9 maart 1983 U dient daar een voorstel over in. Nu ik uw standpunt hierover ken, wordt mij ook duidelijk waarom u in uw algemene beschouwingen hebt gezegd: een commissie kan niet besluiten, slechts adviseren. In de commissie had ik begrepen dat de afspraak gold om van de vier auto's die vervangen zouden moeten worden, gelet op het onderzoek, er twee te vervangen door benzine-autos en twee nog niet tot het onderzoek is afgesloten en er over in de commissie is gesproken. De heer Bolhuis meent dat dit ter beslissing in de raad hoort, gelet op de begrotingsbehandeling en de vaststelling van de posten. Ik wil graag deze afspraak, die voor mij al een afspraak was, aan de raad voorleggen ter bevestiging, omdat ik dat een hele goede afspraak vond. De politie heeft mij nu wéér laten weten, dat het bitter noodzakelijk is om nu twee van de vier auto's zeer snel te vervangen. Er kan niet meer worden gewacht op een onderzoek en een beslissing in de raad. Het heeft ook te maken met de inruilprijs die nog kan worden bereikt voor de twee auto's en het steeds hogere aantal kilometers wat deze auto's anders zouden blijven rijden. Een tweede punt is de kosten voor onderhoud, die dan ook te zeer omhoog vliegen. Wij hopen dat in mei ongeveer het onderzoek is afgerond, dan zullen alle facetten op een rij gezet zijn, zodat er over de overige twee een beslissing kan worden genomen. De vervanging van de auto's bij de politie is altijd meegenomen in de begrotingsbehandeling, omdat het altijd expliciet werd genoemd hoeveel aub's er vervangen werden, en dan kon de politie verder zijn gang gaan. We moeten natuurlijk ook wel praktisch blijven. Mijn voorstel is concreet om het voorstel van het CDA op die wijze op te vatten, dat het onderzoek in mei ongeveer aangeboden zal worden aan de commissie, daar zal besproken worden wat de beste weg is: diesel of benzine, dat er in ieder geval van de vier, om reden van de inruilprijs en de hoge onderhoudskostentwee nu reeds worden vervangen maar dat de andere twee niet eerder worden vervangen dan nadat duidelijk is afgesproken wat er moet gebeuren, op basis van het resultaat van het lopende onderzoek. Graag verneem ik hoe de raad daarover denkt. De heer Van Garderen en ook anderen spreken over de overuren-zaak. Ik heb daar een reaktie op gegeven in mijn antwoord aan de heer Visser, maar ik wil er nog aan toe voegen, dat de overuren-uitgaven nu maandelijks worden bijgehouden en zeer nauwlettend in de gaten gehouden worden. Er wordt dus wat dat betreft al aan de wensen van de heer Van Garderen voldaan. Als de raad nu besluit om het totaal jaarbudget wat groter te maken dan in de begroting zit, dan heb je ook per maand iets meer. Ik heb liever aan het begin een planning, met een verdeling in twaalf stukken zodat het beter gevolgd kan worden. Uiteraard zal er de ene maand wat meer uitgegeven worden dan de andere. Dit sluit ook aan op de opmerkingen van mevr. Allard op dit punt. De commissie A.B.Z. is er hét forum voor om over dit soort zaken te praten, juist nu er gevraagd is om meer over de politie te praten in A.B.Z. - 16 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 109