eid etc. k- igd o .t .t [een dat in it it Lële punt sn noge- ze aan- den en nder egen- etten. den en. de denen erk- 18 maart 1982 zij met cijfers en feiten geboekstaafd kwam en ons overtuigde dat die cijfers en feiten goed waren. Mevrouw ALLARD-KNOL Gaat U in de werkgroep zitten mijnheer Bolhuis Heer BOLHUIS Dat maakt niets uit of ik er in ga zitten of een ander van onze fraktie. Ik heb het over een vertegenwoordiging van alle frakties. U moet dat niet zo persoonsgebonden zien. Dat is ook de reden waarom ik op het betoog van de heer Visser niet zal ingaan, want ik vind dat ook wat persoonsgebonden. Als de heer Visser boven dien zegt, dat er van alles in Soest aan ontbreekt, heb ik wellicht iets gemist van het daar tegen zijn op het juiste moment of het geven van een andere oplossing op het juiste moment. Dan herinner ik hem nog maar even aan de laatste raadsvergadering waarin de be groting 1982 werd behandeld en waarvan hij dan nu drie maanden later zegt:Ik heb er spijt van dat ik toen voor heb gestemd" Heer KINGMA Nu bent U persoonlijk mijnheer Bolhuis, want nu sprak U alleen over U zelf en niet over uw fraktie. Heer BOLHUIS Daarom zei ik al, dat ik verder niet op de opmerkingen van de heer Visser inga. Ik zou het bepaald betreuren als de fraktie van de P.v.d.A. op haar standpunt bleef staan, dat ze alleen maar zitting in de werkgroep wil nemen als alle frakties daarin deelnemen. Ik zou het daarom betreuren, omdat ik vind dat men een eigen politieke koers moet varen en zich niet afhankelijk moet stellen van het op treden van een andere fraktie. Men moet van de gelegenheid gebruik maken om gezamenlijk de schouders onder zo'n zaak te zetten en zich niet laten hinderen door een wat suggestief Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN Daar hebben wij geen werkgroep voor nodig. Als we dat willen kunnen we dat ook op andere manieren. Heer BOLHUIS Als U dat op een andere manier wilt, dan hebt U die niet voorgesteld. Mevrouw Allard heeft nog een opmerking gemaakt, die mij heeft verbaasd. Zij zegt :"Het dagelijks bestuur moet een dagtaak blijven vervullen". Daar moet ik om lachen. Dat klinkt als of deze werkgroep in het leven zou worden geroepen, het college van burgemeester en wethouders geen dagtaak meer zou hebben. Zo is het geloof niet, mevrouw Allard. Ik denk, dat het college daar naast nog voldoende te doen heeft en dat U geen zorgen behoeft te hebben over de vraag of het college een dagtaak blijft houden. Als U de oplossing ziet om in samenwerking met de financiële commis sie te zoeken naar bijsturingsmogelijkheden bent U in feite in strijd met uw eerste gedachte, dat het in de werkgroep niet zal lukken omdat" U een heel ander alternatief voorstond. Dat is een beetje inkonsekwent Mevrouw ALLARD-KNOL Vervelend is, als een verhaal wat je gaat op bouwen zo uit zijn verband wordt gerukt. Om op de laatste opmerking van de heer Bolhuis in te gaan, dat het inkonsekwent is om te zeggen dat we er niet aan meedoen, maar toch willen helpen met bijsturen als er begrotingsposten worden overschreden. Ik hoop, dat U zich de dis cussie zult herinneren in de financiële commissie waar ik andermaal een uitspraak heb gevraagd om in juni met een tussentijdse rapportage te komen over de lopende begroting. U heeft dat toegezegd. Ik wil graag meehelpen denken om mogelijkheden te zoeken voor posten die worden overschreden. Als er gevraagd wordt waarom wij niet mee willen helpen met gezamenlijk de schouders er onder te zetten moet ik U zeggen, dat ik daar bezwaar tegen heb. Als politieke partij die niet in een college zit denk ik dat wij ons altijd zo hebben opgesteld om toch konstruktief mee te helpen en niet verzaakt hebben in onze plicht om te helpen. Dat wil niet zeggen, dat we het overal mee eens waren. Voorts wordt er gezegd, dat de methode van de zero-base die onze fraktie voorstaat niet de juiste is. Het merkwaardige is, dat ik in het verhaal van de heer Bolhuis juist dat financiële beleid mis. -14- -15- >82 >gd in 1- iet LUt i i

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 50