- 21 -
19 mei 1983
worden uitgelegd dat de colleges dus uitgenodigd zijn en dat,
als raadsleden daaraan willen meedoen, zij dat onder persoonlijke
titel kunnen doen. De uitnodiging was aan B&W.
Heer VAN GEIDER: Dan moet ik toch eerst de vraag van de heer Visser
beantwoorden. Ik denk dat hij zich toch het beste met de heer Kingma
kan verstaan. In eerste instantie was het college uitgenodigd en de
vraag die dus nu aan de orde is, als het college daar zelfstandig niet
op ingaat, is of de raad niet de bereidheid heeft om het college of
een lid van het college daar naar toe te sturen. In tweede instantie
is nu de mogelijkheid open dat eventueel de raadsleden er naar toe
gaan, maar dat is een volstrekt andere verantwoordelijkheid, want die
gaan er op eigen titel naar toe. De vraag kan in die zin niet zo bedoeld
zijn, want er mag toch geen misverstand over bestaan dat leden van
mijn partij op zich bereid zijn op persoonlijke titel naar een derge
lijke bijeenkomst te gaan. Maar dat is niet aan de orde, het gaat
erom namens de gemeente Soest. Ook dat steunen wij, er is alleen één
vraag, want dat mis ik ook in de vraag van de heer Visser: als je
daar namens de gemeente Soest naar toe gaat, dan ga je daar met een
standpunt naar toe. Op dat moment is voor mij de vraag aan de orde:
is het college op zo'n moment bereid om een standpunt te verdedigen
of wil het college daar vrijblijvend naar toe gaan?
Overigens, een deelname van het college, waarbij namens de gemeente
Soest serieus meegediskussieerd wordt vanuit de zorg die bij de
bevolking leeft met betrekking tot kernwapens, met name als ze op
eigen gemeentegrond kunnen zijn opgeslagen, ondersteunen wij.
VOORZITTER: Even voor de goede orde: de raad stuurt het college
nooit, zij vraagt hoogstens of het college toch zou willen gaan.
Heer VISSER: Ik vraag u dus nu officieel, namens Progressief Soest,
of u bereid bent op 9 juni één van de leden van het college te
vragen of hij naar Amersfoort wil gaan, namens Soest,om daar te gaan
horen wat de problematiek is en hoe we daar als gemeente op in kunnen
spelen. Ik wil daar nu echt van u een antwoord op hebben en ik
hoop niet dat u weer koppen gaat tellen in deze raad, maar dat u
daarover nu zelf uw standpunt duidelijk maakt.
Ik zal dat straks ook - zoals de heer Van Geld er al suggereerde -
aan de heer Kingma vragen.
Mevr. ALLARD: Met welke argumenten kunt u verdedigen dat deelname
aan deze conferentie tot onduidelijkheid kan leiden, bij wie dan
en waarover dan? Is het niet zo, dat de soester bevolking op dit
moment geen enkele duidelijkheid heeft omtrent het standpunt van