19 juni 1981
Wij konden niet anders dit jaar dan dat te doen en daar gebruik
te maken van die reserves daarvoor heb je ze ook die reserves om in
tijden van nood een keer daarvan gebruik te mogen maken, maar dan moet
het ook incidenteel zijn. Wat dat betreft betekent dat, dat wij daar
volgend jaar zeker niet gebruik van kunnen maken zeker niet op de
wijze zoals wij dat nu doen en ik geloof dat wij dat elkaar plechtig
moeten beloven want anders dan lukt het niet. Het is natuurlijk niet niks,
het voorstel van het college om de saldi-reserves te gebruiken. Dat geeft
aan dat er 1,4 miljoen van die 8 a 9 miljoen wordt opgesoupeerd nu om
dus daarmee ook de mogelijkheid te scheppen om die rioolretributie niet
nu per 1 juli in te laten gaan, wat op ambtelijk niveau eerst de gedachte
was. Er is gezegd 1 januari pas de rioolretributie, hetgeen betekent dat
wij dan de saldi-reserve op dit moment voor een dergelijk bedrag gaan
gebruiken en dat is veel en dat kan maar een heel enkele keer. U stelt,
mijnheer Onderdelinden, dat de invoering van de rioolretributie afhangt
van het overleg wat wij vanavond voeren en op welke hoogte U daaraan
mee wilt doen. Ik geloof dat dat een heel goed standpunt is. Dan heeft
U nog een voorstel om nog eens 5% extra over alle voorstellen, die er
al zijn heen nog eens te bezuinigen. Ik moet U zeggen dat het college
daar toch wel moeite mee heeft. U laat dan - geloof ik - de personele
kosten buiten beschouwing, dat zijn natuurlijk autonome ontwikkelingen -
salarisstijgingen worden op een ander niveau gecegeld - maar al het
andere zou dan toch die bijdrage moeten doen. Ik wijs er op, dat het
collegeenerzijds opdracht heeft verstrekt aan de hoofden van dienst
om bij de samenstelling van de begroting 1982 rekening te houden met
een bezuiniging in ongeveer die orde van 5%dat komt er op neer dat
je nominaal gelijk moet blijven, met wat het in 1981 is en dat dat
dus al feitelijke bezuiniging is en anderzijds onze tweede manier van
bezuinigen is juist de methode Berenschot geweest, nl. niet rücksichts
los voor alles hetzelfde in één keer, maar zeer bewust en zorgvuldig
kiezend met de kriteria als uitgangspunt voor het hele beleid en niet
alleen voor de uitgaven. Als U dan nog eens een keer daar over heen
nu nog eens 5% eist, dan zeggen wij dat dit eigenlijk in het lichtvan
wat ik net gezegd heb niet zo'n verstandige weg is. Daar zouden wij
wel wat moeite mee hebben. Dan stelt U het gemeentehuis aan de orde
en ik ben blijdat U dat doet want wij kunnen daar inderdaad niet
onze koppen in het zand steken. Ik neem goede nota van uw opmerkingen,
zoals die gesteld worden t.a.v. dit punt. U zegt,"als er dan nog uit
gebreid moet worden, doe het dan op de goede plek want alle andere
plekken zijn verkeerd het is uiteindelijk een tijdelijke oplossing
begin te werken aan een definitieve oplossing op de goede plek."
Ik zou dit willen zeggen. Wij stellen ons ten aanzien van die hele
zaak van huisvesting voor om daar zeer binnenkort met een apart notitie
te komen in de raad om eens met elkaar van gedachten te wisselen hoe
wij dat punt verder moeten aanpakken. Ook wij zijn het er mee eens, dat
je daar niet je ogen voor moet sluiten. De opmerking van in 1983 was
meer in die zin het moment van de financiële mogelijkheden moet even
soulaas hebben, maar aan de andere kant hebt U volstrekt gelijk als U
zegt, dat je daarmee in de meerjarenplanning rekening mee moet gaan
houden. Voor de huisvesting moet je oog hebben, hoe het ook zij en
je moet financieel daarvoor de plaaning maken en die zal dus dan ook
ingepast moeten worden in het dekkingsplan. Als wij dus aan het einde
van de avond komen tot het vaststellen van het in feite dekkingsplan
voor de begroting 1981 en het meerjarenplan daarvoor voor de komende
jaren en wij gaan later praten over de huisvesting aan de hand van de
U toegezegde notitie dan zal een onderdeel van die notitie moeten zijn
ook het dekkingsplan wat daarbij hoort.
-15-