14 december 1981 voorbehouden. Ik denk dat je dat nooit helemaal kunt vermijden. Maar er zou wel licht al wat beter in die richting gedacht kunnen worden wanneer de stukken ook wat beter en tijdiger bij de leden zouden arriveren. Want dan kan de fractie daarover van te voren vergaderen. De moeilijkheid zit vaak in het feit dat er be paalde stukken in een commissie worden behandeld op een moment dat de fractiever gadering al achter de rug is en dat er geen overleg meer kan worden gepleegd met andere fractiegenoten. De VOORZITTER: Ja, ik weet het. We doen ons best. Het gaat er in ieder geval om, dat heb ik ook begrepen uit uw opmerking, dat het een kwestie is van zorgvuldig met elkaar omgaan en inderdaad wel begrip hebben voor eikaars problemen ook gewoon in de organisatie van de zaak, want daar ligt het heel vaak aan. Maar die kwestie van het uitlokken van besluiten, dat dat duidelijk is, dat lijkt mij een goede suggestie. De reserves. Ja, ik heb daar al even over gesproken. We hebben dus het voornemen om in onze brief van maart - over wat er met die reserves precies moet gaan ge beuren - er dan op terug te komen, omdat we denken dat we dan een beter overzicht hebben over het totaal en althans voorlopig nog niets met die reserves te doen. Dan is er een vraag geweest over de I.A.M.-S.O.A.G.-zaak. Met name de S.O.A.G.- zaak. Er is indertijd gezegd dat wij f. 5,-- per inwoner te verwachten hebben als rekening voor de ellende daar. We hebben daar op dit moment verder nog niets van gehoord. Ik heb dat al eerder gezegd, ik wil het hier ook zeggen, dat we, zo dra we daar wat van weten, u daarover zullen informeren. Over het I.A.M. heb ik het laatst uitvoerig in de commissie gehad. Ik dacht, dat we het daar nu maar even bij moesten laten. De kwestie van de huisvesting gemeentehuis, politiebureau. We hebben kort geleden daar met elkaar over gesproken en er is een vraag geweest van het college om de bespreking daarover uit te stellen tot januari respectievelijk februari wanneer we hopen daar met uitgewerkte voorstellen te kunnen komen. Ik heb in ieder geval heel goed begrepen wat u heeft gezegd over de verschillende zaken en in ieder ge val daar nemen we nota van. Ik zou verder eigenlijk willen vragen om die zaak even aan te houden tot januari - februari, wanneer we daar definitief over pra ten. Het politiebureau. De heer Visser vroeg daar meen ik na. Moeten we daar niet vast wat van die voor-financiering gaan reserveren. De situatie is, dat het college heeft gevraagd om een gesprek met het ministerie over dit punt. De brief is met een verstuurd, 14 week geleden daaromtrent. Wij wachten op het ogenblik op ant woord. We hebben al een telefoontje gepleegd wanneer het zou kunnen en we zitten er geweldig achterheen, want ik ben het helemaal met u eens. Als dat dus mis loopt, dat we dus niets zouden kunnen krijgen uit de werkgelegenheidspot en een keer a fonds perdu, dan zal er inderdaad een voor-financiering moeten plaatsvin den, maar dat kan alleen maar verantwoord als, je weet tot hoelang die voor-finan ciering duurt. En dat is eigenlijk de vraag op dit moment. En of je het dan moet doen of niet, als je het anders helemaal niet kan krijgen, dan moet je het afwe gen tegen de nadelen van het houden van het oude. En dat zul je dan zorgvuldig moeten bekijken. Nou, dat willen we dan zo spoedig mogelijk hebben, want anders loopt die hele zaak de verkeerde kant uit als we niet snel daar besluiten over kunnen nemen. Ik had eigenlijk een vraag aan mevrouw Van Gelder of ze eigenlijk niet met voor- bereidingskosten bedoelde voor-financieringskosten. Want van de voorbereidings- kosten staat vast wat je kan krijgen en wat niet. In het normvergoedingsboekje daar staat in die en die voorbereidingskosten krijg je wel en andere niet. Dus dat betekent dat als het gaat bijvoorbeeld om de structuurschetskostendie niet, maar als het gaat om meer architectonische voorwaardenkosten dan wel. Maar er staat precies aangegeven hoe dat zit. Mevrouw VAN GELDER: Voorzitter, ik heb bedoeld gewoon alle kosten daar rondom - 22 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 343