16 december 1981 dus ruimtelijke ordening bedrijven uit die twee genoemde uitgangspunten. Bij het eerstgenoemde uitgangspunt, het wonen, moet worden ingespeeld op de wijzi gingen in de woningbehoefte. En daarbij staat voor mij vast dat er een grote onzekerheid is met betrekking tot de vraag hoe zich de behoefte aan woningen in de komende jaren zal gaan ontwikkelen. Daarom moet in het kader van de ruimtelijke ordening, waarvan de volkshuisvesting een geïntegreerd onderdeel is, een herbezinning plaats vinden over vraag en aanbod op de woningmarkt. Een herbezinning die echter niet alles vastlegt, maar waardoor flexabiliteit ontstaat om op de grillige ontwikkelingen op de woningmarkt te kunnen reage ren. Flexibel, omdat de volkshuisvesting niet alleen een vraagstuk is van nieuwbouw van woningen, maar ook van onderhoud, van renovatie, van splitsing, van de bestemming van de huidige woningvoorraad enzDan moet er niet alleen worden aangegeven waar moet worden gebouwd, maar ook hoe en voor wie. En juist dat hoe en dat wie moeten gezien de huidige ontwikkelingen niet star maar flexibel zijn, omdat zonder deze flexibiliteit het gevaar dreigt dat er wel wordt gebouwd, zie de vorstentuin, maar niet wordt gewoond. Uit dat oogpunt bestaat bij ons ook enige aarzeling over een eventueel volkshuisvestingsplan, ik kom hierop nog nader in mijn beschouwingen terug. Met het voorstel van uw kant om een beknopte ontwerp-structuurschets voor Soest door eigen personeel met bestaande, dus niet opnieuw te vergaren gegevens te laten vervaardigen, hebben we in principe geen moeite, al rijzen daarbij toch nog wel enige vra gen en met name de vraag wat onder beknopt wordt verstaan interesseert ons. Immers, ook in zo'n beknopte schets moet toch de samenhang tussen verkeer, winkelgebeuren, ontwikkeling van woningbouwwijken, van industrieterreinen, enz., aan de orde komen. En wat is dan globaal en wat is dan beknopt. Zo'n schets kan een hulpmiddel zijn. Maar de vraag is of dat in de praktijk altijd wel zo werkt als een hulpmiddel, of het soms niet als meer en of het soms niet als minder werkt. Een derde vraag in dit verband is de vraag naar de sta tus van zo'n schets, die omschreven wordt als een bijstelling van het ontwikke lingsplan. Wie wordt hieraan gebonden? Want de Wet kent zo'n product niet. Als er dan al geen sprake is van een formele binding volgens de Wet, is er dan bij aanvaarding geen morele binding van de gemeenteraad aan een schets. Hoe zit het dan met de inspraak? Natuurlijk kunnen wij hierover op deze plaats niet met elkaar gaan discussiëren, maar ik zou het op prijs stellen en het lijkt me ook in het belang van deze zaak, dat vooraf deze vragen worden besproken, dat hierover eerst in de commissie, liefst aan de hand van een notie, van gedachten wordt gewisseld. Mijnheer de voorzitter, er heeft zich stagnatie voorgedaan bij verschillende plannen. Er zijn ook plannen die zijn in het geheel niet aan de beurt gekomen, met als gevolg dat elk jaar wederom voor die gebieden weer voorbereidingsbe- sluiten moeten worden genomen. Ik heb daarover al meermalen gesproken. Het feit dat verschillende plannen in het geheel niet aan snee komen gaat ten kos te van de rechtszekerheid van de Soester burger. En wij betreuren dat in hoge mate. Het vertrouwen in de gemeentelijke overheici, in het gemeentebestuur, en dan mag u er onder verstaan wat u wilt, komt daardoor onder druk te staan. Het feit dat er meer gemeenten in gebreke zijn, zoals de nota van aanbieding ver meldt, zal des burgers vertrouwen evenmin doen toenemen. Bij de behandeling van het grondbedrijf heb ik al gewezen op het feit dat stagnatie in de woning bouw en dan denk ik natuurlijk ook aan stagnatie in de sociale woningbouw, ook kan optreden mede door de voortgezette rentebijschrijving, waardoor de gronden te duur zouden worden. Ik kom daar dus nu niet op terug en evenmin wil ik terugkomen op de ontwikkeling van woningbouwplannen in Soesterberg, die ons eveneens met grote zorg vervult en waarover ik ook al heb gesproken in het ka der van het grondbedrijf. Mijnheer de voorzitter. Tenslotte nog iets in dit kader over onderzoekingen en plannen die door de gemeente worden uitbesteed, dus externe adviseurs waarvoor belangrijke bedragen worden uitgegeven. - 34 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 389