7 maart 1983 in de politiële dienstverlening, zowel maatschappelijk als bij het handhaven van de rechtsorde. Dat eist wel - en wij zijn ook zonder een uitvoerige uiteenzetting uwerzijds daarvan overtuigd - dat de politie, en dat geldt evenzeer voor de brandweer, daaraan verder zal medewerken in een bewustwording ofwel in het reeds bestaande besef, dat alles wat maar enigszins zweemt naar luxe overboord dient te worden gezet. Om een woordvoerder van een middelgroot korps te citeren: "Wij zullen de primaire politietaken blijven doen, maar dat kan alleen als er ingeleverd wordt op de rest. Er moet dan vooral worden gedacht aan taken op het gebied van het dienstbetoon. Als ovar de gehele linie bezuinigd moet worden, kan de politie zich daaraan niet onttrekken. De burger zal eraan moeten wennen, dat niet alles meer kan." Mijnheer de Voorzitter, hij bedoelde daarmee kennelijk iets anders dan wat een oud-brandmeester in een lokaal blad in onze gemeente als ingezonden stuk liet opnemen. Ik citeer opnieuw: "Nu, geachte leden van de raad van Soest, het is niet te hopen dat uw huis onverhoopt in brand komt te staan, want dan zou de brandweer op grond van de door uw Raad voorgestelde bezuinigingen wel eens niet op tijd kunnen komen". Mijnheer de Voorzitter, ik ben ervan overtuigd, dat u en de besturen en leden van de brandweerverenigingen zich van dergelijke dreigementen volledig distantiëren, anders staat het er met onze plaatselijke demokratie maar slecht voor. Onze fraktie wijst dergelijke dreigementen in elk geval met beslistheid van de hand, sterker nog: onze fraktie staat op het standpunt dat het - gelet op de in december j.1. plotseling opgedoken financiële ruimte voor de aanschaf van nieuwe apparatuur - mogelijk moet zijn dat de brandweer toch nog verder een bedrag van 30 ƒ40,000,-- over 1983 en volgende jaren inlevert, waartoe wij eventueel een motie in overweging zullen nemen. Met betrekking tot de regionalisatie van de brandweer overigens met betrek king tot alle regionalisaties of liever de kostenbeheersing van regionale organisaties, merkt onze fraktie op, dat de Raad hierin meer inzicht dient te worden verschaft, gezien het feit, dat de rijksbijdrage slechts 1:5 deel van de kosten uitmaakt. Aan welzijn, mijnheer de Voorzitter, moeten wij hier en daar inleveren, maar onder benarde financiële omstandigheden zijn ook nog wel verbeteringen te verkrijgen. Zo lijkt het zeer goed mogelijk en daarom ook - gelet op de bestaande behoeften - gewenst, het betrekken van 4-kamer-eengezinshuurwoningen mogelijk te maken voor 3-persoons huishoudens. Indien dit niet gebeurt zijn de consequente, standvastige 3-persoonshuishoudens verplicht hun gehele leven in een flat te wonen. Overigens zien wij met lede ogen, dat in de sektor Ruimtelijke Ordening/Volkshuisvesting, de gemeente regelmatig gevoelige ver liezen lijdt als gevolg van het langdurig moeten wachten op goedkeuringen - 4 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 29