2 februari 1981
Omstreeks eind maart begin april komt de tweede helft geheel volgens
de planning. Om de normale gang van zaken zo min mogelijk te ver
storen is met aller instemming besloten om toch nu begin februari
deze rompbegroting vast te stellen, hoewel een ieder weet dat er
een belangrijke aanvulling in het voorjaar te verwachten valt. In
tussen is er een zeer belangrijke tweede ontwikkeling geweest. De
nota Grondbedrijf is verschenen. Na goed overleg met de financiële
commissie is iedereen het er over eens, dat de sanering per 1 januari
1981 dient te geschieden. Dit nu geeft een tweede extra last op de
begroting vanaf 1981, dus vanaf dit jaar en volgende, van 1,3 miljoen
gulden die dus nog dit jaar in de begroting moet worden gevonden.
Het gaat dus eigenlijk om die 400.000,a 500.000,en die
1,3 miljoen, hetgeen minstens 1,7 miljoen is. De Berenschot
operatie zal ook betrekking hebben op dit element, de gevolgen van
het saneren van het grondbedrijf voor de algemene dienst. Onge
twijfeld zal het buitengewoon moeilijk worden om dit bedrag te
vinden op korte termijn. Berenschot zal niet zelf kiezen, dat moet
in deze raad gebeuren. Zij tracht slechts een beter inzicht in de
voorliggende kwestie te geven, hulpmiddelen aan te dragen om ver
antwoord te werk kunnen gaan. Gelet op de hoogte van het bedrag
lijkt het nu al haast wel zeker, dat het heel moeilijk wordt om
in één jaar dit in de lopende begroting van de algemene dienst te
kunnen inpassen. Tenslotte de zaak van het nieuwe gemeentehuis.
Een urgente, voor de bestuurbaarheid van onze gemeente, onmisbare
voorziening, waarvan de jaarlasten ook nog eens zeker op 2 miljoen
worden geschat. Ook daar zal een aanvaardbare oplossing voor moeten
worden gevonden. Wij hopen met al deze dingen in onderling verband
in de voorjaarsnota bij U te komen om die samen te bespreken en
beslissingen te nemen. Konklusie van deze hele nuchtere opstellingen
en opsomming is, dat er niet sprake is van een sanering van het
Grondbedrijf, maar een sanering van de totale gemeentelijke finan
ciën. Het gaat dus veel verder. Het is een rationalisatie die zijn
weerga niet heeft gekend en dan spreek ik nog niet over extra be
zuinigingen, waarvan we in de krant kortgeleden lazen dat die ook
nog in petto zitten van de kant van Den Haag. Ook dat komt er nog
eens overheen. Dat zijn de feiten. Welke lijn moet hier nu tegen
over worden gesteld Het gaat er natuurlijk om, dat je de voor
waarden formuleert, waaronder je je beleid verder probeert uit te
voeren. Dan gaat het om vier hoofdpunten n.m.m. 1) uitgavenver-
mindering 2) inkomstenbeleid 3) het putten uit de reserves en 4)
een passende grondexploitatie. Welke kriteria dus nu, daar gaat
het om. Dit zijn vragen die nu gaan spelen en waarop we in de
mei-vergadering van deze raad antwoord zullen moeten geven. Deze
maanden zullen we dus moeten gebruiken om aan dit beleid verder
gestalte te geven, gelet ook op de hoogte van het saneringsbedrag
zullen alle mogelijkheden (alle 4 aspecten) moeten worden bekeken.
Zeker is, dat het daarom onontkoombaar zal zijn dat niet alleen
dode takken dus betere efficiency maar ook levende takken waar
schijnlijk zullen moeten worden gesnoeid. Dit betekent, dat nu
door Berenschot de zaken op een rij worden gezet en dat uit die
rij gekozen zal moeten worden. Het is een zgn. projectenlijst
waaruit we moeten kiezen en waaruit we kunnen beslissen omdat we
niet rechtens-gebonden zijn aan verplichtingen met derden. D'66
noemt dan zero-base-budgetting, d.w.z. alle zaken weer ter discus
sie stellen vanaf nul. Wij zijn zo vrij om te menen, dat er een
aantal zaken in de primaire sfeer horen; daar eigenlijk nauwelijks
aan te onttrekken zijn. Je kan niet zeggen, dat er geen scholen,
geen riolering, reiniging, geen brandweer moet zijn om maar eens
een paar voorbeelden te noemen.