16 december 1981 Heer VISSER: U zegt dus toe dat u geen planoloog of stedebouwkundig ontwerper of weet ik wie aanneemt, voordat u ons informeert en dat met ons bespreekt het liefst in het openbaar. Heer HOEKSTRA: De zaak is natuurlijk zo, mijnheer Visser, als daar in dat ding enkele suggesties staan, zo zou de reorganisatie eruit kunnen zien. Op die ma nier is er zéér voorlopig gesproken en er is ook helemaal niet gezegd dat moet komen en dat moet komen. U hebt het over vacaturevervulling. Natuurlijk niet. Er wordt zo maar niet een planoloog aangesteld, dat kan ik u zo zonder meer wel toezeggen, dat gebeurt vast niet. Dat zou ook al gebeuren in commissies die daar mee te maken hebben. Dat kan ik u zo wel toezeggen. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Ja, mijnheer de voorzitter. Zoals u weet had ik u gevraagd om bij hoofdstuk 4 voor we aan hoofdstuk 4 begonnen, het een en ander voor de orde van de begrotingsvaststelling te mogen opmerken. Door de op merking van de heer Oldenboom denk ik dat het beter is om het nu te doen. En ik hoop dat de raad mij dan wil verschonen voor het feit dat het wat gebrekkig is. Het is nl. zo, dat vanmorgen de brief van de V.N.G. is binnengekomen ten aan zien van de bezuinigingen die de minister van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk heeft voorgesteld nu in de gewijzigde begrotingswijziging, de tweede begrotingswijziging, voor de begrotingsbehandeling van februari, voor wat het de posten van de crm-begroting betreft. Nu kan ik u onmogelijk op dit moment ju ridisch keihard zeggen waar dat op neerkomt, want zoals bij de V.N.G. te doen gebruikelijk is, alles juridisch zeer fraai omschreven, maar dan moet je er heel lang op studeren. Vanmorgen heb ik met de juridisch adviseur van onze gemeente om de tafel gezeten om na te gaan wat we in ieder geval zouden moeten doen om straks niet in de problemen te komen. En ik denk dat dat, voorzitter, toch zorg vuldigheid vereist, want er zijn twee verschillende dingen aan de orde. In de eerste plaats is het zo dat het rijk in haar rijksbijdrageregeling en in de punten die ze van de Kaderwet heeft overgenomen verplichtingen op zich heeft genomen, de V.N.G. zegt daarvan: het rijk houdt zich niet aan haar wettelijke verplichtingen, wij zullen dat gaan proberen aan te tasten. Daarvoor heeft de V.N.G. door middel van haar brief ook op een procedure aangegeven. Maar het neemt niet weg dat het kabinet bezuinigingen heeft aangezegd en dat dat conse quenties heeft voor de rijksbijdrageregeling. Nu is het tweede punt wat daar mee te maken heeft, de verplichtingen die juridisch bij de gemeentebesturen lig gen en die u hebt vastgelegd in de subsidieverordening en in de vaststelling van de percentagenormen voor subsidies. Dat was dacht ik agendapunten 15 en 16 voor vandaag oorspronkelijk. Dat eist daarom vooral zorgvuldigheid omdat welke uitspraken welke overheid ook doet, er te allen tijde rechtspositieregelingen zijn met afgesloten c.a.o.'s, waar de gemeentebesturen gehouden zijn ze te vol gen. We hebben ze voor u in de leeskamer de afgelopen weken ter inzage gelegd. En om een fraai voorbeeld te geven hoe dat werkt in dit land, we kregen 1 sep tember de laatste rechtspositieregeling. Zo'n pakket met terugwerkende kracht in werking van 1 januari 1981 voor de creativiteitscentra. Dat wil grofweg zeg gen, dat indien er bezuinigd wordt, het zo is, dat de rechtspositie van de werknemers binnen de instellingen te allen tijde via hun c.a.o. en de rechtspo sitieregeling gewaarborgd moet blijven. Nu zegt mijnheer Oldenboom voor zijn fractie: "Stuurt u een brief naar alle instellingen". Nou, voorzitter, dat heb ben we uiteraard al lang gedaan, want wij hadden met de voorjaarsnota in de projectenlij sten bezuinigingen aangegeven als raad. Dus moesten wij brieven naar die instellingen sturen, nl. dat het subsidiebedrag vanuit de begroting 1981 niet zeker was, omdat de raad daar wijzigingen in aan had gebracht en dat dat doorwerkingen zou hebben voor de begroting 1982. In de begroting die nu voor u ligt is rekening gehouden met bezuinigingen. Bezuinigingen die u in de projectenlij sten hebt opgenomen en bezuinigingen in de algemene brief zoals u die hebt vastgesteld in de financiële commissie in januari. Nu is het zo, dat het college in principe zegt, de bezuinigingen die het rijk doorvoert moeten wij verder doorvoeren. Maar tegelijkertijd moeten wij wel kijken met dat stand punt in het achterhoofd wat dat voor consequenties heeft in de rechtspositiere-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 368