l« 17 september 1981 en jf Leit <t. aal t lt ïen ;r Nu heeft U, tot mijn verbazing, eigenlijk dit weer overgenomen. En op zich zijn wij het daarmee eens, maar vragen ons af of je dan niet op twee gedachten hinkt als je het terug wilt verkopen voor een behoor lijke prijs, je met de ene hand dan weer kan terugnemen door te zeg gen het moet wel zoals wij het willen allemaal. Los van het feit of dat voor de agrariërs die het gaan kopen economisch verantwoord is. Op dat punt zou ik graag nog een toelichting willen van U. Heer OLDENBOOM In de considerans staat, dat bij de ontwikkeling bij de bebouwing op en rond de Engh - zoals dat in de jaren 60 en 70 tot stand is gekomen - een groot gedeelte van de Engh zou worden bebouwd. Dat is niet waar. Het grootste gedeelte van de Engh zou ook in de oorspronkelijke versie gehandhaafd blijven; er zou zelfs nog een groter stuk gecreëerd worden door amovatie van de Molen straat en de Talmalaan. Er was in de opzet een elipsvormige groen Enghstuk gepland en nu is het meer een cirkelvormig stuk geworden. Heer MENNE Heer Jonker heeft gevraagd naar verduidelijking van het woord stadsrandaktiviteitenWij denken aan dit gewoon te noemen bestemmingen. Voor wat betreft zijn opmerking over de lage huizen bij de autosloperij daarvan heb ik kennis genomen. Inderdaad is het zo, dat staand op de Veldweg en kijkend naar Soest-Zuid daar geen obstakels onnodig mogen zijn en ook dat dat wat wij daar bebouwen ingepast moet worden, zodanig dat het niet stoort. De heer Kingma heeft het rapport van de werkgroep Soester Engh aangehaald, waarbij hij hier de volgorde eigenlijk niet juist vindt eerst zou dat rapport besproken moeten worden en pas nadat de bestemmingen vastliggen al of niet verkopen. In die gedachten- gang kan iedereen meekomen, daarmn heeft hij geen ongelijk. Het is anderzijds wel zo, dat als wij het rapport gelezen hebben op blz. 41 o.a. zien, het te verkopen gedeelte. De één vraagt wat bedoelt U daar nu mee, zo economisch mogelijk, de ander zegt wat verstaat U onder historisch patroon. Dat heeft nl. te maken met uiteindelijk hoe de kavels er uit zullen zien bij verkoop. De heer Kingma zegt, dat is niet zo eenvoudig want U hebt een bepaalde procedure, daarbij is er inhoudelijk nog de zaak welke kavel ziet er hoe uit. Dat is inderdaad zo. Ik wil U met name wijzen eerst op dat punt van de structuur van de langzaam verkeer paden of de recreatieroute, zoals die in het Enghplan is beschreven en zoals wij die nu hier in de structuurschets hebben behandeld. Ik zal het U laten zien op de kaart, die hier hangt. De heer Kingma zegt van het gedeelte wat we gaan verkopen van het Enghplan dat daar onvoldoende overleg over is geweest. Daar is in de commissie R.O. wel over gesproken. Wij hebben toen gezegd, we gaan nog een keer al die 36 aanbevelingen nalopen. Voor wat betreft het te verkopen deel van de Engh hebben we een bepaalde structuur. (De heer Menne geeft een toelichting met behulp van een kaart)In het plan van de werkgroep Soester Engh staan ook dezelfde structurele verde lingen, zodanig dat de gehele Engh goed recreatief is te beleven. Wij hebben dat eigenlijk bijna gelijk overgenomen wij hebben zelfs nog meer gedaan en een extra route vanaf de Nieuweweg dwars door de Engh er aan toegevoegd, als mogelijke route. Bij verkoop zal inderdaad ook rekening gehouden moeten worden met de mogelijk heid die we moeten bewaren om het beleven van de Engh ook in de toekomst onder de vlag van de bestaande agrariër op de meest economische wijze te doen. -9-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 262