat dat dus hier besloten wordt, de subsidies worden stopgezet. Dat geldt dus alleen voor die instellingen en verenigingen waar dat ook inderdaad is aangegeven. Maar u weet dat bij de grootsten 1 juli is aangegeven. Ik dacht dat ik het zo juist beantwoord heb. Dank u. De VOORZITTER: Misschien is het goed om duidelijk van onze kant nog even in te gaan op de kwestie van de motie van de heer Van Gelder. De derde motie die gaat over de 10la de heer Zegers en waarvan uw fraktie en andere frakties hebben gezegd dat ze daar geen behoefte aan hebben. Gedeeltelijk ook omdat ze die methode hebben overgenomen. Heer MENNE: Dat is correct, ik kan die motie niet overnemen. De VOORZITTER: Ik dacht dat we dat zo zouden moeten formuleren: Wij hebben geen behoefte aan de motie, ook al omdat wij menen dat het gemeen overleg dat wij nu voeren kan leiden tot betere resultaten dan nu moties aan te nemen met elkaar. Het mag natuurlijk, het moet ook kunnen, maar aan moties waar de meerderheid van de raad en ook het college geen behoefte heeft dan wordt het allemaal wat erg moeilijk. - 24 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 261