16 december 1982
wat het college wil.
Mevrouw ALLARD-KNOL Ik ga akkoord met het voorstel vari het college. De argu
menten kent U. Die sluiten voor een groot deel aan aan datgene wat de heer
Van Gelder heeft gezegd. Ik ben alleen van mening, dat deze niet met terug
werkende kracht moet worden ingevoerd. Dus deze regeling moet worden inge+
voerd vanaf het moment dat de nieuwe raad is aangetreden.
De VOORZITTER Dus september 1982.
Heer VERHEUS Mag ik nog een aanvullende vraag stellen naar aanleiding van
het amendement van de WD. Is het zo, dat de fraktie van de WD voor wat
betreft de korting van de inkomsten het collegestandpunt volgt of de door
ons voorgestelde wijziging
Heer JACOBS Ik heb net gezegd, dat wij één amendement hebben met betrekking
tot de regeling binnen zes maanden en voor de rest onder handhaving van de be
staande regeling. Dat betekent dat wij ons accoord kunnen vinden in de huidige
kortingsregeling, dus niet zoals voorgesteld door het college.
De VOORZITTER Dat is heel iets anders. Er is aan de orde een voorstel van
het college. Daar is een amendement op ingediend van de WD op één onderdeeltje.
Dat betekent dat de WD met het overige akkoord gaat. Het overige is het overige
van het voorstel van het college van B&W. Zo zijn de regels van het spel.
Heer VERHEUS Wij kunnen ons amendement in dat opzicht daar helemaal bij aan
passen en dat brengen we dan als één amendement in stemming. De hoofdzaak
gaat namelijk om de korting van de inkomsten.
De VOORZITTER Er is een voorstel van het college. Dat voorstel wordt geamen
deerd op twee punten a. door het voorstel van de CDA en dat is het meest
verregaande amendement en b. door het voorstel van de VVD, waarbij gezegd
is niet zo ver te willen gaan als het CDA, maar alleen het punt van 3 maanden
naar 6 maanden brengen. Ik zou U willen adviseren over het amendement van
de heer Verheus als eerste te stemmen.
Als niet betrokkene bij deze zaak wil ik nog twee dingen stellen. De heer Verheus
heeft gezegd, dat de CDA fraktie liever niet aan positieverbetering van de wet
houders doen in deze huidige economische situatie. Ik heb het zo gelezen en
velen met mij er moet hier niet gesproken worden van een positieverbetering
maar een onbillijkheidin de huidige regeling, die rechtgetrokken wordt. Het
heeft nooit in de bedoeling gelegen van dit college om hier een positiever
betering na te streven. Geen van de wethouders bedoelt dat ook maar enigszins.
De politiek kan pas goed funktioneren als iemand die het niet eens is met het
beleid van de meerderheid daar zijn konsekwentie uit kan trekken. Ook omgekeerd,
dat de meerderheid die man of vrouw kan dwingen om op te stappen en niet door
dit soort zaken gedwongen wordt om dat niet te doen.Dat is ook de essentie ge
weest van de wijziging in het parlement. Vandaar dat wij dit hier in Soest in
navolging van honderden gemeenten zo hebben gedaan.
Heer MENNE Ik wil graag een stemverklaring afleggen. De wachtgeldregeling
voor wethouders op dit moment vind ik goed. In dit nieuwe voorstel zit zulk
een verbetering in, dat dit niet past eigenlijk in een tijd waar wij dagelijks
gekonfronteerd worden met veel zaken die van anderen gevraagd worden. Ik vind
dit zo'n verbetering, dat dit toch wel flagrant afsteekt.
Heer VERHEUS Ik voel me enigszins aangesproken. De heer van Gelder gaat het
accent leggen, dat we gekwalificeerde wethouders moeten hebben en dat we met
de oude regeling minder gekwalificeerde wethouders zou krijgen. Ik betwijfel
dat. Bovendien gaat het ons niet om de positie van de wethouders zoals U het
suggereert. Het gaat ons om de essentie van het voorstel en in dat opzicht
kunnen wij het voorstel van de WD ook overnemen. Het gaat er om, dat de
huidige kortingsregeling, die een alleszins billijk karakter heeft niet voor
die wethouders zou mogen gelden. Ik heb voorgesteld, als de WD zegt die korting
wegens neveninkomsten willen wij handhaven zoals die nu is, wij mee kunnen
gaan met die twee maal zes maanden.
-16-