7 maart 1983
en een daarmee verband houdend sociaal plan, een en ander te realiseren
binnen het raam van een meerjarenbegroting waarop -zoals u weet- onze
fraktie al jaren aandringt, maar waarzonder de nu beoogde strukturele
aanpak eenvoudig niet mogelijk zal zijn.
Mijnheer de Voorzitter, in de afgelopen 15 jaren heeft iedere burger, hebben
wij allemaal, gebruik kunnen maken van de voordelen van een nu en dan vrijwel
omgebreidelde groei-economieHet daardoor ontstane zeer hoge welzijnsniveau
van de individuele burger was een verworven recht geworden en de kosten
ervan konden grotendeels gedekt worden uit de collectieve pot. Er was geen
regeling tot terugbetaling van genoten subsidies, gewoon omdat daarvoor,
tot'aan het tijdstip van de noodzakelijke bezuinigingen, geen aanleiding
bestond. Maar nu is dat anders. Het gemeentelijke financiële genezingsproces
hangt nauw samen met een bewustwordingsproces bij de burgers nu de conjunctuur
zich in neerwaartse richting blijft bewegen. Dat bewustwordingsproces is
in volle gang, maar mag niet gefrustreerd worden door opvattingen bij de
overheid als zouden bezuinigingen doel op zichzelf zijn. Bezuinigingen mogen
geen doel zijn, maar middel om te komen tot een herstel van en herbezinning
op maatschappelijke kosten, die door de jaren heen vooruitgelopen zijn
op de arbeids-produktiviteit en dus niet gedekt zijn. Het is zinvol daarbij
op te merken, dat er een nauwe relatie bestaat tussen het gebruik van diensten
en de daaraan verbonden kosten en dat het billijk is om -waar dat sociaal
gerechtvaardigd is- het profijtbeginsel te hanteren.
Bij voldoende economische groei, met voldoende middelen, blijft er ruimte
over om algemeen maatschappelijk aanvaarde diensten en dienstverleningen in
stand te houden en daarvoor complementair kosten te maken.
Consequente doorvoering van de nullijn geeft precies aan, dat er ook in de
sfeer van subsidies geen of nauwelijks sprake meer kan zijn van groei of
aanwas, hoe gewend wij daaraan ook geraakt zijn; laat staan dat een min-lijn
noodzakelijk is.
Mijnheer de Voorzitter, voor de jaren 1983-1986 ziet onze fraktie als
concrete maatregelen de volgende:
a) in princiie realisering van de door de Raad op 25 november j.1. genomen
besluiten met betrekking tot de door te voeren bezuinigingen.
b) het onvoorwaardelijk sluitend maken van deze begroting.
c) een blijvend kritische benadering van de met bezuinigingn samenhangende
personeelsproblematiek bij de gemeente en van gemeentewege gesubsidieerde
instellingen.
d) waar mogelijk tijdelijke voorzieningen voorkomen, omdat die op langere
termijn doorgaans schadelijk uitwerken.
e) protectionistischer opstelling ten opzichte van gemeenschappelijke
regelingen, waarvan de financiële consequenties voor Soest te nadelig uitvallen
- 2 -