14 december 1981
Mijnheer de voorzitter,
De samenwerking tussen raad en college laat te wensen over. Onlangs heb ik tijdens
een raadsvergadering aangekondigd op dit probleem tijdens de algemene beschou
wingen in te gaan. Inmiddels heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen het college
en de fraktievoorzittersHet verloop van het gesprek geeft een aanzet tot ver
betering van deze samenwerking. In de praktijk zal dit echter nog moeten blijken.
In aanvulling hierop zouden wij graag een verbetering willen in de technische
leiding van de commissievergaderingen. Momenteel lopen meningsvorming en besluit
vorming zodanig in elkaar over dat niet duidelijk is of er iets wordt besloten
en zo ja wat. Mijn fraktie zou graag zien dat u hier op zeer korte termijn veran
dering in aanbrengt. Indien het louter de bedoeling is van het college om voor
stellen of plannen aan de commissies voor te leggen ter oriëntatie dan dient dit
uit de wijze van agenderen te blijken.
Mijnheer de voorzitter. Helaas heb ik vrij veel aandacht moeten besteden aan de
manier waarop wij moeten werken. Het ware mij liever dat wij slechts over de doel
stellingen, het beleid de degens hoefden te kruisen. Daar gaat het om. De burger
is in de eerste plaats geïnteresseerd in het beleid dat wij willen voeren. En maar
terzijde in de problemen die wij ontmoeten bij de formulering en de uitvoering
van dat beleid. De rest van mijn algemene beschouwingen zal dan ook gaan over dit
beleid. Allereerst maar prioriteit nummer een uit het collegeprogram:
de volkshuisvesting.
Mijnheer de voorzitter. Mijn fraktie is ontevreden over de slagvaardigheid van
de gemeente bij de realisatie van de woningbouwplannen. Volkshuisvesting
prioriteit nr. 1 geven betekent:
- zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar komen;
- de woningen verdelen rekening houdend met vraag en aanbod.
Wij zijn van mening dat het college maatregelen moet nemen om versnelling in de
realisatie van bestemmingsplannen te bereiken. Vorig jaar verwachte het college
dat in 1981 kon worden gestart met Overhees II tweede fase. Nu verwacht het
college dat het februari 1982 wordt. Wat verwacht het college van Overhees III
en IV? Hebben de woningzoekenden in Soest nog wel iets van ons te verwachten?
Onze uitgangspunten voor het volkshuisvestingsbeleid zijn:
A. Overhees II tweede fase mag niet later starten dan in februari 1982;
B. Overhees III en IV moeten worden gerealiseerd;
C. Er moet gebouwd worden naar behoefte;
D. Woningen moeten "betaalbaar" zijn. Niet alleen de huren maar ook de energie
kosten
Deze uitgangspunten zijn de invulling van het collegeprogramma. "De vraag rijst
bij ons echter of de politieke wil wel aanwezig is bij het college en alle
andere partijen in deze raad om op deze wijze ook uitvoering te geven aan het
programma". Meneer de voorzitter. Het onderschrijven van de uitgangspunten voor
het volkshuisvestingsbeleid verplicht het college en de raad tot aktie.
ad B. Wij verwachten op zeer korte termijn een concrete planning met data waarop
de fasen in de plannenmakerij rond Overhees III en IV worden afgerond,
ad C. Er moet een volkshuisvestingsplan komen. Hierin moet de woningbehoefte per
soort woning voorkomen, zowel voor de nieuwbouw als de bestaande woning
voorraad. Dit volkshuisvestingsplan moet regelmatig worden ge-aktualiseerd
Wij hebben twijfels over de politieke wil van het college en de frakties
in deze raad om een dergelijk plan tot stand te brengen en te onderhouden,
ad D. Het energiebesparingsbeleid moet uit de sfeer van het theoretiseren komen.
De beleidsnota is een mooi stuk. Maar het is nu zaak om tot concrete maat
regelen te komen. En dat kan. Heel snel. Heel praktisch. Alleen moet men
bereid zijn de "heruitvinding van het wiel" te stoppen en op goede manier
gebruik maken van het vele dat op het gebied van energiebesparing al bekend
is en praktisch bruikbaar. Mijn fraktiegenoot Frans Kingma zal bij de hoofd-
stuksgewijze behandeling nader ingaan op de energiebesparingsmaatregelen bij
nieuwbouw. Vervolgens het winkelbeleidOok hier voor geldt dat wij niet
onder de indruk zijn van het tempo waarmee zaken worden gerealiseerd. Natuurlijk
wordt er gewerkt aan het distributieplanologischonderzoek. En er zal ook wel hard
aan gewerkt worden. Maar waarom laten wij na zaken te regelen die wij nu kunnen