- Is er sprake van structurele gelijkwaardigheid Ik denk,dat dat niet waar
is. In die korte tijd waarin wij bezig zijn kun je niet stellen, dat alle
bezuinigingen cp alle verschillende sectoren binnen de gemeente structureel
gelijkwaardig zijn. Dat veronderstelt ook, dat je een zeer nauwluisterende
afwegingsmethodiek hebt en die is er niet geweest.
- Of de projectenlijsten op de juiste wijze zijn ingevuld Ook ons is opge
vallen, dat de kwaliteit verschillend is bij het invullen van de projecten-
lijsten. Het is erg moeilijk in de relatief korte doorlooptijd zulk soort
dingen te gaan rechtbreien met de mensen samen. Als mensen zelf niet met
aktiviteiten/projecten naar voren komen dan is het 'voor een buitenstaander
- die bovendien die opdracht niet heeft om ook het funktioneren van die
organisatie nader te bezien - niet te doen om dan te zeggen, daar moet U
correcties in aanbrengen, want dat is niet goed gedaan. Als je dat zou
willen doen, betekent het, dat je een echte doorlichting zou moeten hebben
van het funktioneren van het gemeentelijk apparaat en ik wil nogmaals het
-misverstand uit de weg ruimen dat dit hier zou hebben plaatsgevonden, het
geen niet liet geval is.
- Op blz. 15 inzake de beschrijving van de methode v.w.b. lijst B uitgaven-
reductie. De eerste zinsneden hebben betrekking op het stukje reductie dat
in de basisprognose plaatsvindt. Wat je daar uithaalt, zijn de dingen die
in principe min of meer vanzelf beschikbaar komen (bijv. iemand die met
pensioen gaat en waarvan je dan in die basisprognose in eerste instantie
aanneemt dat die plaats niet wordt opgevuld. Aansluitend daarop worden in
deel B van de projectenlijst(reducties verzamelen), welke mogelijkheden
tot reducties er zijn door uitdrukkelijk daartoe te beslissen. Op korte
termijn is het inderdaad zo, dat alleen die reducties in de uitgaven en
reducties in de voorzieningen, die aanstonds leiden tot vermindering van de
uitgaven interessant zijn. Anders krijg je nlhet verschijnsel dat je inder
daad wel minder kunt gaan doen op een bepaald gebied, maar je zit nu eenmaal
met een vast personeelsbestand en de kosten ontstaan niet doordat die mensen
aan een bepaald project werken. De kosten ontstaan, doordat zij er zijn en
12 x per jaar hun salaris krijgen uitbetaald. Op langere termijn is het des
ondanks interessant om zulke ideeën toch wel vast te houden en dat is. ook
gebeurd, maar dat staat dan op lijsten die U niet hebt gevonden. Zij komen
voor op de lijsten, die in eerste instantie zijn verzameld in de kolommetjes
aangeduid met p.m.hetgeen betekent het is een goed idee wat ingeleverd is,
maar wordt vastgehouden voor nadere bestudering naderhand. Naderhand kan
het wel van betekenis zijn om die veranderingen aan te brengen en dan als
er zich dan die gouden momenten voordoen, dat de mogelijkheid bestaat om
de capaciteit ook een stukje te reduceren, dan weet U op dat moment waar
je dan veranderingen en verschuivingen zou moeten aanbrengen. Dit laatste
stukje betoog staat niet op pagina 15, maar het hoort er eigenlijk wel bij.
Wat er door mevrouw van Gelder van gezegd is, is inderdaad juist.
Antwoorden college
- De voorzitter Wij benadrukken, dat duidelijk vaststaat dat de inhoud van
de voorstellen zoals deze gedaan zijn het voorstel is van het college. De
verantwoordelijkheid berust dan ook geheel bij het college daarvoor. Het
gaat in eerste instantie om een methode waarin Berenschot ons heeft geholpen
om e.e.a. zo ver te krijgen.
- Inzake de vraag van mevrouw Allard over het verleden, hoe het allemaal zo
gekomen is en hoe dus te vermijden voor een volgende keer. Wij hebben over
dit punt al eerder een discussie gehad en toen is gezegd, dat natuurlijk ge
zorgd moet worden dat niet de tweede keer zo'n fout wordt gemaakt en in zo'n
situatie als nu geraken. Dat wordt natuurlijk ook geprobeerd en daarvoor zal
nog heel wat meer moeten gebeuren, dat de eerste stap die vandaag gezet wordt.
Om nu een discussie in Soest te krijgen, waarin wij alles oprakelen uit het
verleden en waardoor alles is gekomen, dacht ik dat wij daar geen behoefte
aan hebben. Dat ligt nog zo vers in het geheugen en iedereen weet dat voldoende.
Ik heb niet het gevoel, dat wij daar veel verder mee komen. Het is belangrijker,
om te zien hoe de situatie nu is en hoe we het kunnen oplossen. Ik heb wel het