16 december 1981
op 1 september tot vaste arbeidskrachten verklaart. Daar is geen wikken en we
gen meer aan. En om nu nog een keer te proberen te onderstrepen hoe serieus wij
het hebben genomen, voorzitter, vanaf dit nieuwe jaar is er geen enkele vacatu
re vervuld, omdat wij in de voorjaarsnota hebben gezegd dat wij zeer kritisch
naar de vacaturevervulling zouden kijken. Er is geen vacature vanaf 1 augustus
vervuld. Bij geen enkele instelling.
Voorzitter, ik zou u dus willen vragen om de raad dat besluit te laten nemen
direct nl.de begrotingscijfers zoals ze er nu liggen voor de instellingen en
verenigingen zijn voorlopig. Totdat, want dat schrijft de wet ons voor, doorge
rekend is wat de consequenties zijn voor ons van de bezuinigingen van het rijk
en vervolgens moeten wij de wettelijke procedure volgen. Dat wil zeggen, het
gemeentebestuur is verplicht krachtens artikel 4 van de voorschriften overleg
met alle instellingen en verenigingen te plegen, teneinde tot een akkoord te
komen over de voorgenomen bezuinigingen. Want als we dat niet doen verliezen we
elke AROB-procedure die een instelling aanspant tegen ons. Daar wijst de V.N.G.
ons op en daar krijg ik net van onze juridisch adviseur een briefje over. Zo
moet de procedure zijn, zodat we pas in februari/maart, duidelijkheid hebben
waar exact bezuinigd moet worden, hoe het juridisch kan en wat de consequenties
zijn. Dat is voor wat de brieven aan de instellingen betreft. Dat nog een keer
die f. 60.000,voor het sociaal-cultureel werk. Voorzitter, ware het zo, dat
er in de gemeenteraad van november verleden maand het besluit had kunnen wor
den genomen, wat het r.k.-bestuur denkt te gaan doen met haar school in het
Smitsveen, dan had hier nu op tafel een voorstel gelegen met een post sociaal-
cultureel werkplan f. 20.000,voor het komend jaar en een post voor
f. 40.000,voor de oplossingen in het Smitsveen. Maar omdat er niet gekozen
is voor het zelfstandig doorgaan van het Hummelhonk c.q. het integreren van het
basisonderwijs op die school, zitten wij te wachten tot het volgend schooljaar
augustus, tot de noodschool leeg komt, die we dan kunnen gebruiken. We konden u
dus niet het voorstel doen en wij hopen dat u daar begrip voor heeft, want het
schoolbestuur heeft haar voorstel naar de raad nl. ingetrokken, dat weet u zich
te herinneren waarschijnlijk vanaf november, en dat wil zeggen, dat we dat nu
in deze post hebben meegenomen. En als we dus deze post zouden aantasten, kunnen
wij niet met een apart raadsvoorstel komen, want dan hebben we de middelen niet
weer in die post zitten. Dus dan zou u het, en ik denk dat u het ons zeer kwa
lijk zou nemen, uit de post onvoorzien moeten halen en dat zou u terecht het
college kunnen verwijten dat het geen onvoorziene uitgave zou zijn. En dat heb
ben wij ook in onze aanbiedingsbrief in de laatste regel op dat punt, voor wat
het Smitsveen betreft, geschreven.
Voorzitter, er was nog een aparte vraag van mijnheer Oldenboom over doeluitke
ringen binden aan een termijn. Ik denk dat duidelijk na de eerste beantwoording
over de subsidiëring van die instelling is, dat wij niet duidelijker een uit
spraak kunnen doen van hoe je op de langere termijn die doeluitkering kunt bin
den aan de subsidies die gemeenten geven, omdat je aan een heleboel facetten dan
vast zit, maar een zaak die wel zeker op een redelijke termijn tot klaarheid
moet komen naarmate we meer moeten bezuinigen. De commissie welzijnsplanning,
voorzitter, mag ik toch zeggen dat niet alleen het college tevreden is, maar we
hadden volledige overeenstemming met de commissie welzijnsplanning, dus dan mag
ik daar vanuit gaan dat de commissie welzijnsplanning tevreden was over het
overleg wat gevoerd was
Voorzitter, ik vind het een beetje een nare situatie om aan twee portefeuille
houders te vragen wat er onafhankelijk van elkaar in een overleg met hogere
overheden tot conclusies hebben gebracht. Ik ben nu toevallig het eerst aan de
beurt. Ik denk, dat wij als college van harte vinden dat de enige mogelijkheid
om Soesterberg echt nog kansen voor de toekomst te geven zouden zijn om daar te
bouwen, want dat draagvlak is inderdaad te klein. Dat bent u met ons van me
ning. Aan de andere kant moet gezegd worden dat hoe enthousiast alle hogere
overheden, zijnde Defensie, Vomil en V.R.O. ook waren over onze argumenten op
zich, het zo was dat alle drie de rijksinstanties vervolgens wel tot de conclu-
- 15 -