januari 1981 Heer MENNE Maar daar was hij ook persoonlijk vóór het handhaven van het wolwinkeltje. Dus nu spreekt hij als raadslid. De VOORZITTER Als de heer Beijen het nodig vindt, zal hij zelf wel verklaren in wat voor functie hij spreekt hier. In eerste instantie zit hij hier als raadslid. Heer BEIJEN Je kunt het naar mijn mening onnodig ingewikkeld maken. Het lijkt mij niet zo ingewikkeld. Heer MENNE Nee, het is helemaal niet ingewikkeld. Ik pleit dus juist voor eerlijke concurrentieverhoudingen en vandaar dat ik die opmerking extra gemaakt heb, behalve dus de argumenten die hier al genoemd zijn. Ja, voor wat de scheiding betreft tussen pedicure etc. en winkel, dat heb ik reeds duidelijk aangegeven in antwoord ook op de heer Oldenboom en de heer Blaauw. Dank U wel. De VOORZITTER Ik dacht, dat we de discussie moesten afronden. De heer Blaauw heeft eigenlijk nog een laatste instantie tegemoet, maar dan krijgen we weer een antwoord, tenzij iemand van U nu nog weer verder wil discussiëren, maar ik heb het gevoel, dat we twee instan ties hebben gehad en hiermee wil ik me daar aan houden. De wethouder hoort nog te antwoorden inzake punt 4. Heer MENNE Ja, die formulering bij punt 4. Stel, dat U wilt, dat al leen dit een uitzondering blijft. Dan kunnen wij zeggen natuurlijk, bij uitzondering. Maar kunnen we daar een clausulering vinden die uit zondert, die zegt dat alleen hier een winkeltje mag zijn en dat het niet wil zeggen dat het elders ook mag. De VOORZITTER Het lijkt mij, als ik er even tussen mag komen, onver standig als we nu al met 27 mensen samen een formulering gaan zitten bedenken. Dan komen we in de problemen, want daar wordt je het op dit moment zo één, twee, drie niet over eens. Het gaat om de bedoeling, die geuit is door de raad. Mijn conclusie is, dat de raad in ieder ge val deze zaak wil toestaan. Dat hier wel sprake is van een uitzonder ingssituatie, maar hoeudat nou precies in een formulering verder moet worden gevat, dat is op dit moment niet zo direct te geven. Ik vind het te gevaarlijk om het zomaar 1,2,3 te doen. De conclusie is, dacht ik, dat de raad dit wil toestaan. Daar gaat het op dit moment om. Wat de verdere uitwerking van deze zaak betreft of dat beperkt moet worden op dit moment, zou je eventueel nog in ovetleg met de commissie kunnen doen. Mijnheer Storimans heeft daar nog een opmer king op. Heer STORIMANS Ik ben hier niet voor. Heer VAN POPPELEN Wij hebben nu al een hele tijd aan dit punt ge wijd. Ik dacht, dat het verstandig was de discussie te stoppen en te stemmen. Dit is geen wijze van vergaderen. De VOORZITTER Nee, mijnheer van Poppelen, er is een voorstel van één van de raadsleden om één punt zodanig aan te passen in formule ring dat hier niet sprake is van een algemene uitspraak van de raad, maar van een uitspraak voor dit geval. En dat de precedentswerking daarmee wordt beperkt. Hoe die formulering precies moet zijn, daar is op dit moment niet over te spreken. Mevrouw KORTHUIS-ELION Bovendien dat het karakter van de woonstraat niet aangetast wordt en het uiterlijk van de straat zich niet wijzigt. Dat vind ik ook een belangrijk punt voor de buren en voor de omwonen den. Heer MENNE Daar wil ik graag even op ingaan. Ik begrijp dat wij gaan in de richting van een uitzondering.Mevrouw Korthuis zegt, dan wil ik ook dat het karakter van de straat gehandhaafd blijft. Mijn vraag is, bedoelt U dat voor dit geval of bedoelt U het in zijn al gemeenheid. Zegt U bij uitzondering mag het in dit geval Valeriaan- -14-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 15