Blad 4 vertrouwen, dat als wij met z'n allen deze methode verder weten te ontwikkelen en toe te passen wij daarmee een goede weg inslaan. - Er is gewezen - ook door Berenschot - op de tijdsklem waaronder wij hebben gewerkt met zijn allen en met de tientallen ambtenaren die daarbij betrokken zijn ge weest. Dat wil ik graag nog eens onderstrepen, want dat heeft mede toch wel ons werktempo bepaald en ook heeft het ons genoodzaakt om alleen maar globaal te werk te kunnen gaan en het is natuurlijk zo, dat je pu door deze exercitie een aantal punten constateert, waarvan je je nader af moet vragen of daar niet verder in doorgegaan moet worden in de studie en onderzoek om te zorgen, dat wij daar een efficiëntere methode kunnen volgen. Er zijn een heleboel projecten ge weest, die wel degelijk voor het college interessant zijn maar die niet in de projectenlijst zijn opgenomen, omdat die betroffen opmerkingen hoe misschien •iets efficiënter gedaan zou kunnen worden of waaraan in ieder geval gewerkt zou moeten worden, zonder dat daar meteen een bedrag bij genoemd kan worden. Wij vatten dat samen onder het kopje "Organisatie- en efficiëncyverbetering" Dit moet - zo menen wij- verder worden nagegaan, maar voor de projectenlijsten waar het echt gaat om bedragen, daar kon dat niet. Dus elk voorstel wat tot succes leidt in de zin van een betere en efficiëntere organisatie werkt alleen maar positief op die projectenlijst. - V.w.b. de vraag of dit het college heeft opgeleverd wat het verwacht had. Ik geloof, dat ik dan ja en nee moet zeggen. Ja, in de zin dat de methode en de hulp van Berenschot als buitenstaander ons toch zover hebben gebracht, dat wij nu een duidelijk overzicht hebben van de stand van zaken ook in de komende jaren, hetgeen buitengewoon belangrijk is. Er zijn natuurlijk een aantal op merkingen over te maken, die ook straks wel gemaakt zullen worden en er zullen ongetwijfeld verbeteringen in aan te brengen zijn. Hierbij valt te denken aan toekomstige zaken, die zeer binnenkort de gemeente gaan bereiken, zoals bijv. de rijksbezuinigingsronde, rentestandverhoging t.o.v. de begroting, reinigings kwestie - welke nog verder zal moeten worden uitgewerkt - en hetgeen genoemd staat onder het punt "dorpshuizen". In ieder geval is het zo, dat zodra wij wat meer weten van die zojuist genoemde zaken dan zullen wij zeker de raad daarover nader informeren en dan moeten wij ons daarover nader beraden hoe wij dit verwerken in dit hele systeem. Dat komt dus nog wel bovenop. Het ant woord is genuanceerd je hoopt natuurlijk op nog veel meer bezuinigingsvoor stellen vanuit het ambtelijk apparaat. Toch moet ik zeggen, dat ik alle respect heb voor een ieder die er aan meegewerkt heeft om die voorstellen te doen, zoals ook Berenschot reeds heeft gezegd. Gehoopt was er natuurlijk, dat er meer bezuinigingen makkelijker mogelijk waren, zodat er minder tot belasting verhogingen e.d. moet overgaan worden. M.a.w. hoe meer er bezuinigd kan worden, hoe beter dit is voor de verhoging van de inkomsten. Aan de andere kant is het ook zo, dat je natuurlijk wel kunt bezuinigen met instandhouding van de voor ziening - hetgeen altijd geprobeerd wordt en efficiënter werken is - maar je hebt ook te maken met het afstoten van voorzieningen. - De techniek/methode, die ons nu ter beschikking staat maakt het mogelijk om daarmee door te gaan in de komende jaren. Het lijkt op zich niet onverstandig om dat te doen. Of het precies zo moet, zoals het nu gedaan is of aangepast of verbeterd, dat is eveneens een kwestie van nader beraad en afwachten wat verder de reacties van de raad zijn en in hoeverre wij daarop kunnen inspelen. 2SAIiEHINGVAN_HET_GRONDBEDRI JF Heer Bolhuis Ik zou graag een paar opmerkingen vooraf willen laten gaan. U heeft er de voorkeur aan gegeven om de nota niet op de gebruikelijke wijze in de commissies aan de orde te stellen, maar in deze informatieve openbare raadsvergadering en wij beschouwen dit dus als een soort gecombineerde ver gadering van de raadscommissies. Wij bepalen dus vanavond noch als fractie, noch als raad een standpunt. Dit komt dan in de eerstvolgende raadsvergadering van mei, als sluit ik niet uit dat het juni zal moeten worden als de voorbe reiding meer tijd blijkt te vergen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 120